Een kunstenmaker. Zo noemt hij zichzelf. Hij koesterde een innige voorliefde voor kunstgeschiedenis en was kind aan huis bij Larense kunstenaars. Toch werd hij hovenier, keurig in de lijn van zijn vader en grootvader. Met zijn tomeloze enthousiasme, energie en ambitie raakt hij niet uitgepraat over planten: volgens hem de slimste wezens op aarde. ‘Verschrikkelijk als biotopen verdwijnen, maar de natuur overwint alles. Ook de plaagdieren, die mensen heten…’ Aldus Rob Verlinden, Nederlands meest geliefde en beroemde tuinman.
Geef Rob Verlinden het woord en hij transformeert in een twaalfdelige encyclopedie met een database van duizenden bomen, struiken, planten en kruiden. Ook de geschiedenis lepelt hij moeiteloos op: ‘Tijdens de VOC zat er op elke boot een botanicus, die zaden verzamelde: zo komt ons kabouterlandje aan al die botanische pracht. Macht bestond altijd uit planten en extracten daarvan.’ Vanwaar die kennis? ‘Ach, ik heb het veertien jaar gestudeerd. En ik pak alles aan wat op mijn pad komt. Ik leer elke dag nieuwe dingen.’ Spraakwaterval Verlinden verhaalt met smaak over zijn groene passie: ‘Mensen zien planten als passieve wezens. Maar ze zijn zó slim in overleven en situaties oplossen. En niet te vergeten: ze zijn meedogenloos. Bosbranden in Australië? Een natuurlijk verschijnsel. De eucalyptus wil geen concurrentie van andere bomen en laat zijn bast vallen. Daarin zit een stof, die ervoor zorgt dat de bast gaat broeien en tenslotte zelf ontbrandt, zodat diezelfde eucalyptus weer ruimte krijgt. Bijzonder, toch?’
Succes komt je niet aanwaaien
De tv-prominent – een woord dat hij overigens zelf niet in de mond wil nemen – voelt zichzelf gefortuneerd. ‘Veel geluk heb ik, zeker. Hoewel ik er ook hard voor geknokt heb. Succes komt je nooit aanwaaien.’ Met maar liefst vijftien wereldreizen op zijn conto, blijft hij zichzelf, als in een spannend jongensboek, steeds verwonderen. ‘Mijn eerste keer in het regenwoud? Ik stond te flippen! Overweldigend, zo indrukwekkend, om datgene wat ik uit de boekjes geleerd had, ineens zelf te zien…’ En toch, na een paar dagen in de rimboe, wil hij weer weg. ‘Hartstikke nacht is het onder dat dikke bladerdak, en twee dagen lang alleen maar groen-groen-groen.’ Gekscherend: ‘Een groene hel!’
Zijn plantenpassie bracht hem in de wetlands van Sumatra, en naar de regenwouden van Canada, Midden-Amerika en Zuid-Amerika. ‘Voor tv moeten reportages in sneltreinvaart, hè. Dus reis ik met bijzonder vervoer, zoals laatst in Canada, in een helikopter.’ Op de gekste plekken komt hij. ‘Bij inlanders sliep ik onder een golfplaatje en leerde ik wat zij uit het regenwoud halen. En de bloemenroute in Afrika: ook zo prachtig.’ Niets is vanzelfsprekend, of toeval, zo blijkt uit Robs relaas. ‘Mijn tomeloze ambitie heeft me inderdaad ver gebracht.’ Van theatertoeren door Nederland tot boeken schrijven en televisie maken. ‘Ik pak alles aan wat op mijn pad komt, zolang het maar in dienst staat van het groen, mijn vak.’
Hij stond maandenlang model…
Als op één-na-oudste kind groeit Rob na de oorlog op in Laren, in het Goois Natuurreservaat. ‘Het was een gezellige boel, met vier broers en drie zussen. Mijn moeder – ongelofelijk lief en rustig – hield de boel draaiende. En mijn vader – realistisch bloemenschilder – stelde hoge eisen. Als je iets doet, doe het dan goed, vond hij. Kwamen we thuis met een 9 voor een proefwerk, dan vroeg hij waarom het geen 10 was.’ Als kind denkt hij niet aan tuinontwerpen, hoewel zijn grootvader van vaders kant die ‘bekende hovenier uit Laren’ is. Wél droomt hij van één studie: kunstgeschiedenis. ‘Maar mijn vader wist het om te buigen…’ Robs ogen twinkelen: ‘Mijn vader nam me altijd mee op sleeptouw, waardoor ik kind aan huis was bij allerlei kunstenaars in ons dorpje. Dat artistieke leven sprak me enorm aan. Er staat trouwens een beeld in Laren: dat is mijn vader. Hij stond maandenlang model voor dit beeld, dat helemaal uit keihard graniet is gehakt… Die mensen hadden nog eens geduld! Nee, dat heb ik niet. Nooit gehad ook.’ Laren is in die tijd nog een echt kunstenaarsdorp. ‘Dat was vóór de komst van de televisie, waar mijn vader trouwens enorm op tegen was, want daarmee verdween volgens hem de gemoedelijkheid. Daar heeft hij wel gelijk in gehad.’ Rob herinnert zich het urenlange gefilosofeer. ‘Die kunstenaars konden enorm wauwelen over kunst en hadden alle tijd om hun creatie vorm te geven, ervan te genieten, en uit te leggen waarom ze deden wat ze deden.’
Nooit spijt gehad
Ondanks deze inspirerende omgeving, komt Rob in het bedrijfsleven terecht. ‘Mijn oudste broer was een techneut en de karakters van mijn vader en hem botsten nog al eens. Het lag niet voor de hand, dat mijn broer het bedrijf overnam.’ Erg breed heeft het gezin het niet. ‘Ik moest altijd bijverdienen. Vader stimuleerde dat ik tuintjes ging aanleggen.’ Lachend: ‘Op een gegeven moment had ik de halve klas aan het werk; tuinieren!’ Spijt heeft Rob nooit gehad. ‘Waarom zou ik? Ik heb kansen gekregen en gegrepen. Mijn vak bekijk ik vanuit de kunstzinnige kant en vanuit de geschiedenis. En nu met Robs Grote Tuinverbouwing schep ik een wereld waarin mensen zich prettig voelen. Cultuurnatuur, dát is wat ik creëer. En sfeer. Ik ben een kunstenmaker.’
Geduld? Heb ik niet. Nooit gehad ook
Zijn de kijkcijfers niet goed, dan is het klaar
Zijn doorbraak komt met Avro’s Servicesalon. ‘Een waanzinnig populair programma! Ze zochten een jonge knul met hart voor tuinieren. En daar was ik…’ Grinnikend: ‘Ze hebben me van de straat geplukt.’ Maar Rob zou Rob niet zijn, als hij dit niet serieus aanpakt. ‘Wist je dat ik later de media-academie heb gevolgd? In de klas zat ik naast Humberto Tan.’ Zo gepolijst en natuurlijk als Robs tv-programma ook ogen mag, het blijft ‘een harde wereld’. ‘Je bent zo goed als je laatste programma,’ stelt hij nuchter. ‘Als de kijkcijfers niet goed zijn, is het klaar. Afgelopen.’ Hij spreekt uit ervaring. ‘Jaren geleden ging het ineens helemaal mis met Eigen Huis & Tuin. Het gebeurde allemaal langs mij heen en ik had er totaal geen invloed op… Ja, een harde leerschool.’ En hoewel hij bij de succesvolle aftrap van zijn eigen programma door sommigen als ‘reclamecrimineel’ wordt afgeschilderd, is Robs drive nooit het Grote Geld. ‘Mijn passie is mijn vak, ik wil cultuurnatuur om mensen heen bouwen. Ik wil – samen met mijn team – mensen verrassen en hun droomwereld creëren. Geld staat niet op nummer één. Dat is een fout die velen in de tv-business maken. Je moet altijd eerst je visie kunnen overbrengen en een gedegen financieel plan hebben.’ Hij schraapt zijn keel. ‘Ik weet waar ik over praat en ik blijf altijd mezelf. Anders hou je het echt niet vol. En nog belangrijker: de kijker heeft het meteen in de gaten. Die prikt zó door nep heen.’ Zijn wekelijkse tv-programma trekt veel kijkers. ‘Een succesformule, met op Facebook meer dan 83.000 volgers.’ Rob leidt een jong team op. ‘Stel dat ik ermee stop of het niet meer kan, dan neemt de jonge garde het over. Ik wil niet dat ons tuinprogramma stopt. Kennis over planten moet gedeeld blijven worden, ook na mijn pensioen.’
Puur, prettig en je veilig voelen, daar gaat het om. Als je gaat acteren, werkt het niet
Unieke Floriade-variant
Voor de gemeente Almere ontwerpt Rob de Floriadetuin, vlakbij de zeilschool aan de Sturmeyweg, op een steenworp afstand van zijn woning in Filmwijk. ‘Ik heb die Urban Greeners ontmoet. Wat een enthousiastelingen zijn dat!’ Leuk, maar wordt het ook een succes? ‘Niet alle Floriades waren even succesvol,’ zegt hij, met gevoel voor understatement. ‘De innovatie van de tuinbouw is echter altijd heel belangrijk geweest, om in de voedselvoorziening te kunnen blijven voorzien. En dat blijft de komende jaren beslist nog wel actueel.’ Nederlands lievelingstuinman vindt de Almeerse Floriade-variant uniek. ‘Het is totaal anders omdat in onze bestaande stad een volstrekt nieuwe, super-duurzame wijk ontstaat. Op die manier nergens ooit vertoond!’ Tegelijkertijd is er volgens hem nog veel werk aan de winkel. ‘Maar ze zitten op schema. En in 2022 willen we geen afval meer, maar wordt dit omgezet naar nieuwe grondstoffen. Voortbordurend op dat idee hebben we de Floriadetuin gemaakt met oude materialen.’
Zó ver van de natuur…
Rob vindt het triest te zien dat veel mensen zo weinig tijd buiten doorbrengen. ‘We staan zo ver van de natuur… Vooral jongeren hebben de neiging om te zeggen: ‘Zo’n tuin, da’s zo’n gedoe.’ Die jonge, snelle mensen – vaak tweeverdieners – weten niet hoe ze het moeten aanpakken. Dan zeggen ze, dat tuinonderhoud zoveel tijd kost. Of ze weten niet wat ze moeten doen. ‘Geen groene vingers’, is hun argument.’ Lachend: ‘Ik heb ook geen groene vingers! Ik heb vieze vingers!’ Ineens oogt hij weer serieus. ‘Maar als je niet weet wat er buiten gebeurt, de zon niet ziet schijnen op de planten, of het nu lente, zomer, herfst of winter is, en de hele dag op kantoor zit te ploeteren… Nou, dát vind ik pas armoe. Geestelijke armoede.’
De jeugd is veel conservatiever vroeger
Rob is ervan overtuigd, dat het anders kan. En mensen hoeven heus niet meteen groot uit te pakken. ‘Als je geen groene vingers hebt, en bijna geen tijd, begin dan klein. Verwen jezelf eens met één plantenbak, zet die vol bloemen en kijk dan wat er gebeurt. Echt, iedereen wordt enthousiast zodra hij daarmee begint!’ Met een doordringende blik: ‘Een tuin kan een heel goede psychiater zijn voor een mens.’ Hij weet zeker dat ‘een gezonde geest veel groen nodig heeft’. Daarnaast vindt hij de jeugd ‘veel conservatiever dan wij vroeger’. ‘Laatst sprak ik een paar jongeren van rond de 25. Ze hadden het over hun pensioenregelingen… Op die leeftijd kochten ik samen me mijn vrienden voor 75 gulden een auto waarmee we naar Spanje reden. Zonder verzekering, op de bonnefooi, op avontuur!’ Deze conservatieve houding ziet de tuinman ook terug in zijn eigen show, Robs Grote Tuinverbouwing op SBS6. ‘Als je de tuinen van nu ziet: veelal grijze tegels en witte bloemen en wat groen. Vooral geen kleur! Alsof die jonge mensen daar bang voor zijn of zo… Saaie perfectie, dát is het. Knal met kleur! Durf, leef!’ Hij begrijpt heus wel dat niet iedereen achter de geraniums wil zitten. ‘Hoewel die bloemen een huiskamer prachtig kunnen kleuren, van zachtroze tot pimpelpaars of bloedrood. Maar orchideeën kunnen dat ook; heel elegant en in allerlei kleuren.’ Met de Kerst komt er een aflevering van Robs Grote Tuinverbouwing vanuit Spanje, waar Rob door zijn team verrast wordt. Lachend: ‘Ik word dan in de bloemetjes gezet.’
Ik speel de ouwe zeikerd
Rob is een echte workaholic. Is er weinig tijd voor zijn privéleven? ‘Mijn partner weet niet beter. Dat is zo gegroeid.’ Hij heeft ‘hart voor zijn programma’. ‘Ik probeer het wel wat rustiger aan te doen. Maar met pensioen gaan? Nee, daar denk ik nog niet aan. Ik werk bovendien met jonge mensen, die ik kan interesseren voor mijn vak. Dat is heel leuk.’ Mensen die in Robs tv-programma voor de camera komen, stelt hij graag op hun gemak. ‘Puur, prettig en je veilig voelen, daar gaat het om. Als je alles gaat acteren, werkt het niet.’ Met zorg kijkt hij opnames terug. ‘Ieders persoonlijkheid komt op tv en alles moet gewoon kloppen. Ik hoef niet meer constant in de schijnwerpers te staan. Ik doe een stapje terug, maar ik hou wel alles in de gaten. Ik speel de ouwe zeikerd, zodat zij kunnen stralen.’
Rob Verlinden
30 augustus 1950
AVRO’s Service Salon
(AVRO, 1986-1992)
Flora Magazine
(RTL 4, 1992-1993)
met Anniko van Santen
Eigen Huis & Tuin
(RTL 4, 1993-2004)
met Nico Zwinkels
Robs tuinreizen
(RTL 4, 2003)
Kerst met Rudolph en Rob
(RTL 4, 2003-2004)
met Rudolph van Veen
De Tuinruimers
(SBS 6, 2004-2010)
Robs grote tuinverbouwing
(SBS 6, 2010-heden)
De Floriadetuin (2015)