Vrijwilliger in Almere – Je krijgt er zoveel meer voor terug dan je denkt…

In: Overig | Editie:

Tekst:

Ongeveer één op de drie Almeerders is vrijwilliger. In een buurthuis of bij een sportvereniging, maar ook voor de kerk, een zorgcentrum of een andere organisatie. Misschien hoor je bij die 20% die voor een ander zorgt (mantelzorg).  De Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale Almere (VMCA) is een zelfstandige organisatie die zich inzet voor mantelzorgers en vrijwilligers in Almere. Voor mensen als Lidia en Nhu-Y die zich belangeloos inzetten voor mensen die hulp nodig hebben.

Misschien zou je ‘iets’ willen doen als vrijwilliger. Of je loopt als mantelzorger tegen je eigen grenzen aan. De eerste stap is een telefoontje naar de Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale Almere (VMCA). Dit expertisecentrum brengt vraag en aanbod bij elkaar. Het kan gaan om (kortlopende) projecten of om structurele ondersteuning. Vrijwilligers en mantelzorgers kunnen er niet alleen terecht voor steun, maar ook voor al hun vragen. En ze krijgen desgewenst een gedegen opleiding via de vrijwilligersacademie. 

Individuen én bedrijven

Directeur Jolien Hoek: ‘We hebben maar één belang en dat is er op alle mogelijke manieren zijn voor vrijwilligers en mantelzorgers. Mensen komen altijd iets brengen. Ze willen iets doen voor de maatschappij. Dat kan gaan om individuen, maar ook om het bedrijfsleven dat in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een project ondersteunt met expertise en mankracht. Voor sommigen is het een manier om uit een isolement te komen, anderen willen proberen de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen of werkervaring op te doen voor een cv.’ Voorzitter Jan Nieuwenhuizen: ‘Vrijwilligers doen iets vanuit hun eigen achtergrond en motivatie. Je mag ook als mantelzorger om hulp vragen, steun krijgen van een vrijwilliger. Ook al zorg je met liefde, zorg dat je niet zelf overbelast raakt.’

Doorsnee van de samenleving

’Vrijwilligers zijn de smeerolie van een stad. We werken samen met andere organisaties zoals Leger des Heils, Asielzoekerscentrum, Humanitas, De Schoor, Zorggroep, de zestien Wijkteams.’ Jolien: ‘De maatschappij is dynamisch, en daarmee ook vraag en aanbod.  We spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen. Maatjes voor mensen met een psychiatrische achtergrond, vrijwilligers die asielzoekers ondersteunen zodat ze meedoen in de maatschappij, coaches voor jongeren, voortijdig schoolverlaters. We hebben korte lijnen met hogescholen als Windesheim, maar ook Hogeschool van Amsterdam. Studenten maatschappelijk werk, pedagogiek, fysiotherapie. Denk bijvoorbeeld aan begeleiding van jongeren met een lichamelijke en/of geestelijke beperking. Samen sporten in het Supercool Project. Het is fantastisch om mensen aan elkaar te koppelen en te zien dat er een waardevol contact ontstaat.’

Vrijwilligers zijn de smeerolie van een stad

Dankbaar om iets te kunnen doen

Lidia werkte altijd in de zorg. Toen ze stopte, wilde ze iets blijven doen met haar kennis. Ze zocht op internet naar vrijwilligerswerk en kwam uit bij de VMCA. ‘Ik kreeg meteen een goede indruk. Na een cursus van acht weken, een dag per week, kon ik beginnen. Aan de hand van mijn voorkeur kwam het tot een match. Inmiddels werk ik al zes jaar als vrijwilliger. Ik bezoek chronisch zieke mensen. Momenteel ga ik een dagdeel per week naar iemand met Parkinson, om de mantelzorger te ontlasten. Ik ga altijd uit van wat mensen nog kunnen en dat is vaak meer dan ze denken. We wandelen, doen een spelletje of bezoeken het theater. Maar we doen ook creatieve dingen als kleuren, kaarten maken of koken. Ik vind het leuk om mensen van verschillend pluimage te ontmoeten. Je bouwt een vertrouwensband op, zowel met de cliënt als met de familie. Ik ben dankbaar dat ik gezond ben en dat ik iets voor een ander kan betekenen.’

Ik merk dat zij het
prettig vindt

Nhu-Y (21) studeert en werkt in het weekend in de Vietnamese Loempiakraam van haar zus. Daar werd ze aangesproken door een consulente van de Zorggroep. Of ze iemand wist die Vietnamees sprak en die wellicht een Vietnamese dame wilde bezoeken die geen Nederlands verstond. Nhu-Y zocht tevergeefs in haar omgeving. Daarop besloot ze zichzelf als vrijwilliger aan te melden. Inmiddels bezoekt ze de (dementerende) dame elke week. ‘We praten, ik vertel haar over waar ik mee bezig ben. We maken een wandeling, doen een spelletje of lunchen in het restaurant van het verpleeghuis. Ik merk dat ze het prettig vindt als ik er ben, ook al praat ze zelf niet veel. Ik doe het graag en ik vind het fijn dat ik de tijd flexibel kan invullen.’