Een gedreven bestuurlijk verbeteraar met oog voor organisaties én de mens. Opgegroeid in een warm gezin op een boerderij in Bant waar zijn vader met z’n paarden het land bewerkte, ontwikkelde hij zich van uitvoerder in groenvoorzieningen tot directeur van een familiebedrijf zonder familielid te zijn. Geworteld in de Flevolandse klei, en als oud-gedeputeerde overal met hart en ziel verbonden. De ene keer zonder blad voor de mond, dan weer uiterst zorgzaam op de relatie: bruggenbouwer Bert Gijsberts.
Op 12 november 1953 zag Bert Gijsberts het levenslicht op een boerderij in Bant, een plaatsje in de Noordoostpolder. Als kleuter groeide hij op tussen de paarden. Nog steeds glimt zijn gezicht van trots zodra hij aan zijn vader denkt. ‘Als enige in Nederland heeft hij tot 1977 met paarden het land bewerkt. Heel bijzonder. En ik heb het zelf ook mogen doen. Heel intensief lichamelijk werk, maar erg mooi.’ Toen Bert een jaar of 10 was, kregen zijn ouders de kans om elders in Flevoland een compleet nieuw bedrijf op te bouwen. ‘Als kind zag ik vertegenwoordigers af en aan komen. Alles werd in de huiskamer besproken. Moderne communicatiemiddelen zoals de telefoon of e-mail waren er nog niet.’ In de weekenden ging hij met zijn ouders, twee broers en zus kijken waar die boerderij zou komen. ‘In the middle of nowhere, in Dronten. Prachtig, alles moest nog ontwikkeld worden! Bovendien was er nog geen Ketelbrug, dus alles – paarden, materialen, een compleet nieuwe inventaris voor onze boerderij – ging over Kampen.’
Lekker struinen door de rietvelden
Gijsberts herinnert zich nog dat hij als 10-jarige met andere kinderen door de rietvelden liep te struinen. ‘Prachtig. Die vrijheid en ruimte.’ In zijn hart wilde hij boer worden. Logisch dat hij aan de landbouwschool in Emmeloord ging studeren. ‘De praktijklessen waren vreselijk goed. Veehouderij, alles wat met de landbouw te maken heeft, you name it, ik heb het gedaan.’ Met lof rondde hij de Lagere en Middelbare Landbouwschool af. ‘Ik was de beste leerling.’ Maar op het landbouwbedrijf was geen plaats voor twee broers. ‘Mijn vader was heel wijs; die zag dat in. Mijn broer Adrie werd zijn opvolger. In mijn hart was ik weliswaar boer, toch ging ik verder studeren: bosbouw en cultuurtechniek.’
Per ongeluk een grote voorsprong
Weinig carrières zijn zo indrukwekkend intens als die van Gijsberts. Als knaap van 21 begon hij bij de Heidemij (het huidige Arcadis), dat sinds 1888 landbouwgronden ontwikkelt, zandgronden bebost en werkgelegenheid verbetert. Stellig: ‘Ik ben in het diepe gesmeten. Mijn baas zei: ‘Jongen, je moet het zélf maken. Als je wat fout doet, dan zeggen we er wel wat van. Dus doe je best.’ In die jaren heb ik enorm veel geleerd.’ In de eerste zes weken had zijn baas echter geen werk waarvoor hij opgeleid was. ‘Moest ik op de administratie ineens financiële problemen oplossen… Ik baalde als een stekker, want ik ging veel liever aan de slag met mijn cultuurtechnische kennis. Handen uit de mouwen!’ Achteraf heeft die start hem geen windeieren gelegd. Met een grote bagage aan financieel inzicht in de organisatie bezorgde hij zichzelf onbedoeld een voorsprong op zijn collega’s. ‘Voortaan wist ik precies waar ik op moest letten als uitvoerder.’
Welke klootzak heeft dit waardeloze veld aangelegd?
Zijn eerste opdracht: leg een sportveld aan voor Defensie in Duitsland. ‘Ik kreeg een Renaultje met aanhanger mee, plus materiaal. Onderweg moest ik een collega in Overijssel oppikken. Samen reden we naar het stadje Stolzenau, vlak bij de Oost-Duitse grens.’ De opdracht bleek verre van eenvoudig, want het veldje moest onder een helling worden aangelegd. Elke dag keek een kolonel vanaf een helikopterplatform mee. ‘Op de dag dat we het gras in gingen zaaien, stapte een grote vent op mij af: ‘Welke klootzak heeft dit waardeloze veld aangelegd?’ Ik schrok me kapot, maar reageerde in een opwelling: ‘Ach, klootzak, dit is het beste sportveld dat er in heel Duitsland ligt!’ Daarop stampvoette ik weg.’ Een uurtje later kwam de man opnieuw naar hem toe. Gijsberts: ‘Bleek hij de hoogste baas te zijn… ‘Waar teken ik voor het einde van mijn carrière,’ dacht ik nog.’ Gek genoeg bood de opzichter zijn verontschuldigingen aan en nodigde hij hem zelfs uit voor een diner. ‘Jaren profijt van gehad, dat ik hem zo fel en direct van repliek had gediend. Niemand anders kon het zo goed vinden met hem als ik.’ Hij lacht. ‘Die baas reageerde als een bullenbak en onbewust spiegelde ik zijn gedrag.’
Soms moet je even nederig zijn
Doorgaans is de boerenzoon echter ‘zacht op de relatie’. Bert: ‘Als je je inleeft in de ander, en je afvraagt waarom iemand doet wat hij doet, bereik je het meest. Soms moet je even over jezelf heen stappen, even nederig worden, als je het gevoel hebt dat je iets fout gedaan hebt.’ Zo herinnert hij zich, dat hij ooit boos aan de telefoon reageerde nadat een leverancier er een zootje van gemaakt had. ‘Toen ik opgehangen had, realiseerde ik me dat die telefoniste er niets aan kon doen. Ik heb haar meteen teruggebeld en gezegd: ’Sorry, ik had niet zo boos op jou moeten reageren.’ Ik was erop afgestapt, had mijn hart gelucht en mijn excuses aangeboden.’ Een dag later had de telefoniste alles voor hem opgelost…
Ik wilde geen bestuurder zijn van gauw even een lintje doorknippen, handjes schudden en wegwezen
Palenscherm op Urk
Bij de Heidemij gaat het hem voor de wind. Een glansrijke loopbaan volgt. Van opzichter bosbouw en groenvoorzieningen in Overijssel in 1975, tot projectleider in Groningen in 1979 en twee jaar daarna voor Flevoland, tot rayonleider eigen uitvoering voor de Heidemij Flevoland vanaf 1982. ‘Onze provincie heb ik letterlijk vanuit de klei en de rietlanden zien ontstaan.’ De kale poldervlakten kleurt Gijsberts in die periode in met talrijke groene bossen en vele sportvelden. Ook op Urk is hij geliefd. ‘Ken je dat palenscherm als je daar naartoe rijdt? Urk heeft voor zijn zee-keringen ook zulke palenschermen. Die op de landkant heb ik gemaakt; het geeft Urk het cachet dat het verdient.’
Die lege loods liet me niet los
Hij bemoeit zich graag met organisaties en schopt het tot lid van de centrale ondernemingsraad. ‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden om democratisch besluiten te kunnen nemen, en met z’n allen tot afgewogen keuzes te komen.’ Gekscherend voegt hij daar aan toe: ’Ik wilde het bobogehalte doorkruizen, ook al ben ik van de VVD…’ En dan, totaal onverwacht voor de Heidemij, kiest de bruggenbouwer voor een andere werkgever. ‘Familiebedrijf Boogaart vroeg mij of ik een vestiging in Almere wilde beginnen. Ik heb best getwijfeld, want ik zat in een mooie carrièrelijn naar boven toe.’
Toch wonnen de pioniersmentaliteit en het boerenprincipe het in 1986 van zijn loyaliteit aan de Heidemij. ‘Dat beeld van een lege loods, en met anderhalve paardenkop in de polder iets nieuws beginnen: het liet me niet los.’ Als bedrijfsleider van het groenvoorzieningenbedrijf Boogaart B.V. begon hij in Almere Haven. ‘Een prachttijd. Ik heb het bedrijf opgebouwd en dat is redelijk gelukt.’
We stonden altijd klaar
Onverstoorbaar praat hij verder. ‘Wij hebben altijd meegewerkt aan maatschappelijke projecten. En we waren ook vaak initiatiefnemer voor werkgelegenheidsprojecten. Als een organisatie of de gemeente ons nodig had, stonden we klaar. Zo maakten we die Japanse bank ‘om niet’, bij das Doppelhaus van kunstenaar Kazuo Katase. En bij de honderdduizendste inwoner in Almere maakten we een honderdbomenplan, samen met kunstenaar Siemen Bolhuis en een paar Almeerse groenbedrijven.’ In Almere heeft zijn bedrijf door de jaren heen honderden projecten uitgevoerd. ‘Denk aan de Groene Kathedraal, met het honderd hectare Kathedralenbos, in opdracht van de Rijksdienst en Rijkswaterstaat. In slechts vier weken tijd, dankzij de droogte, hebben we dat voor elkaar gekregen. En we zaten ook veel in woonwijken.’ Stadslandgoed De Kemphaan? Ook daar was Bert bij betrokken. ‘Eigenlijk was er geen geld voor. Mede-Rotarian Nico van Schaijk heeft het project nog voor burgemeester Hans Ouwerkerk moeten verantwoorden.’ Grinnikend: ‘Ik heb die historische paal geslagen, in het middelpunt, waar nu het restaurant staat. Samen met Reimert Bouw verzorgden we de complete parkaanleg. Later zijn er op De Kemphaan allerlei collegeonderhandelingen geweest. Moet je kijken welke centrale plaats het in de stad inneemt.’ Dat Gijsberts in 2009 voorzitter wordt van de Stichting Stad en Natuur, ligt in de lijn der verwachting.
Deurwaarders zijn georganiseerde rattensystemen
Zijn leven als algemeen directeur en mede-eigenaar van het Almeerse groenbedrijf ging echter niet altijd over rozen. ‘Met de gemeente heb ik vreselijk in de clinch gelegen toen die de Europese aanbestedingen door wilde voeren.’ Met lede ogen moest hij de verandering aanvaarden. ‘Daar heb ik best wel traantjes om gelaten. Ik wilde mijn medewerkers natuurlijk een onbezorgde toekomst geven en het liefst allemaal laten werken.’ Vanuit sociaal ondernemerschap is Gijsberts zeer betrokken geweest bij zijn eigen werknemers. ‘Zij dragen immers het bedrijf.’ Voor twee van zijn werknemers heeft hij eigenhandig huisuitzettingen kunnen voorkomen. ‘In een mensenleven gaat er soms wat mis, om welke reden dan ook. En als je dan geen financiële buffer hebt, kan het rap gaan.’ Voor hem een reden om zich in de materie te verdiepen. ‘De wethouder vroeg me om op gemeentelijk niveau mee te denken met de werkgroep tegen armoedebestrijding. Ach, die deurwaarders zijn georganiseerde rattensystemen. Als die loonbeslagen ineens bij jou als ondernemer op de mat liggen, dóet dat wat met je. Dat is de andere kant.’
Maatschappelijk gedreven met zeventig nevenfuncties
Voorzitter, bestuurslid, jurylid, medeoprichter; één blik op zijn Curriculum Vitae laat iedere lezer achteroverslaan. Vanaf 1978 tot 2012 heeft Bert Gijsberts zich altijd voor verschillende maatschappelijke doelen ingezet, zoals Jazz Below The Sea, De Paviljoens, MKB en VNONCW, de SER, Flevopenningen, Technocentrum Flevoland, het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing, belangenvereniging Stadsweiden, Adviescommissie Economisch Belang Lelystad Airport, de VBA, en de Nationale Tuinbouwraad. Droogjes: ‘De ene organisatie was wat succesvoller dan de andere.’ Hij vervulde zo’n zeventig nevenfuncties in een kleine 35 jaar. Vanwaar die drang? ‘Van het één komt het ander. En ik zeg niet snel nee. Bovendien, ik wil graag iets betekenen voor de samenleving.’ Zit er iets van zendingsdrang in? Lachend: ‘Nee hoor, van huis uit waren we niet gelovig, maar mijn ouders hebben wel altijd omgekeken naar de ander. Dat neem je tóch mee.’
Ik houd van oprecht contact
Nu hij ziek op bed ligt, blikt hij terug op – zoals hij zelf vindt – een fantastische levensloop. ‘Hoewel ik werkweken van 80 uur heb gemaakt, ben ik wel iemand die de vreugde in mijn werkuren wist te vinden.’ Zijn mooiste baan? ‘Mijn laatste, als gedeputeerde van de provincie Flevoland. Een droombaan, die me heel goed is bevallen. Voorheen kon ik als ondernemer ‘roeptoeteren’ wat ik wilde en ondertussen hopen dat het opgepakt werd, en naast mijn werk kon ik maatschappelijk impact hebben, maar in die laatste baan kwam alles samen.’ Op netwerkgelegenheden zorgde Gijsberts er altijd voor dat hij iets eerder aanwezig was. ‘Ik wilde niet zo’n bestuurder zijn van lintje doorknippen, handjes schudden en weer wegwezen. Ik houd van oprecht contact. En ik bleef ook vaak hangen om bij te praten. Ik ging nooit als eerste weg.’ Hij is trots dat hij het grote contract mocht tekenen met het Rijk voor de langetermijninvesteringen in onze regio. ‘Dat ging om heel veel geld. En ik was mede-initiatiefnemer voor de kwaliteitsverbeteringen van het Markermeer. Daar heb ik ook mijn stempel op weten te drukken.’
Ambtelijke blokkade
En wat is zijn conclusie na al die jaren van hard werken? ‘De universiteit des levens heb ik mogen doorlopen en ik heb enorm veel kansen gekregen. Daar kan ik alleen maar dankbaar voor zijn. Maar… ik ben nog niet klaar!’ Zijn ogen flonkeren wanneer hij het woord Floriade hoort. ‘Als enige in Almere – naast Dzsingisz Gabor (de voormalige staatsecretaris van LNV, die benoemd werd tot algemeen commissaris van de Wereld tuinbouwtentoonstelling Floriade 2012, LG) – heb ik bestuurlijke ervaring met een Floriade, en wel die van Venlo. Ik zou het bureau dat door de gemeente Almere is aangesteld, vanuit mijn ervaringen tot in detail kunnen adviseren, zowel de successen als de missers. Maar dat willen ze blijkbaar niet. Hoewel de gemeente dat zelf ontkent, lijkt het alsof er een ambtelijke blokkade op mijn kennis ligt.’
Ze zijn doodsbang voor ervaringskennis…
Gijsberts volgt de ontwikkelingen rond de Floriade 2022 met argusogen. ‘Bij de Floriade gaat om heel veel geld. ‘Venlo’ is afgeschilderd als een fiasco, maar de honderd miljoen euro die het voor de regio heeft opgeleverd, daar hoor je niemand over.’ Ambieert hij het directeurschap voor de Almeerse Floriade? ‘Absoluut niet. Maar enige betrokkenheid bij dit project had ik wel prettig gevonden. Er zit nu een heel nieuwe ploeg op. Zowel topambtenaren als bestuurders in het stadhuis zijn doodsbang voor ervaringskennis. Ze hebben me nul gevraagd. Onbegrijpelijk!’ Zeven jaar lang kwam Gijsberts drie keer per week in Venlo, en als lid van de Nationale Tuinbouwraad weet hij wat er heeft gespeeld. ‘Overigens, weet je nog dat de Floriade met een fakkel, net als bij de Olympische Spelen, van Venlo aan Almere overgedragen werd? Daar ben ik de veroorzaker van.’ Zijn overtuiging is dat door het delen van gezamenlijke kennis en kunde, heel Almere en de regio van de Floriade kan profiteren. ‘Misschien moet de gemeente eerst ‘even nederig worden’, over zichzelf heen stappen, en gebruik maken van mijn beschikbare kennis van Venlo, én van mijn sterke relatie met het bedrijfsleven. Van fouten kun je leren en het zou zonde zijn om dat niet te benutten. Vanuit mijn ervaringen had ik de rol van bruggenbouwer kunnen vervullen. Die uitdaging was ik graag aangegaan.’
Bert Gijsberts
12 november 1953, Noordoostpolder
Winnaar Beste Ondernemersvisie
1997 (BOV Trofee) Flevoland,
thema mensenwerk
Meest Ondernemend Bedrijf
(Almere 1998), prijs van de
gemeente Almere en VBA
Toekenning Bonifatiusspeld door gemeente Almere
(2000)
Lid van verdienste MKB Nederland (gouden erespeld)
(2003)
Beste opleidingsbedrijf Sector Groene Ruimte
(2004)
Zilveren penning van verdienste van Kamer van Koophandel Flevoland
(2006)
Benoemd tot Officier in de orde van Oranje Nassau
(2008)
Gouden speld van verdienste Rabobank organisatie
(2009)