Casper Kromkamp, eigenaar van Ekoplaza Almere – Ik blijf die kar trekken

In: Interview | Editie:

Tekst: | Fotografie:

‘Almere is nog lang niet zo donkergroen als de steden om ons heen,’ trapt Casper ons gesprek stellig af. ‘Waar dat aan ligt? Inkomensverschillen misschien. Maar ik geloof in het concept van Ekoplaza en blijf die kar trekken. Al kost dat soms kracht.’

‘Momenteel lijken we de wind in de zeilen te hebben,’ vertelt Casper. ‘Kennelijk heeft de coronacrisis mensen aan het denken gezet over hun eigen gezondheid en de rol die voeding daarin speelt. Ik krijg steeds meer mensen in de winkel die ik nooit eerder gezien heb. Maar in het algemeen houdt het natuurlijk nog niet over: twee biologische winkels in een stad met de bevolking en de oppervlakte van Almere… Geld speelt blijkbaar nog steeds een grote rol. En ook de afstand die je in Almere moet afleggen om bij een biologische winkel te komen.’

Krenten uit de pap

Dat bio terrein wint, staat echter buiten kijf. ‘Dat zie je ook in de reguliere supermarkt,’ meent Casper. ‘Daar groeide het aanbod bio in de laatste jaren enorm. Dat is een teken dat biologische producten tóch steeds meer in de belangstelling komen van de mainstream. De super haalt daarbij wel de krenten uit de pap. Dat betekent dat ik voortdurend scherp moet blijven.’

Hoe dan? ‘Uiteraard zet ik in op een onderscheidend aanbod, dat een stuk ruimer is dan wat je in de reguliere super aantreft. Daarnaast probeer ik het verhaal goed verteld te krijgen, zowel in de winkel als aan onze mobiele marktkraam, waarmee we bijvoorbeeld op zaterdag op de boerenmarkt op de Kemphaan staan. Ik vind overigens dat je er met biologische voeding alleen nog lang niet bent. Ik zet dan ook enorm in op biodynamische producten, die nog een heel stuk verder gaan. Verder vind ik ook dat lokale voeding meer aandacht verdient.’

Natúúrlijk hoort biologisch, biodynamisch en lokaal voedsel de norm te zijn

Plompverloren afgezaagd

Vertel dan eens zo’n goed verhaal… Casper lacht en vertelt hoe hij mensen op de Kemphaan wel eens naar de koeien heeft gestuurd, met het advies aan de hoorns te voelen. ‘Stomverbaasd kwamen ze dan terug. Ze waren erachter gekomen dat die hoorns warm zijn. Dat betekent dat er bloed doorheen stroomt, en dat zo’n hoorn dus iets anders is dan een teennagel of zo. Toch zaagt men in de reguliere landbouw die hoorns plompverloren af. In de biodynamische landbouw is dat taboe.’

‘Er zijn nog meer basisprincipes van biodynamische landbouw en veeteelt, die ik belangrijk vind. Zo moet de voeding voor dier en plant allemaal van het eigen bedrijf komen, er mag niets worden ingekocht. Dat vind ik belangrijk: essentieel voor onze planeet is, dat de ketens zo kort mogelijk zijn, dat er zo min mogelijk gezeuld wordt met producten. Daarmee loop ik graag voorop. De reguliere super is zo ver nog niet. En dat is precies de reden waarom ik de verhalen achter producten zo belangrijk vind.’

Zó van het land, supervers

Maar de prijzen zijn een probleem? ‘Nou, eigenlijk valt dat reuze mee,’ reageert Casper. ‘Kijk je naar het bio-assortiment in de reguliere super, dan zitten wij daar hooguit een procent of 5 à 10 boven. En die prijzen zijn prima te verklaren. Ik ben onlangs actie gaan voeren met bloemkolen uit onze eigen polder, zó van het land, supervers. Ik vertelde de klanten dat mijn inkoop 1,50 bedroeg, de eerlijke prijs die ik aan de boer betaalde. Daarna liet ik die klanten zelf bepalen wat zij voor zo’n bloemkool wilden afrekenen. Ik vroeg hen ook te vertellen wat ze voor mij een eerlijke prijs vonden en waarom.’

En? ‘Vrijwel iedereen vond het een goed verhaal. En niet zelden vroegen klanten aan de kassa om 2,50 of zelfs 3 euro aan te slaan, overigens vergelijkbaar met de prijs in de reguliere supermarkt op dat moment. Maar dan heb je dus wél een versproduct van een boer uit de buurt. Iets dergelijks heb ik ook gedaan met raapstelen, bij uitstek een product dat je supervers moet aanbieden.’

Aanbodlijst op afroep

‘Dat is ook het pluspunt van inzetten op biologisch, biodynamisch én lokaal. Alles wat ik maar kan, haal ik uit de Flevopolder, dé biologische groentetuin van Nederland. Nee, uiteraard geen bananen en mango’s. Die levert de groothandel. Maar aardbeien bijvoorbeeld komen uit eigen polder, de bloemkool komt van De Groot, en met de Zonnehoeve in Zeewolde heb ik afspraken over levering: we hanteren een wekelijkse aanbodlijst op afroep. Dat werkt uitstekend, en met zo’n aanpak houd ik mijn voorsprong op de reguliere super.’

Je zegt steeds ‘reguliere super’, maar zou jóuw aanbod eigenlijk niet gewoon regulier moeten heten? Casper lacht hartelijk en zegt: ‘Verdraaid, je hebt gelijk! Natuurlijk hoort biologisch, biodynamisch en lokaal voedsel de norm te zijn. En als je bedenkt dat dat marktsegment in Almere elk jaar verdubbelt, begrijpt de consument dat kennelijk ook steeds beter!’

Alles wat ik maar kan, haal ik uit de Flevopolder