Niemand gaat voor zijn plezier naar de gevangenis… Zou je denken. Toch gaan elke dag honderden mensen met een broodtrommel onder de ene arm en een boel motivatie onder de andere naar de PI Almere. Daar leveren zij hun bijdrage aan een betere wereld, zowel binnen als buiten.
Op het oog lijkt het een desolate betonnen blokkendoos, midden in de polder. Maar schijn bedriegt: de penitentiaire inrichting (PI) Almere – in de volksmond ironisch ‘Almere Binnen’ genoemd – is in werkelijkheid een wereld op zichzelf. Op een gemiddelde dag zijn er zo’n vijf- à zeshonderd mensen, al dan niet vrijwillig, druk in de weer om de wereld daarbinnen én daarbuiten een stukje beter te maken. want er gebeurt veel in de gevangenis. Wij als medewerkers veroordelen niet, benadrukt hoofd arbeid Olivier Sabbé. Als het aan hem ligt, vervelen de mensen binnen de muren zich niet snel. werk in de gevangenis is niet alleen een methode om gedetineerden klaar te maken voor hun terugkeer in de maatschappij, de PI draait ook daadwerkelijk productie.
Kil, sfeerloos en sober
‘De PI Almere is onderdeel van de Dienst Justitiële inrichtingen en dat is er eentje in de zogenaamde A-categorie,’ legt Sabbé uit. ‘Dat betekent dat we hier het hoogste beveiligingsniveau hanteren. Alles in en om de gevangenis wordt zorgvuldig gecontroleerd. we horen bij het gebied ‘Groot Amsterdam’ en negen van de tien gedetineerde mannen van achttien en ouder komen hier terecht. Ook kan het gebeuren dat we van een rechtbank buiten onze regio een verzoek krijgen en dat willigen we dan in.’
Het is ook een ISD, een inrichting voor stelselmatige daders, de zogenaamde veelplegers
Behalve een huis van bewaring, waar mensen in voorarrest hun veroordeling afwachten, is de PI Almere ook een ISD, een inrichting voor stelselmatige daders, de zogenaamde veelplegers. De PI Almere kan in totaal 360 gedetineerden huisvesten. Sabbé leidt ons rond en laat daarbij één van de cellen zien. Die is weliswaar keurig schoon, maar een korte blik volstaat om mensen die roepen dat Nederlandse gevangenissen hotels zijn, de wind uit de zeilen te nemen: de cel is kil, sfeerloos en sober. ‘Twee derde van elk etmaal brengen de gedetineerden in zo’n ruimte door,’ vertelt Sabbé. ‘De overige acht uur zijn gelijkmatig verdeeld over werken en activiteiten zoals bezoek, luchten, bibliotheek, onderwijs, sport en wat er verder in de PI wordt aangeboden op het gebied van re-integratie activiteiten.’
Wij zijn de handjes
Werk is ervoor de gedetineerden in vele vormen, zoals schoonmaak en klein onderhoud. Maar ook is er gevarieerd productiewerk voor externe afnemers. Sabbé brengt ons naar een textielwerkzaal, waar onder meer schilderafdekkleden worden gemaakt. ‘Met alle arbeidsafdelingen van de PI’s in Nederland werken we onder de naam In Made als gezamenlijke productiebedrijven. We bieden bedrijven productiecapaciteit aan. Wij zijn als het ware de handjes. We produceren tegen aantrekkelijke tarieven en kunnen altijd werk gebruiken.’ Daarnaast kunnen bedrijven tegen geringe vergoeding gedetineerden, die aan het einde van hun straf zitten, als een soort stagiair inhuren. Dit valt onder het programma ex Made. Het doel is ervoor te zorgen dat gedetineerden uiteindelijk goed voorbereid weer naar buiten gaan. ‘Daartoe bootsen we binnen zo nauwkeurig mogelijk de situatie buiten na. Ze krijgen werkervaring en opleidingen, inclusief erkende certificaten en diploma’s. In samenwerking met externe ketenpartners helpen we hen met de re-integratie, het zoeken van een woning, solliciteren en zorgen voor inkomsten.’
We produceren tegen aantrekkelijke tarieven en kunnen altijd werk gebruiken
Boeiend werk in de gevangenis
Behalve de gedetineerden werken er in totaal zo’n 250 medewerkers in de PI Almere. Opmerkelijk is de gemoedelijke sfeer, niet alleen bij het personeel onderling, maar ook tussen medewerkers en gedetineerden. Sabbé: ‘Het is belangrijk dat er een sfeer van rust in de inrichting heerst, want dat betekent veiligheid. Zoiets bereik je met een gestructureerd dagprogramma. Dat maakt werken in de gevangenis ook zo boeiend. Je werkt met mensen aan een veilige, geslaagde terugkeer naar de maatschappij. Als je beseft dat je daar een steentje aan bijdraagt, is dat een mooie uitdaging.’