Zijn kantoor kijkt uit over het spoor dat Almere met Amsterdam verbindt. Dat mag dan toeval zijn, er zit een mooi soort symboliek in. Bart van Houten helpt criminele jongeren terug op het juiste spoor. Jongens die uit de rails liepen in de keiharde jungle van de Amsterdamse Bijlmer. Via dat spoor komen ze verder dan ze durfden te dromen.
Rap is in Nederland groter dan Marco Borsato en Guus Meeuwis bij elkaar
Ze delen het kantoor, de mensen en de ziel: Stichting Op Koers en platenlabel Van Klasse lopen naadloos in elkaar over. Criminele jongeren omvormen tot succesvolle artiesten lijkt misschien onbegonnen werk, maar Bart van Houten maakt er zijn levenswerk van. Geflankeerd door twee van zijn rappers, Flow en Rafello, vertelt hij openhartig over zijn getroebleerde achtergrond en legt hij het geheim van zijn succes bloot.
Bart is als kind onhandelbaar. Op de middelbare school blijft hij tweemaal zitten, hij wordt op z’n zestiende verjaardag het huis uitgegooid en raakt dakloos. ‘In feite heb ik dezelfde achtergrond als deze jongens, met een behoorlijk heftig crimineel verleden.’ In de criminaliteit is ‘t makkelijk om geld te verdienen, snel en veel, zegt Bart. Toch weet hij zich eraan te ontworstelen: ‘Het heeft lang geduurd voordat ik er echt helemaal uit was. Ik kwam op de postkamer van een technische groothandel en vanuit die positie heb ik me langzaam opgewerkt. Bij elke andere sollicitatie werd ik afgewezen, vooral omdat ik gewoon helder was over mijn strafblad. Bij die groothandel kreeg ik gelukkig een kans.’
Mijn deur stond altijd open
De moeilijkheden blijken echter niet voorbij. Bart krijgt een zware burn-out, belandt zelfs in een psychiatrische instelling en raakt verslaafd aan de medicijnen, waardoor hij naar een afkickkliniek moet. ‘Dat was een christelijke kliniek. Ik wilde daar eerst helemaal niks mee te maken hebben. Toch werd het een rustpunt in mijn leven. Voordat ik christen werd, heb ik alles uit het leven genomen. In die kliniek leerde een heel nieuw leven. Ik had zó verschrikkelijk genoeg van mezelf, dat ik dacht: ‘Het moet helemaal anders.’ Ik wilde iets terugdoen.’ Zo gaat Bart als vrijwilliger aan de slag in een jongerencentrum in Muziekwijk: ‘Jongeren in de puberteit zijn op zoek naar zichzelf, en daar probeerde ik hen een handje bij te helpen. Dat heb ik zeven jaar lang gedaan, totdat het centrum werd gesloten. Maar een grote groep jongeren bleef, en kwam vervolgens bij mij thuis over de vloer. Mijn deur stond altijd open. En de situatie werd onhoudbaar.’
Ineens kreeg hij koudwatervrees
Dus begint Bart zijn eigen stichting, Op Koers. Van daaruit volgt al snel zijn label Van Klasse. ‘In het jongerencentrum had ik Esko leren kennen. Hij wilde destijds graag bij een platenlabel tekenen, maar op het laatste moment kreeg hij koudwatervrees. Hij vertelde dat hij liever voor zichzelf wilde beginnen, en vroeg of ik hem daarbij wilde helpen. Geen probleem uiteraard. Handig was dat ik ooit met Def P van de Osdorp Posse, de man achter de eerste nederhop, een radioprogramma deed op Kink FM. Daardoor had ik al een paar contacten in de muziekwereld. We hebben het kleinschalig opgezet. Esko maakte thuis zijn muziek, en door die aan de man te brengen, zorgde ik dat er inkomsten tegenover kwamen te staan. Vanuit een garagebox groeiden we door naar dit pand. Het is hard werken, vooral ook omdat de stichting erbij zit.’
Je ziet die jongens soms denken: ‘Wat moet jij nou, ouwe lul?’
Een andere weg dan de criminaliteit
Wat heeft de stichting met je muzikale werk te maken? Bart: ‘We bezoeken veel jeugdgevangenissen om de jongens daar uit te leggen, dat er ook een andere weg is dan de criminaliteit. Dat doen we samen met artiesten en producers die hier in dienst zijn: zij geven daar workshops. Rap is op dit moment de grootste muziek business van Nederland, groter zelfs dan Marco Borsato en Guus Meeuwis bij elkaar. Wij hebben daardoor veel aanzien en invloed, en kunnen met recht tegen die jongeren zeggen dat er inderdaad andere mogelijkheden zijn. Die hoeven trouwens niet per se in de muziek te liggen. Rafello heeft voor ons videoclips geschoten en doet dat nog steeds, terwijl hij ook rapper is. Elk individu wordt geboren met een gave of een talent. Wij hangen daar een vergrootglas boven.’
Taal van de straat
Bart werkt veelal met jongens die niet bekend staan om hun ontvankelijkheid voor goede raad. Hoe dring je tot hen door? ‘Ik heb een soortgelijk verleden en spreek hun taal: de taal van de straat. Ik ben vijftig, maar ben wel degelijk meegegroeid. Ik geef toe dat het steeds moeilijker wordt, vooral ook om overwicht te hebben. Je ziet ze soms denken: ‘Wat moet jij nou, ouwe lul? Wat denk jij mij te kunnen vertellen?’ Daarom zet ik nu ook jongens als Flow in bij gevangenissen. Zij hebben het aanzien dat nodig is, dus geef ik nu het stokje door aan de jongens die hier getekend hebben. Het is niet echt verplicht, maar ik verwacht toch min of meer dat ze zich ook maatschappelijk inzetten.’
Soms komen de raarste dingen naar boven
Zijn werk opent nieuwe deuren, legt Bart uit: ‘Af en toe komen we jongeren tegen in jeugddetentie, die zich tegenover hun begeleiders niet willen uiten. Ze vertellen niet waar ze vandaan komen, willen alleen hun straf uitzitten en daar dan zo snel mogelijk weer weg. Wij merken dat – zodra we met hen aan de gang gaan en zij rapteksten gaan schrijven – zij ineens vertellen wat er in hun verleden gebeurd is. Mishandeling door de moeder, seksueel misbruik, de raarste dingen komen naar boven. En daar kunnen de begeleiders en psychologen dan weer mee aan de slag. Zulke jongeren hoeven niet per se talent te hebben, met een mooie rapcarrière in het verschiet. Er komt vooral iets tevoorschijn, waar andere mensen mee uit de voeten kunnen. Ze bekennen soms zelfs criminele daden, waar nog niemand iets van wist. Dat gebeurt écht! Maar we zitten natuurlijk in een vertrouwenspositie. Zij hebben eindelijk iemand tegen wie ze opkijken, maar die ze ook vertrouwen.’
Leerkrachten hoefden mij niks te vertellen
Rafello (29) bracht de eerste vijf jaar van zijn leven door in de Bijlmer: ‘Daarna verhuisden we naar Almere Stedenwijk. Op school werd ik bestempeld als hoogbegaafd, maar mijn gedrag zat mij in de weg. Ik werd een probleemkind. Mijn moeder kon mij best wel handlen, maar leerkrachten hoefden mij niks te vertellen. Ook op straat zorgde ik voor problemen, maar thuis had ik maar één blik nodig om te weten hoe laat het was. Ik werd van school getrapt en ging naar een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Ik kwam tussen allerlei probleemgevallen terecht. Iedereen had daar z’n eigen issues, en als je het mij vraagt hadden de leerkrachten die net zo goed. Er gebeurden rare dingen. Elke dag werd er wel een leerling door de klas geslingerd, of ze gingen met elkaar op de vuist. Juist in de jaren dat je heel beïnvloedbaar bent, zat ik op die plek. In die tijd werd Nederlandse rap populair, maar ik kon er niet naar luisteren. Ik had meer met Nederlandse distracks, dus ging ik dat nadoen. Rapbattles op school, en zo raakte ik verslingerd aan muziek. In 2014 kwam ik bij Van Klasse. Ik deed een audiovisuele opleiding en startte mijn eigen Youtube-kanaal, waar ik battlerappers en producers interviewde. Esko had toen al veel gedaan met Nindo; ik wist dat hij upcoming was. Dus ik dacht: ‘Ik ga hem interviewen, hij komt ook uit Almere.’ Kort daarop maakte ik de behind-the-scenes video van zijn single Automusic, een soort van making-of van zijn clip. Een tijdje daarna belde hij me op: ‘Ik ga iets leuks beginnen, het heet Van Klasse. Wil je meedoen als cameraman?’ Rond die tijd had ik het rappen al opgegeven, maar door de dingen die ik bij Van Klasse zag, ben ik weer begonnen. Eerst kon ik alleen rappen, maar nu maak ik ook mijn eigen muziek.’ Bart besluit: ‘Ook van Rafello verschijnt er binnenkort een album.’
Een pak slaag van m’n vader was heel normaal
Flow (27) vertelt over zijn heftige jeugd: ‘Ik ben opgegroeid met huiselijk geweld. Ik vond het normaal dat mijn moeder een pak slaag van mijn vader kreeg. Als ik huilde, kreeg ik ook klappen, dus accepteerde ik het. Daardoor was mijn mentaliteit anders dan die van andere kinderen. Ik reageerde anders en werd altijd boos, want zo was nou eenmaal mijn opvoeding geweest. Er is veel gebeurd en toen ik vijftien was, werd ik uit huis gezet. Vanaf dat moment ging het helemáál bergafwaarts met mij. Hier slapen, daar slapen. Ik had niemand op wie ik kon bouwen. Ik zat ook een paar keer vast, vooral voor geweld. Op m’n zeventiende werd ik uit het kamertraject gegooid, waar ik in zat. Ik kwam in Almere terecht, bij de dame die nu de moeder van mijn kind is. Ik twitterde ‘Wie woont er in Almere Filmwijk?’ Esko reageerde. Sinds die dag zijn we dikke vrienden. Later kregen we weer ruzie en spraken we elkaar een tijd niet. Daarna weer wel. Esko was toen al met Bart bezig, en wij met muziek. Zo kwam ik bij Van Klasse terecht. Ik heb het nog een keer goed verpest, en kwam zelfs weer vast te zitten. Maar met de toekomst van mijn kind voor ogen, en met al die positieve mensen om me heen, ben ik er uiteindelijk toch weer uitgekomen.’ Bart vult hem aan: ‘Nu zit hij in de muziek en binnenkort komt zijn tweede EP uit. Daar verwachten we veel van. Zoveel zelfs dat hij zijn gewone werk los kan laten om volwaardig artiest te worden. Wat is er nou mooier dan de kost verdienen met iets dat je zo leuk vindt?’
Bart van Houten
Bart van Houten (50) heeft met zijn huidige vrouw een dochter van drie. Uit zijn vorige huwelijk heeft hij een negentienjarige zoon. Zijn eerste vrouw overleed op haar 23ste.
1969
Geboren in Amsterdam
1981 – 1985
Lagere Detailhandelsschool
1998 – 2015
Technische groothandel
2014
Stichting Op Koers opgezet
2014
Van Klasse gestart
In mijn tijd was je met een strafblad een sukkel; je daad was immers mislukt
Statusverhogend
Een strafblad lijkt onder criminele jongeren tegenwoordig statusverhogend. Hoe zie jij dat? ‘In mijn tijd was het tegendeel waar: je was een sukkel, want je daad was immers mislukt. Het zit mij flink dwars, dat ’t vandaag de dag statusverhogend is. Je bent geweldig, als je vastzit. Er worden zelfs T-shirts gemaakt met je afbeelding erop, en daaronder de tekst Free en je naam. Ik denk dan: ‘Huh? Je bent gepakt, man!’ Zo geweldig ben je dan toch niet in jouw tak van sport?’
Hoe dan ook, Barts formule werpt z’n vruchten af: ‘Iedereen die bij Van Klasse werkt, komt van de straat. Wij hebben hen daar weggehaald. Er zitten jongens bij die nu belachelijk veel belasting betalen, maar hé: daar zijn wij heel blij mee! Die jongens doen niks meer op straat; zijn daar zelfs helemaal los van. Zoals Flow en Rafello hier, die allebei een normale baan hebben, kei- en keihard werken en nooit meer met politie of justitie in aanraking komen. Dat geldt voor iedereen bij Van Klasse. Natuurlijk loopt het een enkele keer mis, maar ik heb een heel onorthodoxe aanpak: ik ben één van hen. Daardoor lukt het me meestal wel. Vertrouwen is de sleutel. Ik vertrouw hen blind, zij vertrouwen mij.’