In 2022, het magische Floriadejaar, is Almere energieneutraal. Ons stadsenergieverbruik – dat van u en mij, van bedrijven en instanties – zal beduidend lager zijn, en wat we gebruiken komt louter van hernieuwbare energiebronnen. Het is een prachtige ambitie. Eentje die ’t waard is om na te streven. Maar… is hij ook daadwerkelijk haalbaar?
De ambitie is te lezen in het in maart verschenen ’Programmaplan Energie Werkt! ’ Een redelijk overzichtelijk document van de gemeentelijke overheid. Tweeënvijftig digitale PDF-pagina’s met ruim 20.000 woorden. Dat is de omvang van een kleine roman, net geen novelle meer. De mooie cover, groen uiteraard, en een frisse opmaak wekken de indruk van een publieksdocument is. Dat is het niet. Het is een beleidsstuk, een werkdocument. En belangrijk, want in het coalitieakkoord De kracht van de stad Almere 2014-2018 is de energietransitie een belangrijke pijler voor de ontwikkeling van de stad. Maar de nota is nog weinig concreet. Het staat vol met zinnen in lijdende vorm en onvoltooid toekomende tijd. Dat wekte scepsis op. Lifestyle Almere praatte met wethouder Henk Mulder in een poging om ons enthousiasme een beetje aan te wakkeren.
Resultaten
Eind 2011 verscheen het Masterplan Energiehuishouding Almere 2.0 (MEA), een richtinggevend document. Vlak daarna kwamen de Afspraken Duurzaam Almere 2012-2014, die weer teruggrijpen op de nota Verkenningen Duurzaam Almere 2.0 van daarvoor. Zoals het bij een mooi stuk ambtelijk huiswerk hoort, klinkt in elke nieuwe versie veel van de inhoud van de vorige door. Nuttig hergebruik en voortschrijdend inzicht, dat is goed. Zoveel ambities in het recente verleden moeten wel tot zichtbare resultaten hebben geleid. Maar helaas worden die niet gedeeld en blijken ze ook niet snel uit het ambtelijk apparaat te halen. Misschien zijn er dus grote dingen bereikt, maar vieren we dat niet. Volgens Mulder zijn de in 2008 vastgestelde Almere Principles een inspirerend richtsnoer geweest, maar – in alle eerlijkheid – ontbrak het bij de gemeente aan een praktische vertaling daarvan. Het was voorheen nogal abstract. Eigenlijk nu pas is voor zo’n heldere primaire focus gekozen. En die is: Almere moet een energieneutrale stad zijn, en wel in 2022. Deze energienota geeft meer dan ooit de richting aan die men zoekt.
Een euro op je dak geeft meer rendement dan eentje op de bank
Achterstandje
De nota geeft dus meer dan uitvoeringsrichting vooral de zoekrichting aan. De doelgroepen zijn beleidsmakers en bestuurders, niet primair de burger. Kant en klare oplossingen staan er niet in, wel in welke richting en hoe naar concrete oplossingen wordt gezocht. De nota definieert daarvoor vijf werklijnen: zon, wind, warmte, scholen/verenigingen en bewoners/bedrijven. De eerste drie gaan over manieren om aan duurzaamheid te werken, de andere twee over doelgroepen die worden aangezet tot het nemen van duurzame energiemaatregelen. Het uitwerken van de werklijnen moet leiden tot een wél-concreet programma met zichtbare projecten en ingrepen in de stad voor de eerste vier jaar. Aan het einde van die vier jaar, eind 2018 volgens de nota, volgt een brede evaluatie, alvorens een eindspurt richting Floriade in te zetten. Dan hebben we dus al een achterstandje, want de Gemeenteraad is wel positief gestemd over deze voornemens, maar er moet toch wat verbeterd worden en pas na de zomer kan de nota vastgesteld worden. Laten we eens naar de kansen van die werklijnen kijken.
Zon
In een vorig artikel schreven we al, dat Almere een perfecte zonnestroomlocatie is. Dat komt omdat het hier zo open is, met relatief veel grondgebonden woningen en niet veel echt hoge bomen. De fotonen vliegen je hier om de oren. Zet er een zonnepaneel onder en je bent spekkoper. Echt, zo simpel is het. Toch is het niet zo dat we in vergelijking tot de rest van Nederland bovengemiddeld gebruik maken van ons voordeel. Dat is om twee redenen. Het aandeel huurwoningen van de woningvoorraad is relatief groot, en de woningcorporaties hebben weinig rendement op investeringen in duurzaamheid. De meeste huizen zijn jong en al redelijk energieverantwoord. De andere reden is dat veel bezitters van een eigen huis nog volop in de hypotheek zitten. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd dan een paar duizend euro vrijmaken voor een zonnecentrale. De gemeente wil met financiële ondersteuning die drempels wegnemen. Met een fonds, voordelige leningen, advies en hulp. Hoe precies, dat moet nog worden uitwerkt. Maar deze lijn is zeer kansrijk.
Wind
Een zonnecentrale op het dak maakt een woning qua stroom energieneutraal. Een moderne windmolen levert daarentegen genoeg energie voor 4000 tot 5000 huizen. Windenergie is een veel effectiever instrument. Toch zetten we er als stad niet op in. Was in 2012 windenergie nog speerpunt van beleid, anno 2015 heeft de praktijk het idealisme verslagen. De reden is eenvoudig. Niemand wil een windmolen in de buurt. Wat is er in ons veranderd? Waarom lukt het ons niet de technische hoogstandjes van het heden net zo te bejubelen als de oudhollandse molens van weleer? Ze brengen zoveel voordeel. De ambitie om de stad daarvan bewuster te maken is er echter niet. De stedelijke energienota is pragmatisch, maar getuigt van weinig moed. Wind-initiatieven moeten uit de stad zelf komen. De gemeente formuleert slechts de criteria waarbinnen wind binnen de stadsgrenzen als hernieuwbare energiebron wordt toegestaan. Dat is een goede uitkomst voor de meeste inwoners die een windmolen niet zien zitten, maar het betekent ook dat we de meeste hernieuwbare energie uit wind zullen moeten importeren van buiten de stad.
Warmte
Gelukkig hebben we een andere kansrijke categorie: warmte. We hebben immers een wijdvertakt stadswarmtenet. Door zijn aard en omvang goed voor een groot aandeel in de transitie naar hernieuwbare energie. Immers, als de warmtebron verduurzaamd wordt, worden duizenden woningen en bedrijven ook meteen energieneutraal. Logisch dat de ambities hier groot zijn. Nog dit jaar wil de gemeente (laten) onderzoeken hoe het stadswarmtenet verbeterd kan worden, hoe ze dat met Nuon – de eigenaar ervan – gaat aanpakken en wat er aan de tarieven gedaan kan worden. Het zijn krachtige voornemens en het pleit voor de eerzame ambtenaren, die met de Nuon in gesprek gaan over deze onderwerpen, terwijl collega’s aan het procederen zijn over de huidige voorwaarden en tarieven voor die stadswarmte. In de rechtszaal zien stad en energiereus elkaar als tegenstanders, maar in het politiek bestuurlijke domein ‘beweegt men mee’. Daar kun je niet anders dan bewondering voor hebben.
Scholen en verenigingen
Stevige energieverbruikers waar veel bereikt kan worden, zijn scholen en verenigingen. Denk aan het slimmer omgaan met warmte in sportcomplexen, en aan de grote beschikbaarheid van oppervlakken voor zonnecentrales en -boilersystemen of een grondwarmte-installatie. Probleem is dat deze gebruikers weinig kennis hebben van verbetermogelijkheden en evenmin over het geld beschikken om een sprong voorwaarts te maken. De gemeente onderkent die hindernis en werkt aan een dubbele oplossing. De wethouder schiet in zijn toelichting hierop in een aanstekelijk enthousiasme. Verenigingen en scholen krijgen kosteloos advies over verduurzaming. Hij gaat zich er hard voor maken dat de gemeente vooral Almeerse bedrijven inschakelt om deze opdrachten uit te voeren. Daar zit immers ook de kennis en de kunde. Om investeringen mogelijk te maken, zet de gemeente een fonds op waaruit op zeer gunstige voorwaarden kan worden geleend. Het moet ertoe leiden dat scholen en verenigingen op lagere energiekosten uitkomen. Als dát geen stimulans is!
Bewoners en bedrijven
De doelgroepen bewoners en bedrijven worden eveneens bewuster gemaakt van de mogelijkheden. Er komt ook een beetje geld, al in 2015 zelfs, maar ongetwijfeld zal deze subsidiepot net zo snel leeg vloeien als de vorige. Het effect daarvan moet niet worden overschat. Voor een bewoner hoeft dat ook niet uit te maken. Als die zich maar voldoende bewust wordt dat een euro op het dak veel meer rendement geeft dan op de bank, gaan er al heel wat spaarcenten rollen. Voor bedrijven ligt dat anders. Zij betalen een veel lager energietarief dan de consument, en daardoor levert een investering navenant minder snel rendement op. De stimulans ontbreekt. Daarvoor is nog geen oplossing bedacht.
Inspirerend optimisme
De energienota van de gemeente is een sympathiek stuk. Maar het mist nog echte overtuiging. Henk Mulder uit zich gepassioneerd en daadkrachtig, maar op schrift blijft het aan de veilige kant. De Almeerse energietransitie steunt voor een te groot deel op het geloof dat inwoners en bedrijven zich bewuster worden van hun rol. Deze energienota kondigt daarom veel communicatie aan om de burger aan te zetten mee te werken aan de transitie. De wil om zelf iets te doen moet daaruit voortkomen. Dat optimisme is inspirerend, maar we willen graag weten hoe het stadsbestuur de vooruitgang zeker gaat stellen. Is het dus wachten op het echte plan? Nee, niet wachten. Als deze versie van ‘Energie Werkt!’ iets duidelijk maakt, dan is het wel dat wij met z´n allen de stad duurzamer moeten maken. De nota is een oproep.
Mobiliteit
Naar een visie op energieneutrale mobiliteit is het vergeefs zoeken in de nota. En dat is jammer. Het zou bijvoorbeeld van daadkracht getuigen als we de stinkende snor- en bromfietsen binnen de stadsgrenzen volledig in de ban deden. Wist je dat de op tweetakt motoren voortgestuwde tweewielers tot wel 2.700 keer zo vervuilend kunnen zijn als een bestelbus? Alleen door met een primusbrander op Antarctica zelf het ijs te laten smelten, ben je nóg milieu-onverantwoordelijker bezig. Trouwens, op een niet-elektrische scooter wil je inmiddels echt niet meer gezien worden, en de serieuze Lifestylist heeft ’m dan ook allang verruild voor een elektrische fiets. Die wekt ook nog eens de indruk dat je er zelf ook energie in stopt om vooruit te komen. Een belangrijk neveneffect van het verbannen van fossiel aangedreven tweewielers is echter de impact ervan op de bewustwording. Zo’n maatregel gaat aan niemand voorbij.