Vechten om de paal

In: Overig | Editie:

Tekst: | Fotografie:

Laadpalen voor elektrische auto’s schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Door de fiscale stimuleringen groeide het aantal plug-in hybride auto’s echter nog veel sneller. Soms is het dus dringen aan de paal. Gelukkig komen er oplossingen in zicht.

Langs de snelwegen zijn er snellaad­stations, waar je je accu’s in twintig minuten tot tachtig procent vult

Elektrisch autorijden neemt de laatste jaren een enorme spurt en dat is mooi nieuws. De bodem van de wereldwijde olievoorraad komt immers in zicht, en onze consumptie daarvan nam alleen maar toe. Je kunt stellen dat veel stroom die door elektrische auto’s wordt verbruikt, nog steeds uit fossiele brandstoffen wordt gewonnen. En dan heb je helemaal gelijk. Maar een elektrische auto heeft natuurlijk óók de mogelijkheid om op volledig duurzaam gewonnen stroom (wind, zon, getijden) te rijden. Terwijl elke nieuw geproduceerde benzine- of dieselauto zijn leven lang milieubelastende olie nodig zal hebben…

Krachtig en snel

Los van het prettige idee dat je rondrijdt zonder een spoor CO2, fijnstof en koolmonoxide achter te laten, is elektrisch autorijden ook nog eens heel prettig. Terwijl een verbrandingsmotor alleen bij bepaalde toerentallen (draaisnelheid van de motor) optimaal presteert, levert een elektromotor zijn maximale koppel en vermogen over vrijwel het hele bereik. Een ietwat technische uitleg misschien, maar in de praktijk betekent dit dat een elektrische auto, behalve dat hij erg krachtig en snel is, ook gewoon heerlijk soepel aanvoelt. Daarnaast ontbreekt de herrie die een conventionele auto maakt. Het gezoem van de elektromotor is te verwaarlozen, waardoor alleen het geluid van banden en wind overblijft. Tenslotte heeft een elektrische auto, dankzij het eerder genoemde karakter van de motor, geen versnellingsbak nodig, zodat het altijd een automaat is. 

Rustgevend

Dat alles maakt van elektrisch rijden een veel rustgevender manier van reizen dan we van de gewone auto gewend zijn. Toch schuilen er nog paar addertjes onder het gras: het grootste probleem is het opladen van de accu. Elektrische energie laat zich nu eenmaal een stuk lastiger opslaan dan benzine of diesel. Een gemiddelde elektrische auto verbruikt op kruissnelheid al gauw zo’n twaalf kW; dat staat gelijk aan 120 ouderwetse 100 watt gloeilampen. Om dat een acceptabele tijd vol te houden, heb je enorme accu’s nodig. Die zijn niet alleen duur, maar leggen ook flink gewicht in de schaal. Hoe meer capaciteit, hoe groter de actieradius. Maar dat betekent ook weer meer gewicht, dat moet worden meegezeuld. En dat gaat weer ten koste van de actieradius. Deze tegenstrijdigheid maakt het voor de fabrikant lastig om de juiste accugrootte te bepalen. 

Zorgvuldig plannen

Vooralsnog komt een elektrische auto op een volle accu een stuk minder ver dan een conventionele auto op een volle tank. Reken daarbij op een kleine tweehonderd kilometer. Met uitschieters zowel naar beneden als naar boven. Maar dat laatste zie je dan ook terug in de prijs: denk aan Tesla. Het is zaak elke rit zorgvuldig te plannen en – als de af te leggen afstand en actieradius niet veel verschillen – rekening te houden met eventuele omleidingen. Een lege benzinetank gooi je bij elk willekeurig tankstation binnen enkele minuten weer vol, terwijl het aantal laadpunten veel lager is. Bovendien neemt het laden van een elektrische auto vele uren in beslag. Wel zijn er langs de snelwegen snellaadstations, waar je in twintig minuten tijd je accu’s tot tachtig procent vult, maar dat is nogal belastend voor de accu’s. Ook is het aantal stations voorlopig nog vrij beperkt. 

Afhankelijk

Kortom, als bestuurder van een elektrische auto ben je erg afhankelijk van laadpalen en de beschikbaarheid daarvan. Idealiter heb je zowel op je werk als thuis je eigen laadpaal, zodat bij normaal, dagelijks gebruik je auto regelmatig aan de stroom ligt. Wanneer je geen eigen laadpunt hebt, kun je terugvallen op openbare palen. Om dit proefondervindelijk vast te stellen reed Lifestyle Almere een maand lang in de elektrische Hyundai Ioniq, waarbij we ter redactie wel, maar thuis geen eigen laadpaal ter beschikking hadden.

Eén ding is alvast zeker: over een jaar of tien ziet autorijden er totaal anders uit

Het werkt heel simpel

Een paar energieproviders hebben hun eigen netwerk aangelegd. In principe werkt het simpel. De parkeerplek(ken) bij zo’n openbare laadpaal zijn gereserveerd voor elektrische voertuigen. Je plugt de laadkabel in de auto en de stekker van de laadpaal, houdt je pasje voor de sensor in de paal en het laden begint. Dat kun je zien, doordat de plus op de paal van groen (vrij) naar blauw (laden) kleurt. Afhankelijk van de auto en de capaciteit van de paal neemt het laden een paar uur in beslag. Zodra de accu’s vol zijn, gaat de lamp op de paal van blauw naar oranje. Sommige elektrische auto’s worden geleverd met een bijbehorende app, zodat je thuis (of waar dan ook) op je smartphone de status kunt aflezen. Bij een openbare laadpaal is het wel zo netjes om, zodra je auto volledig geladen is, hem bij de paal weg te halen, omdat je die anders onnodig bezet houdt. Dat kan leiden tot ergernis bij andere gegadigden, temeer daar die ook aan de lamp kunnen zien dat je auto daar onnodig staat. We hebben mensen gesproken die dat mooi hebben opgelost door in hun buurt een groepsapp te beginnen, waarmee elektrische rijders onderling afspraken maken over wie wanneer aan de paal mag. Maar dat kan natuurlijk niet verhinderen dat een buitenstaander buiten die app om toch de ‘gedeelde’ paal bezet: openbaar is immers openbaar. 

Een eigen laadpaal

Wanneer er geen openbare laadpaal in de buurt van je huis is, kun je bij de gemeente Almere een verzoek indienen om er eentje te plaatsen. Voordat een dergelijk verzoek wordt gehonoreerd, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Je moet in Almere wonen of er (minimaal achttien uur per week) werken. Verder heb je geen eigen laadpaal en heb je een auto die minimaal 45 km volledig elektrisch kan rijden (dat sluit veel plugin-hybrides uit: zie kader). Voldoe je aan de voorwaarden en komen er geen bezwaren van andere omwonenden (er wordt immers een parkeerplaats opgeofferd), dan zal de gemeente een geschikte plek zoeken, binnen een straal van 200 meter van je huis, en daar door provider Allegro een laadpunt laten plaatsen. Maar dan hebben we het nog steeds over een openbare laadpaal, waar iedere andere automobilist dus ook gebruik van kan maken. Je kunt ook een eigen paal nemen en die kun je dan laten plaatsen door bijvoorbeeld het Almeerse installatiebedrijf Breedveld & Schröder, dat ook zorgt voor service en onderhoud van de openbare palen. ‘Maar daar moet je wél eerst een vergunning voor aanvragen bij de gemeente,’ legt eigenaar Hans Marsé van Breedveld & Schröder uit. ‘De besluitvorming op dat gebied gaat nogal langzaam. Je moet al gauw op een maand of drie rekenen.’ Ook hier geldt een aantal beperkende voorwaarden, weet Marsé: ‘Zo mag je laadsnoer niet over de stoep heen lopen, en dat is in veel situaties nou juist wel het geval.’ Het voordeel van zo’n eigen laadpunt is, dat een ander er geen gebruik van kan maken. Maar daar staat tegenover dat de parkeerplaats niet van jou is, zodat een ander de plek dus bezet kan houden. 

 

Wat is een EV, en wat niet?

Een EV (electric vehicle) is een auto die volledig elektrisch rijdt. Daarnaast zijn er allerlei tussenvormen. Een full hybrid heeft een combinatie van elektro- en brandstofmotor, waarbij de benodigde elektriciteit door de brandstofmotor wordt opgewekt. Een stapje verder gaat de plug-in hybride, die met externe elektriciteit bij te laden is: die tref je dus ook bij de laadpaal aan. Het aantal kilometers dat deze auto’s volledig elektrisch kunnen rijden, verschilt per merk en type, en is bepalend of je er wel of niet een openbare laadpaal voor kunt aanvragen. Tenslotte zijn er ook volledig elektrische auto’s die als back-up nog een kleine verbrandingsmotor hebben. Maar die worden door de overheid als plug-in hybride beschouwd, waardoor ze niet meer in aanmerking komen voor korting op de bijtelling.

 

Heel anders

Al met al zijn er dus nog wel wat praktische bezwaren tegen elektrisch rijden. Maar de voordelen, waar we dit verhaal mee begonnen, zijn aanzienlijk en zoals bij elke nieuwe techniek geldt ook hier, dat het allemaal snel zal verbeteren. De industrie werkt hard aan nieuwe accutechnieken, waardoor het laden sneller gaat en het accugewicht omlaag kan. De brandstofceltechniek komt ook snel dichterbij: door waterstof om te zetten in zuurstof wekt zo’n auto zijn eigen elektriciteit op en worden accu’s overbodig. Je hoeft alleen nog waterstof te tanken, wat in de praktijk lijkt op het tanken van LPG. Ook is het denkbaar dat in de toekomst elektrische auto’s worden geladen via inductie: draadloos dus, zoals een elektrische tandenborstel, op elke parkeerplek. Of wellicht zelfs tijdens het rijden! Of wat te denken van verwisselbare, gestandaardiseerde accupakketten, die bij een tankstation volautomatisch via de onderkant worden vervangen? Het kan nog alle kanten op en waar het uiteindelijk naartoe gaat, zal de toekomst leren. Eén ding is alvast zeker: over een jaar of tien ziet autorijden er heel anders uit.