Trendwatcher Adjiedj Bakas – Almere heeft een Eiffeltoren nodig

In: Coverstory, Interview | Editie:

Tekst: | Fotografie:

Hij woont nog geen jaar in Almere, maar heeft nu al een helder beeld van de dingen, waar onze stad behoefte aan heeft. Dat is minder vreemd dan het lijkt. Als trendwatcher is Adjiedj Bakas namelijk vandaag al bezig met wat de rest van Nederland morgen bezig gaat houden. 

Even aanbellen zit er niet in bij de prachtige villa in Overgooi die Adjiedj Bakas vorig jaar samen met zijn man Vinco David betrok. Er ís gewoon geen bel. Of kijk ik niet goed? Ouderwets aankloppen is de oplossing en even later sta ik oog in oog met Adjiedj: een sympathiek ogende vijftiger die ondanks zijn lengte bijna wegvalt in de enorme, kleurrijke hal die toegang biedt tot zijn nieuwe huis. Terwijl Adjiedj mij voorgaat naar de woonkamer, kijk ik gefascineerd om me heen naar de vele warme tinten. Toch blijkt de hal maar bleekjes af te steken bij het hart van de woning. Overal staan vitrinekasten vol artefacten uit de hele wereld. Adjiedj slaat mijn verbazing glimlachend gade. ‘Onze grote passie is kunst. En we reizen veel, over de hele wereld, en dan bouw je door de jaren heen een aardige verzameling op. Wil je een kopje thee?’ Terwijl in de open keuken de waterkoker begint te borrelen, bewonder ik een schrijn met Chinees houtsnijwerk. Adjiedj is ongemerkt achter mij komen staan. ‘Dat is het oudste stuk dat we hebben. Veertienhonderd jaar geleden gemaakt. Ze noemden ons vorige huis in Amsterdam ook wel het Mini Rijksmuseum.’

Ik wilde de wereld in

Wanneer we even later in de zithoek zijn neergestreken, vertelt de excentrieke trendwatcher hoe hij hier terecht is gekomen: ‘Ik ben geboren in Suriname, in de provincie. Mijn ouders waren onderwijzers en in Suriname geldt dat onderwijzers altijd een paar jaar buiten de stad moeten werken, anders zou er niemand in het binnenland les gaan geven. Voor mijn ouders werd dat het rijstdistrict Nickerie, aan de grens met Guyana. Daar ben ik geboren en heb ik de eerste twee jaar van mijn leven doorgebracht. Daarna woonde ik tot mijn achttiende in Paramaribo.´ Tegen de tijd dat hij volwassen is, begint het bij Adjiedj te jeuken: ´Voor een kind is Suriname een heel leuk land. Het is altijd mooi weer, je kunt altijd buiten spelen. Maar als je verder wilt komen, is het natuurlijk heel klein. Dus moet je de wereld in. Ik was altijd al nieuwsgierig en mijn ouders stimuleerden dat. Daarom ben ik naar Nederland gegaan om in Utrecht communicatiewetenschap te studeren.´

Offline leven is de

nieuwe luxe

Andermans verhalen

Na zijn studie treffen we Adjiedj aan op het Mediapark: ´Mijn eerste baan vond ik bij de NOS, waar ik meteen in het diepe werd gegooid met de opdracht om een reorganisatie te communiceren. Anderhalf jaar later stapte ik over naar de KLM en ook daar mocht ik het slechte nieuws wereldkundig maken.´ Op het eerste gezicht lijkt het geen logische stap, van woordvoerder naar trendwatcher, maar voor Adjiedj was dat beslist het geval, vertelt hij: ´Na verloop van tijd begon het besef in te dalen, dat ik in feite altijd bezig was met andermans verhalen. Samen met mijn eerste man Sjoerd Groenewold Dost ben ik toen voor mezelf begonnen en kort daarna kwam ik in contact met Wim de Ridder, hoogleraar futurologie in Twente. Hij en Mickey Huibregtsen, de vroegere topman van McKinsey, hebben mij dit vak geleerd. Ze leerden mij hoe je trends niet alleen kunt aanvoelen met intuïtie en buikgevoel, maar ook aan data kunt koppelen.´

Vreselijke tegenslag

Twee jaar na zijn succesvolle start krijgt Adjiedj een vreselijke tegenslag. Zijn man en zakenpartner wordt getroffen door kanker en verliest de strijd. Maar Adjiedj laat zich niet uit het veld slaan en zet hun gezamenlijke project in z´n eentje voort. Zijn gave om maatschappelijke veranderingen aan te zien komen en te extrapoleren, blijft niet onopgemerkt en steeds vaker staat hij op het podium. Een paar jaar later ontmoet hij zijn huidige man, die een al even druk en internationaal leven leidt als hijzelf: ´Hij werkt in Londen, waar hij leiding geeft aan de wereldwijde branchevereniging van kredietverzekeraars. Hij vliegt op maandag heen, op donderdag terug en werkt op vrijdag thuis. We hebben twintig jaar in Amsterdamse Pijp gewoond, maar werden de laatste tijd gek van de toeristen. We komen beiden voor ons werk vaak in drukke steden, dus besloten we wat rustigers te gaan zoeken. We vroegen onze makelaar om een cirkel rond Schiphol te trekken. Daarna bekeken we tientallen huizen. Toen we hier binnen liepen, wisten we het meteen.´

Mensen liggen in bed

filmpjes te kijken, in plaats van met elkaar

van bil te gaan

Visionair des Vaderlands

Thee drinken met een trendwatcher die zich volgens De Telegraaf zelfs Visionair des Vaderlands mag noemen, maakt nieuwsgierig. Hoe ziet Adjiedj 2019 voor de wereld in het algemeen en voor Almere in het bijzonder? Hij schuift me zijn onlangs verschenen boek Trends 2019 toe: ´Lees dat maar eens.’ De trends die hij vervolgens benoemt zijn op zijn zachtst gezegd opmerkelijk: ‘Volgens de Chinezen is 2019 het jaar van het zwijn. Het varkensjaar is het laatste teken van de dierenriem, daarna begint alles weer opnieuw. Dat zijn dus ook jaren van opruimen en opnieuw beginnen. De natuur bloeit ook weer op, dankzij de mens, vooral in het westen.’ Zeker zo opmerkelijk is Adjiedjs visie op onze smartphoneverslaving: ‘Ik denk dat we weer wat meer offline gaan leven. Technologie is geweldig, maar je moet niet de hele tijd aan die telefoon geplakt zitten. Ga met elkaar praten. We hebben veel vrienden op Facebook, maar échte vriendschap, tja, die is helaas vaak ver te zoeken. De smartphone is natuurlijk niet helemaal op zijn retour, maar wat we wél zien is dat mensen meer oog krijgen voor de negatieve kanten ervan. We moeten gaan minderen. Mensen liggen in bed op hun telefoon filmpjes te kijken in plaats van met elkaar van bil te gaan. Hallo zeg! Netflix is killing voor je seksleven.’

We zoeken weer een hondenmand waar we ons kwispelend in terug kunnen trekken

Minder rooskleurige ontwikkelingen

Emoties krijgen volgens Adjiedj in de nabije toekomst weer meer gewicht: ‘Officieel heet deze tijd het Tweede Machinetijdperk, maar volgens mij wordt het de komende tien, twintig jaar vooral het emotionele tijdperk. Emoties worden steeds belangrijker, omdat heel veel rationele dingen worden overgenomen door technologie en kunstmatige intelligentie. Offline leven is de nieuwe luxe.’ Toch zijn er ook minder rooskleurige ontwikkelingen, legt Adjiedj uit: ‘Wat ik een enge trend vind is de toenemende macht van de drugsmaffia. De achterkant van de samenleving begint de voorkant te overschaduwen.’

Te groot en te kil

En Almere? Onze stad loopt vooral voorop in vergroening, stelt Adjiedj: ‘Dat hebben ze bij de aanleg goed gezien. Verder de kleinschaligheid. Mensen willen steeds meer in groepjes wonen, kleine dorpjes. Voor veel mensen is de wereld te groot en te kil geworden. Ze zoeken als het ware weer een hondenmand waarin ze zich kwispelend terug kunnen trekken. Dus dat moet je creëren: buurtjes en dorpen met bossen er omheen.’ Adjiedj kijkt uit naar de Floriade, maar plaatst er wel een kanttekening bij: ‘Elke stad die de Floriade heeft georganiseerd, hield er iets permanents aan over. In Rotterdam is dat de Euromast, en ik vind dat ook Almere er een bijzonder gebouw aan over moet houden. Het liefst een toren, want ik vind dat Almere nogal plat is gebouwd. Voor het stadsgezicht zou je een soort Eiffeltoren moeten hebben. Ik zou zeggen: voeg er een ontzettend mooie toren aan toe. De begroting is toch al overschreden. Maak iets Euromast-achtigs, maar dan mooier. Dat hoeft niet eens zo veel te kosten, want zoveel ontwerpen zijn er al gemaakt en nooit gerealiseerd. Kies daar eentje uit en laat dat ons symbool worden. Almere heeft veel, maar niks waarvan je zegt: dát is het gezicht van onze stad.’

Een enge 

trend vind ik 

de toenemende

macht van de

drugsmaffia

Hartelijk volk

Wat zijn tenslotte Adjiedjs verwachtingen van zijn nieuwe woonplaats? ‘Ik kom uit de tropen en daar schijnt de zon van buiten naar binnen. In Nederland schijnt de zon van binnen naar buiten, door de mensen die hier wonen. Dit is écht het warmste volk dat ik ooit heb ontmoet, en ik reis heel veel. Er is geen land ter wereld waar mensen zo warm en hartelijk zijn als in Nederland. Flevolanders komen allemaal van buiten, hebben allemaal hier hun plekje moeten vinden en dat maakt ze nog warmer dan in andere regio’s. Wij woonden hier amper of we stonden al op een buurtborrel. De kracht van een stad zit in de mensen die er wonen. Ik ga er dan ook van uit dat ik nog heel veel warme, aardige mensen tegen zal komen.’