De pareltjes van Almere

In: Overig | Editie:

Tekst:

Architectuur en duurzaamheid gaan hand in hand in onze stad. Dat bewijst ook senior architect Bas ten Brinke van bureau 70F. Vlak voordat hij Lifestyle Almere meeneemt op een tour langs de architectonische pareltjes die Almere wereldfaam brachten, parkeert hij zijn bolide prompt tegen een paaltje. Dat wordt fietsen. En dat is maar goed ook, want zo kunnen we de hoogstandjes van Almere op de enige juiste wijze bekijken: duurzaam peddelend!

 ‘Dit doet mij denken aan mijn eerste kennismaking met Stad & Natuur,’ vertelt Bas terwijl hij zijn fiets tegen het hek van de schaapskooi zet. ‘Vroeger zat hier het Eksternest. Als jochie van tien fietste ik hier naartoe, om in de oude rijksdienstschuur achter een perspex plaat bijen te bekijken. Geweldig vond ik dat.’ 

200 jaar oude inspiratie

Nu staat er de schaapskooi. Het is een interessante verschijning, zo aan de rand van het Vroege Vogelbos. De glooiende lijnen van houten planken volgen slaafs de gebogen staalconstructie. Het gebouw heeft slechts één gevel die als het ware langzaam dak wordt. Of vice versa. ‘De inspiratie komt van 200 jaar oude schaapstallen. Die gebouwen bestaan haast enkel uit dak. De gevel is slechts 50 cm hoog en daarna begint een enorm rietendak. Schapen zijn niet hoog, dus dit concept werkt uitstekend. Ook in een modern jasje.’

Kuddegedrag

‘Bij het ontwerpen van een gebouw gaan we altijd uit van de gebruikers. En met onze schaapskennis zit het wel goed,’ grijnst Bas. ‘Wist je bijvoorbeeld dat een schaap zo’n halve meter ruimte in de breedte nodig heeft? Daarnaast is het een dier met extreem kuddegedrag. Gaat één schaap drinken, dan volgen er meer. Vandaar de enorme lengte van het gebouw. Aan één kant vind je 40 meter drinkbak en de andere kant de even zo lange eetbak. Sociaal tafelen.’ 

Bekendste schaapskooi in de wereld

Niet alleen Almeerders waarderen het ontwerp. In 2008 won onze schaapskooi een internationale architectuurprijs. Op het World Architecture Festival eindigde het gebouw als eerste in de categorie ‘Pleasure’. Waarom? ‘Als ik het in architectentaal mag uitleggen: het is een puur uitgewerkt ontwerp. Je hebt alleen huid, gevel en niets anders. De enkele details, zoals de bezoekersramen en dakkapellen zijn volledig onderdeel van het gebouw. Daarmee scoor je punten. Bovendien is het een relatief goedkoop gebouw. Met alleen wat spanten en latten – want daar bouw je nu eenmaal een schuur mee – hebben we een fraai ontwerp gemaakt.’ 

Wat is er te beleven bij de Kemphaan?

Een heleboel! Van begin april tot eind oktober is er iedere zondag iets te doen op het landgoed, zoals (kinder)theater, workshops en muziekoptredens. Iedere zomer is er het Zomerfestival, en in oktober is het griezelen tijdens de Nacht van de Nacht. Er zijn apps waarmee volwassenen en kinderen een iTour door het gebied kunnen maken. Deze zijn te downloaden via www.itour360.com. Zijn er toevallig even geen activiteiten? Loop dan lekker je neus achterna over de vele spannende paden. Er is een kleine schaapskooi en een varkenskot. Vervelen lukt je hier niet! 

Schapen op de loonlijst

Met het winnen van deze prijs onderscheidt Almere zich in de wereld, zowel op architectonisch als op functioneel gebied. Een stad met een schaapskudde is bijzonder. Bas: ‘Wist je dat het in feite begon als een foutje? Een landschapsarchitect liet ooit de berenklauw aanplanten. Helaas bleek het een agressieve plant die hele recreatiegebieden overnam. Bestrijden dus, maar dat was lastiger dan gedacht: chemisch wilde niemand, en bij mechanisch moest je zeven jaar achter elkaar de plant wegmaaien. Niet te betalen. De oplossing kwam uit Deens onderzoek. Schapen zijn gek op de berenklauw. Zien ze er eentje dan klimmen ze bij wijze van spreken over hekken om erbij te komen. Ideaal! Nu staat er een kudde schapen op de loonlijst van Stad & Natuur. En een herder met hond. Mooi toch? Een schaapskudde hoort bij een duurzame stad. En dat is Almere.’

Het gebouw van Stad & Natuur

Onze volgende stop is Stadslandgoed de Kemphaan. Een geliefde plek voor veel Almeerders. ‘Ook voor mij,’ zegt Bas. ‘Hier zijn mijn bijenvrienden naartoe verhuisd.’ Via een brede trap lopen we naar de ingang van het gebouw. Opvallend is de speelse bank die horizontaal langs een schuine hellingbaan loopt. ‘Zo is er plek voor kleine en grote kinderen.’ Bas stopt. ‘Hier is veel aandacht besteed aan de overgang van binnen naar buiten. De grote luifel, de trap en de hellingbaan. Ze maken een belangrijk onderdeel uit van het gebouw. Dat zie je vandaag de dag niet veel meer. Dingen zijn snel te duur. Het wordt dan met bestrating opgelost. Ze gooien er een hoop zand tegenaan en wat stenen. Dit is leisteen die van binnen naar buiten doorloopt. Dat maakt het gebouw áf. Dit geeft kwaliteit aan de lesomgeving.’

Verloren ruimte

De enorme hal biedt ruimte aan zeker twee (school)klassen. Ook hier zie je weer dat de gebruiker voorop staat. ‘In de meeste gevallen maak je zo weinig mogelijk verkeersruimte: dat beschouwt men vaak als verloren ruimte. Terwijl die ruimte hier juist heel belangrijk is. Grote groepen moeten op hun gemak de weg naar één van de twee werkruimtes kunnen vinden, zonder dat het een puinhoop wordt.’ 

 Het ontwerp won de eerste prijs!

Twee zwevende doosjes

Eenmaal in de tuin lijkt het gebouw te zweven. ‘Het is iets opgetild. Het ligt zo’n 80 cm boven het maaiveld, waardoor je vanuit beide (les)ruimtes prachtig uitzicht hebt. Vanuit het ene lokaal kijk je uit over het water, vanuit het andere over een speels ingedeelde tuin. ‘Als kind ervaar je het alsof je in een doosje boven de grond zweeft. Het is een soort fotocamera van waaruit je naar het landschap kijkt dat je later gaat verkennen. Via een zwevende trap stap je uit die camera zó het landschap in. Dan ga je plaatjes zoeken. Het aanschouwen van de natuur is niet zo moeilijk. Dat kun je ook via internet. Het gaat om het ervaren en aanraken, en dat wordt mooi verbeeld door die twee doosjes.’ 

Een krat vol dieren 

Vanuit Stedenwijk Noord fietsen we het Den Uylpark in. Kinderboerderijen zijn populaire trekpleisters in onze stad. Tal van jonge gezinnen laten hier hun kroost kennismaken met natuur. Geitjes voeren, eieren zoeken en kuikens knuffelen. ‘Als kleine jongen kwam ik vaak bij de kinderboerderij in Almere Haven. Ook het Den Uylpark herinner ik mij nog. Daar stond een semi-illegaal gebouwtje dat fungeerde als kinderboerderij.’ In de jaren ’80 brandde het volledig af. Alleen de fundering bleef bestaan. 

Levend gebouw

Jarenlang werd er niets mee gedaan, totdat Bas in 2007 de opdracht kreeg om op de bestaande betonnen vloer een nieuwe kinderboerderij te bedenken. Het werd een intrigerend krat. ‘Aan de buitenkant zie je enkel houten latten. Het idee is dat de luiken opengaan en de dieren naar buiten komen, als de zon opkomt. Als ’s avonds de dieren binnen zijn, vallen de luiken weer langzaam dicht. Het gebouw leeft. Het wordt wakker en gaat slapen met zijn bewoners.’

Toon lef!

‘We hadden een klein budget voor de kinderboerderij. De voetprint stond vast. Om het gebouw niet te laten verdwijnen in het park, moesten we lef tonen en de hoogte in gaan. Mijn wens was om 6,5 meter aan te houden. Daarmee creëer je tegelijk een prettiger binnenklimaat. De dieren geven veel warmte en stank af, en dat wil je goed ventileren. De gevel is half open, waardoor de wind de ruimte continue ventileert.’ De indeling is simpel en effectief. Op de begane grond vind je toiletten, bergruimte en twee kleine potstallen. In een potstal wordt de mest telkens opnieuw bedekt met een laag stro. Hierdoor ontstaat een vruchtbaar compostmengsel, dat na verloop van tijd wordt uitgereden over het land. Boven de potstal is een verdieping gemaakt voor het beheerderkantoor, de verenigingsruimte en een hooiopslag. Je kunt hier van buitenaf met de trap bij komen.’ 

Wat is Stad & Natuur? En wat is er te beleven?

‘De naam zegt het al. We willen de stad en de natuur met elkaar verbinden,’ vertelt Jan Wachtmeester van Stad & Natuur. ‘Het gaat om iets leren, samen recreëren en elkaar ontmoeten. Dat kan op al onze locaties. Stuk voor stuk gebouwen van architectonische kwaliteit met oog voor duurzaamheid. Want zeg nou zelf: de natuur in Almere is uniek! Die moet je zelf ontdekken en beleven. En dat kan lekker dicht bij huis.’

‘Neem de schaapskooi, de uitvalsbasis van onze schaapskudde. Hier worden regelmatig activiteiten georganiseerd voor publiek en scholen. Heel educatief en leuk. Denk bijvoorbeeld aan de lammerperiode en het schapenscheerderfeest. De wol van onze schapen wordt verwerkt in de wolfabriek, die onlangs haar deuren opende. Vrij uniek, want in Nederland bestaat nauwelijks meer wolverwerkende industrie.’

Warmoezerij op komst

‘Ik heb een leuk nieuwtje,’ vertelt Bas trots. ‘Stad & Natuur heeft ons de opdracht gegund om de Warmoezerij te ontwerpen, waar biologische akkerbouw plaatsvindt. Het is helemaal van nu, om alles wat je gebruikt in de stad, ook úit de stad te halen.’ De Warmoezerij wordt onderdeel van de Buitenplaats in de Meridiaan in Almere Buiten. Het wordt een plek waar kinderen ongestoord kunnen spelen, en buurtbewoners kunnen bijpraten en meehelpen bij het bewerken van de akkers. ‘We ontwerpen de woning van de warmoezenier, een grote schuur voor allerlei activiteiten, bergruimte en een horecagelegenheid. Geweldig dat onze bloemkool niet uit Spanje komt, maar uit onze eigen stadstuin! Groener kan niet.’ 

Ik ga iets maken dat wij in Nederland nog nooit eerder hebben gedaan!

De duinen in

Is het nog ver? Met een rood hoofd fietsen we over de dijk met het IJmeer aan de rechterhand en Almere Poort in de rug. Als je goed kijkt, zie je in de verte Amsterdam liggen. Bas wijst. Daar is DUIN. Het beloofde stadsdeel waar je kunt wonen, werken en recreëren in de duinen. Maar ook in het bos of op het stand. Het klinkt fabelachtig. Mijmerend zie ik mezelf al zitten in het zand, met mijn laptopje op schoot kijkend naar de vogels, die geruisloos een duikvlucht nemen en net geen visje oppikken uit het door zon verwarmde meer. Zucht… 

Ik schrik op. Bas kijkt me kort aan en gaat dan onverstoorbaar verder: ‘Dus DUIN wordt een uniek stuk stad, gemaakt in een nieuw duinlandschap. De duinen worden opgespoten tot wel 10 meter hoog. Zó stoer van ontwikkelaar Amvest! Kijk, dat je als Nederland besluit om polders te maken, is leuk. Dat je vervolgens op de zeebodem één van de grootste steden van Nederland bouwt, vind ik getuigen van enige durf. Dat je er dan als pionier gaat wonen – in the middle of nowhere, zonder supermarkt – dan heb je ook best wel ballen. Maar dat je als ontwikkelaar tijdens een economische crisis zegt: ‘Weet je wat ik ga doen? Ik ga iets maken dat we in Nederland nooit eerder hebben gedaan. Ik ga duinen opbrengen, zandheuvels bouwen. Daar ga ik huizen neerzetten en die ga ik verkopen.’ Dan heb je écht lef!’ 

Wonen op de duinen

Lef hebben ze zeker bij Amvest. Op de duinen bouwt men de komende jaren een paar honderd eengezinswoningen; in korte rijtjes van 2 tot 6, altijd meebewegend met de hoogtelijnen van de duin, en langs slingerende straten. Elke woning grenst met een ruim terras aan het duin of aan de bosrand. Elk woningtype is speciaal voor DUIN ontworpen. Bas tovert een stuk papier uit zijn tas. Een schitterend duinchaletje komt tevoorschijn: ‘Hiermee heb ik lef getoond.’ Ik bekijk het nieuwsgierig. ‘Tijdens het afscheid van Hans Warrink, dé man van Stad & Natuur, hield Maarten Janssen, Gebieds- en Conceptontwikkelaar bij Amvest, een verhaal over DUIN. Ik was zo gefascineerd, dat ik hem een email stuurde met de vraag of hij een architect nodig had. Die had hij helaas al, en het hele plan was ook al uitgewerkt. Toch wilde hij langskomen. Ze hadden drie typen woningen ontwikkeld voor het gebied. Een chalet, een middenklasser en een luxe villa. Maar ze kregen het chalet niet betaalbaar. Toen zei ik met mijn grote mond: ‘Maarten, ik kan dat wél. Geef die opdracht aan mij. Ik zal bewijzen dat het binnen het budget mogelijk is, én dat het meteen de populairste woning van het hele gebied wordt.’ 

Vakantiehuisjesgevoel

Het chalet wordt gemaakt van hout en ziet eruit als een vakantiehuisje met dito gevoel. Je kunt er goed wonen. Het is zo’n 85 m2 groot en geschikt voor een gezin. De enorme hoogte geeft een ruimtelijk gevoel. Het heeft een slaapzolder met alle functies.’ Ik denk dat veel mensen het gevoel hebben van: ‘Geef mij ook maar zo’n huisje!’ Het is helemaal te gek. Vanuit je permanente woning op je blote voeten naar het strand. Hoe romantisch!’

Meer weten over DUIN?

Het startschot is gelost. Inmiddels zijn er 28 woningen en vrije kavels in de verkoop gekomen. Voor meer informatie ga naar www.duin.nl. 

Het centrum langs de boulevard

Langs de boulevard, bij het strand en de jachthaven, komt het stedelijke deel van DUIN. Hier, in Kop Zuid, komen comfortabele en moderne appartementen met een uniek uitzicht over het IJmeer. Je kunt er je hart ophalen in de leuke winkels en de gezellige horeca. Wat dacht je van hotels, zorg en wellness? Alles is in de buurt.

Hoeveel DUIN is er?

Jemig, dat klinkt goed! Maar hoe ver zijn ze eigenlijk met DUIN? Bas: ‘Het eerste duin ligt er en vier showwoningen zijn klaar. Twee middenklassers en twee villa’s’ Bas grijnst. ‘Je kunt een afspraak maken voor een bezichtiging.’ Hij weet het, ik ben verkocht. Het klink ook allemaal zo heerlijk. Naast groen is er nu ook geel in de stad: het geweldige geel van duinzand! Duurzaam en architectonisch verantwoord. Ik kan niet wachten…