Marcel Smink’s de dolfijn

In: Overig | Editie:

Tekst:

Paul

Paul van Vilsteren is een Almeerse blogger en hij fietst veel. Dat brengt hem langs onmisbare kunst in en rond Almere. Voor Lifestyle Almere schrijft hij daarover in zijn rubriek ‘Paul’. Ontdek de kunst van de stad door Paul’s ogen. 

Ik ben opgegroeid met de televisieserie Flipper. Daarin was een dolfijn de held, die kinderen helpt boeven en stropers te vangen. Aan het eind van elke aflevering springt hij uit het water op de steiger, hinnikt wat en laat zich dan weer buitelend in het water glijden, waarna hij nog een paar keer mooi in de lucht springt als in het Dolfinarium van Harderwijk, om ten slotte met zijn vin zwaaiend aan de horizon te verdwijnen tijdens de aftiteling.

Op een zonnige dag zie ik in Almere Haven op de Markt een standbeeld van onze Flipper, die voor even op het droge is gesprongen om ons vrolijk te begroeten. Hij tilt zijn hoofd wat op en glimlacht. Peuters laten zich optillen om hem over zijn bol te aaien. Grotere kinderen en volwassenen grijpen hem even achteloos bij zijn staart. Een dolfijn is in onze ogen een vriendelijk en intelligent knuffeldier, dat ons beter begrijpt dan wij onszelf begrijpen. 

Zo mag het lijken op een zonnige dag, maar zo is het beeld helemaal niet bedoeld. Het is een herdenkingsmonument ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. De kunstenaar, Marcel Smink, wilde het gevoel uitdrukken van een vis op het droge; gedoemd te lijden en te sterven onder erbarmelijke omstandigheden. Als een mens in oorlogstijd: onthecht en ontheemd, in angst en afgrijzen, zonder hoop op een goede afloop.

De aluminium dolfijn ligt op een granieten tafel waarin de kalender is gebeiteld van 10 mei 1940, het begin van de oorlog in Nederland, tot en met 15 augustus 1945: de capitulatie van Japan. Al die jaren en maanden ligt de dolfijn op het droge, wachtend op het verlossende water, de vrede en de bevrijding. De dolfijn staat niet voor het vrolijke leven, maar voor de onvermijdelijke dood. Dolfijnen brengen de zielen van de overledenen naar het hiernamaals, zo had de kunstenaar dat nog van de Etrusken afgekeken.

Op 4 mei, om acht uur, tijdens de nationale dodenherdenking, staan we met zijn allen rond dit beeld. Het hoofd licht gebogen, ieder met zijn eigen gedachten bij wat ons en anderen is overkomen, en bij alles wat ons bang maakt in onszelf en in de ander. De toespraak van de burgemeester is voorbij en net als in de rest van het land is het twee minuten stil. De wind is koud. In de verte blaft een hond. Roerloos ligt de dolfijn op de tafel, waarin de agenda van de oorlog voor altijd is gegrift.

 

Paul van Vilsteren

Lees meer blogs van Paul
op http://paulvanvilsteren.com