Restaurant Pallas Athene na brand eindelijk weer open – ‘Hoog tijd! We misten onze familie en vrienden’

In: Overig, Reportage | Editie:

Tekst: | Fotografie:

Het leek een onbetekenend brandje. Even met een flinke ploeg stevig poetsen en je kon de draad weer oppakken. Maar de experts beslisten anders. Pallas Athene mocht niet open voordat er ingrijpend gesaneerd was. En dat duurde even.

Op zaterdag 14 januari ging om acht uur ’s morgens de telefoon bij Wally en Maria Paraschou, eigenaars van Pallas Athene. Het bleek een alarmmelding te zijn. Nu had het die nacht stevig gestormd, dus in eerste instantie maakte het echtpaar zich geen zorgen. Maar het alarm klonk opnieuw, en het bleek wél serieus. Toen Wally en Maria bij hun restaurant aankwamen, stonden er al vijf brandweerwagens.

In badjas buiten

‘Ik was net op tijd om de deur met m’n sleutel open te doen,’ vertelt Wally. ‘Dat scheelt vast flink in de schade, dacht ik nog. Hoe ik het daarin mis had, ontdekte ik pas later.’ De bovenburen van het restaurant waren al uit hun huizen gehaald. Zij stonden in badjas buiten. Terecht, want er was heel veel rookontwikkeling. Wally en Maria hebben anderhalf uur staan kijken naar het bluswerk. Toen mochten ze zelf naar binnen. Maria: ‘Ook toen we binnen waren, was mijn eerste gedachte dat het eigenlijk nog ontzettend meeviel. Een windlichtje had vlam gevat. Het had maar op een paar vierkante meter echt gebrand. Wel was er enorm veel rookontwikkeling geweest en was er overal roet.’

Gauw even een blokje om

Aanvankelijk slaakte het echtpaar Paraschou een zucht van verlichting. Een paar emmers met sop en een paar uur flink poetsen met het voltallige personeel, en ze zouden diezelfde avond gewoon weer open kunnen. Maar de experts die inmiddels ter plaatse waren, beslisten anders: roet en rook waren giftig en leverden acuut gevaar op voor personeel en gasten. Het restaurant moest gesaneerd worden en zou wekenlang dicht moeten blijven. ‘Op zo’n moment stort je wereld in,’ vertelt Wally, nog steeds aangedaan. ‘Of ik de sleutel maar wilde afgeven. En als ik dat niet deed? Dan had ik een nog veel groter probleem, kreeg ik te horen. Ik ben een blokje om gaan lopen en toen dat achter de rug was, heb ik de sleutel overhandigd. Meteen op zondag al ging het meubilair de deur uit en begonnen ze met het afbreken van de bar.’

Zie het als een vakantie

En de nachtmerrie duurde voort. Al snel bleek dat het restaurant onderverzekerd was. Maria: ‘We hadden nogal wat verbouwd en vernieuwd, en hadden er geen moment bij stilgestaan dat we de verzekering moesten aanpassen.’ Intussen bleven de rekeningen binnenkomen en die moesten natuurlijk wél betaald worden: leveranciers, maar ook personeel, verzekeringen, hypotheek, rollend materieel. ‘We hadden zomaar failliet kunnen gaan,’ realiseert Wally zich. ‘De meeste mensen hebben geen idee wat er na zo’n brand allemaal op je af komt. Wij ook niet. Beschouw het maar als een vakantie, kregen we te horen. Nou, een vakantiegevoel krijg je dus écht niet. Je bent alleen maar bezig met de vraag wanneer je zaak weer open kan.’ Dat duurde lang. De 2 à 4 weken waar in het begin sprake van was, kropen voorbij. Het schoot maar niet op. ‘Het was een bureaucratische nachtmerrie. De isolatie werd door één man gedaan, die helemaal uit Helmond moest komen. Dat kon niet anders, vertelde men ons. Maar het duurde weken! En over de verhuurder zullen we maar helemaal niks zeggen… Wat zijn die mensen onsympathiek geweest tegenover ons. Ongelofelijk!’ Na een lange periode van onzekerheid werd duidelijk dat het restaurant op 10 maart, na acht volle weken, eindelijk weer open kon.

We doen wat we altijd doen

Intussen heeft het ondernemersechtpaar flink na kunnen denken over de wijze waarop ze verder zouden gaan. ‘We moesten oog voor de toekomst houden, maar onze gasten tegelijkertijd het vertrouwde Pallas Athene-gevoel teruggeven. We willen dat ze net als vroeger thuis komen. Dat verdienen ze ook. Onze gasten zijn onze vrienden, en vooral van hén kregen we de voorbije weken veel warmte.’ Voor de medewerkers geldt hetzelfde. ‘We zijn een hecht team, eigenlijk bijna familie. Voor hen was de onzekerheid ook heel erg.’ Is er veel veranderd? ‘We hebben vooral vooruit gekeken. Het interieur is moderner en er zijn nu wat meer zitplaatsen. We kunnen weer een jaar of vijftien mee. Het wordt flink wennen. Maar we doen, wat we altijd doen: ons uiterste best.’

  ,