Elektrisch rijden – Laad de toekomst maar komen…

In: Overig | Editie:

Tekst:

Misschien denk je dat elektrisch rijden een nieuw fenomeen is. Nou, niet dus. Wél lijkt het de toekomst te hebben. Steeds meer mensen kiezen er bewust voor. En daar komt meteen een groot probleem om de hoek kijken: elektrische auto’s hebben laadpunten nodig. Hoe zit dat eigenlijk in Almere? Zijn wij klaar voor zo’n elektrische toekomst?

Ze schikt haar jurk, zet haar hoed recht en reikt naar de knop onder het dashboard van de auto. Alleen de droge klik van het relais is hoorbaar. Even later rijdt de auto met een zacht gezoem weg. Clara Bryant is een welgestelde vrouw. Daarom kan zij zich een elektrische auto permitteren. Ze draait rustig de straat uit, terwijl een pril lentezonnetje de kinderkopjes van Detroit verwarmt en de laatste kou van de strenge winter verjaagt. Tot hier toe niets opmerkelijks. Maar weet dat het 1908 is, ruim een eeuw geleden, en dat Bryant Clara’s meisjesnaam is. Sinds haar huwelijk met Henry Ford draagt ze diens achternaam. Haar man werd groot door het bouwen van benzineauto’s. Clara rijdt echter elektrisch, in een auto van een ander merk: Detroit Electric. In het begin van de vorige eeuw was autorijden zwaar, héél zwaar. Je moest de motor met handkracht aanslingeren, de koppeling voelde als lood en de versnellingspook was een fitnessapparaat. Zelfs de meest fervente feministe kan niet anders dan toegeven: autorijden was in die vroege jaren mannenwerk. Elektrische auto’s hadden al die ellende niet. Bovendien stonken kapsel en toiletje niet naar petroleum als je op je bestemming aankwam. 

De bodem is in zicht

Autorijden op brandstof werd zó populair, dat we in nauwelijks een eeuw het grootste deel van de in miljoenen jaren opgebouwde oliereserves hebben verstookt. Inmiddels is de bodem in zicht. De industrie is naarstig op zoek naar manieren voor minder verbruik en dus ook minder CO2-uitstoot. Nederland loopt op dat gebied vrij ver voorop door auto’s met een relatief lage CO2-uitstoot fiscaal aantrekkelijker te maken. De voordelen worden jaar op jaar aangescherpt, maar desondanks is het aandeel zuinige auto’s de laatste jaren enorm gegroeid. Het overgrote deel van die zuinige auto’s is hybride, een combinatie van een conventionele verbrandingsmotor en een elektrische motor. In principe loopt de auto op benzine, waarbij een elektromotor bijspringt, gevoed door accu’s die worden opgeladen door de brandstofmotor, zodra die niet voor honderd procent nodig is: door het uitrollen van de auto en door het terugwinnen (regenereren) van remkracht. Een stapje verder gaat de zogenaamde plugin-hybride, waarvan de accu’s ook kunnen worden geladen door ze aan het elektriciteitsnetwerk te koppelen. Door dit consequent te doen, kun je het benzineverbruik fors terugdringen. En wéér een stap verder komt de volledig elektrische auto om de hoek kijken, die alleen op de elektromotor rijdt. 

Elektrische pijnpunten

Elektriciteit is moeilijk op te slaan, waardoor je grote (en dure en zware) accupakketten nodig hebt om een eindje op weg te komen. Het betekent dat een volledig elektrische auto een beperkte reikwijdte heeft en bovendien, eenmaal leeg, vele uren nodig heeft om weer op te laden. Dat beperkt het gebruik momenteel tot geregelde, en relatief korte ritten tussen plekken met een laadpunt. En dan nóg moet je goed op je tellen passen – en op je teller letten… – want als je met je gewone auto zonder brandstof komt te staan, hoef je alleen maar naar het volgende tankstation te liften en met een jerrycan benzine terug te keren. Met elektriciteit is dat geen optie. Om dat risico te vermijden hebben veel elektrische auto’s een range extender, een kleine verbrandingsmotor die in noodgevallen bijspringt. Dat is dus niet hetzelfde als een plugin-hybride. De range extender drijft de wielen namelijk niet aan, maar alleen de dynamo die het tekort aan elektrische energie aanvult. We kunnen ervan uitgaan dat de pijnpunten van elektrisch rijden de komende jaren worden opgelost met betere accutechnieken of verwisselbare pakketten. Het meest waarschijnlijk is de opkomst van de waterstofauto, in feite een volledig elektrisch rijdende auto, die zijn eigen stroom opwekt met een waterstofcel. 

Wat zijn op dit moment de mogelijkheden? We zetten de vier meest verkochte elektrische personenauto’s op een rij.

BMW i3

Een onverwachte ster aan het elektrische firmament. Zo’n milieuzoemertje verwacht je niet bij het merk dat ‘Freude am Fahren’ hoog in het vaandel heeft staan. Toch, of misschien juist dáárom, heeft BMW de wellicht meest begeerlijke elektrische auto van dit moment gebouwd: de grote broer van de i3 – de i8 – kun je naast elke Ferrari parkeren zonder een minderwaardigheidscomplex te riskeren. En al mist hij de beleving van een supercar op benzine, het rijden van de i8 is een feest. Voor het gewonere werk is er de i3, die in zijn soort de fijnst sturende auto is. Op een volle accu kan hij in principe 160 km rijden. Tegen meerprijs is de i3 leverbaar met range extender. De i3 is er vanaf € 35.500. 

Nissan Leaf

De Leaf is alweer vier jaar op de markt en Nissan mag zich daarmee gerust één van de pioniers van het hedendaagse elektrische rijden noemen. Ruim 1700 stuks werden er tot nu toe verkocht in ons land en dat is voor een elektrische auto een heel behoorlijk cijfer. Over cijfers gesproken: met een prijskaartje van op de kop af dertig mille is de Leaf een stuk betaalbaarder dan de i3 van BMW, terwijl zijn theoretische reikwijdte identiek is. Wel goed op de accumeter letten. De Leaf is namelijk niet leverbaar met range extender. 

Renault Zoe

De Renault Zoe heeft een theoretische actieradius van 210 km. In de praktijk is dat wat minder, maar dat geldt voor de meeste elektrische auto’s. Het is een heel volwassen sturende auto. Met een prijs vanaf € 20.990 lijkt het een prijspakker, maar dat klopt niet helemaal. Voor die prijs zit er namelijk nog geen accupakket bij: dat kun je alleen maar huren bij de importeur. Anders dan de meeste elektrische auto’s zie je het aan de Zoe niet echt af. Met zijn uiterlijk had hij ook een compacte benzineauto kunnen zijn. 

Tesla Model S

Opmerkelijk: de duurste is meteen ook de meest verkochte! Tesla is een nieuwkomer op de automarkt, en heeft zich volledig toegelegd op elektrisch rijden. De Roadster was nog een elektrisch gemaakte Lotus, maar de Tesla Model S is echt een eigen model. Dankzij subsidies en een lage bijtelling is de wagen het ideale vervoer voor ondernemers, en de Model S werd dan ook in no time een vertrouwde verschijning op onze wegen. Z’n reikwijdte? Die kies je zelf: hij is leverbaar met accupakketten van 260 tot 480 km. En hij heeft een acceleratie op sportwagenniveau… Beschikbaar vanaf € 71.900.  

Zijn wij er écht klaar voor?

Met laadpunten voor elektrische auto’s en plugin-hybrides gaat het de goede kant op. In Almere hebben we inmiddels zo’n 150 openbare palen. Dat lijkt veel, maar het aantal auto’s dat er gebruik van maakt, is de laatste paar jaar enorm gestegen. En waar brandstof tanken steeds maar enkele minuten in beslag neemt, moet je een elektrische auto ’s avonds inpluggen waarna je pas de volgende ochtend weer weg kunt rijden. Het vinden van een beschikbare laadpaal is daarom vaak nog best een avontuur. Ik neem de proef op de som met een Renault Zoe. Het is 45 kilometer van de importeur op Schiphol-Rijk naar mijn huis in Stadshart Almere, aan de oever van het Weerwater. In de Schippergarage staat de dichtstbijzijnde laadpaal. Maar dat is betaald parkeren, terwijl ik thuis een eigen parkeerplaats heb. Dus wijk ik uit naar de dichtstbijzijnde laadpaal waar ik gratis kan staan. Dat is volgens de app op mijn telefoon achter het zwembad in Muziekwijk. Gelukkig vertelt de app mij ook dat die paal bezet is, wat me een kwartier rijden (en actieradius verliezen) bespaart. De eerstvolgende die wél vrij is, staat op een verlaten parkeerplaats bij Het Oor, aan de overkant van het Weerwater. Dat is een flink eind rijden en een klein halfuur teruglopen, maar gelukkig is het mooi weer voor een al even mooie wandeling langs de oever van onze stadsplas. Terwijl ik over de Oeverpromenade naar huis loop, kan ik alleen maar hopen dat het de volgende dag opnieuw mooi weer zal zijn, voor de wandeling terug naar mijn elektrische auto. Meteen probeer ik ook uit te rekenen hoeveel eerder ik mijn wekker moet zetten om m’n eerste afspraak te halen. Ik hoop maar dat er in die buurt een laadpaal is… Met de dichtheid van laadpalen zit het in Almere wel goed, vergeleken met de rest van Nederland. De vraag is of de elektrische auto klaar is voor Almere en de rest van Nederland. Het antwoord? Nee, nog niet helemaal. Maar schone lucht is het pionieren waard. Vraag maar aan Clara Ford.