‘Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant’. Hoe tijdloos de muziek van Boudewijn de Groot ook mag zijn, deze beroemde zin wordt de laatste jaren achterhaald door de werkelijkheid. In de vorm van de elektrische fiets.
Ik herinner me het nog goed; herfstachtige middagen, het laatste lesuur. Een kleine tien kilometer asfalt, dwars door open velden en akkers, lag er tussen mijn middelbare school en het huis van mijn jeugd. We tuurden naar de bomen om de windrichting te bepalen. ’s Morgens hadden we steevast wind tegen. De wet van Murphy mag dan in de meteorologie niet worden erkend, Murphy had daar gedurende mijn gehele middelbare schooltijd lak aan… Die angst voor tegenwind is vandaag de dag niet meer nodig. Een e-bike heeft een elektrische motor die je moeiteloos door alle tegenwind heen trekt. En niet alleen dat.
Snelheid en vitaliteit
‘De elektrische fiets trekt onze branche weer uit het dal.’ Het is ongeveer het eerste dat de verkoper bij fietshandel Van der Linde in Stadshart Almere tegen me zegt wanneer ik opmerk dat er vrij veel e-bikes in zijn showroom staan. Het verbaast me niets. Steeds vaker zie je fietsers met een voor hun leeftijd bewonderenswaardige snelheid en vitaliteit over de fietspaden rollen en één ding hebben de fietsen van die krasse knarren bijna altijd gemeen: een langwerpige, zwarte broodtrommel onder de bagagedrager. Ik zie ze ook op de lange rij e-bikes in de winkel van Van der Linde. Brood zit er niet in die trommels, wel een efficiëntere bron van energie: een accupakket. De tweewielerbranche ziet er echter wél degelijk brood in, en niet zo’n beetje ook. De opkomst van de elektrische fiets is voor veel mensen op leeftijd een uitkomst. Op die manier kunnen ze toch nog flinke einden fietsen, zelfs als de fysieke krachten afnemen.
Hij maakt ’t makkelijker
De benaming ‘elektrische fiets’ klopt overigens niet helemaal. Verreweg de meeste e-bikes zijn namelijk hybriden. Dat betekent dat ze op een combinatie van twee krachtbronnen worden aangedreven. Pas wanneer je zelf trapt, springt de elektromotor bij om het je makkelijker te maken. Dat doet hij tot een snelheid van zo’n kleine dertig kilometer per uur. Wil je harder, dan zul je dat toch echt zelf moeten doen. Maar goed, dertig is snel genoeg voor wie niet per se de gele trui ambieert. Dat de e-bike niet volledig elektrisch kan rijden, heeft te maken met wetgeving.
Rijdt hij wél volledig elektrisch, dan is het een scooter en moet hij gekentekend worden, terwijl de berijder een bromfietsrijbewijs moet hebben. Zulke e-bikes bestaan trouwens wel en ze beschikken over handgas, net als motorfietsen en brommers. De meeste zijn begrensd op 40 of 45 km/h. Aanvankelijk was de motor meestal in de naaf van het voorwiel verwerkt, tegenwoordig zijn e-bikes steeds vaker uitgerust met een middenmotor. Die zit tussen de pedalen en drijft van daaruit direct de ketting aan. Voordeel daarvan is, dat er een grotere en efficiëntere motor kan worden gemonteerd, die langer met een acculading doet. Bovendien rijdt een middenmotor rustiger, omdat je geen aandrijfkrachten in het stuur voelt.
Steeds meer jongere mensen gaan elektrisch fietsen
Ongerust hoef je niet te zijn
Een e-bike met een motor in het voorwiel kan zo’n zestig kilometer met één acculading vooruit, een fiets met middenmotor doet er gemiddeld negentig kilometer mee. Anders dan bij een elektrische auto hoef je niet ongerust naar je meter te kijken wanneer de energie bijna verdwenen is, want met een lege accu gewoon kun je gewoon verder fietsen. Maar dan uiteraard wél op eigen kracht, zoals je vroeger altijd deed. De accu weer opladen gaat gewoon via het stopcontact. Na twee uur is de accu voor tachtig procent geladen, over de laatste twintig procent doet hij wat langer, gemiddeld zo’n drie uur. Wel is het zo dat hij – zoals elke accu – gedurende zijn levensduur capaciteit verliest. Bij normaal gebruik gaat een fietsaccu vijf tot zeven jaar mee. Daarna kun je hem eenvoudig vervangen, en dat kost je dan tussen de vierhonderd en zeshonderd euro.
Zo kun je weer meekomen…
Hoewel het doorgaans oudere mensen zijn die met een e-bike zijn winkel uitrijden, ziet de verkoper van Van der Linde ook steeds meer jongere mensen elektrisch gaan fietsen. Hij wijst naar een schitterende mountainbike: ‘Die is ook elektrisch.’
Is dat niet een beetje tegenstrijdig: een stoere mountainbiker, die dan toch stiekem een elektrisch duwtje in de rug nodig heeft? Valt mee. Kopers van zulke bikes blijken vaak veertigers te zijn, die hun fietsgroep nét niet meer kunnen bijhouden, en dankzij zo’n e-mountainbike weer kunnen meekomen. Maar… als er één fiets is die de e-bike definitief voor een ietwat oubollig imago kan behoeden, is het wel de Italjet. In ons land is hij nog niet verkrijgbaar, maar dankzij een Almeerse ondernemer komt daar binnenkort verandering in (zie kader).
Over Italjet
Wie oud genoeg is om zich de hoogtijdagen van het Nederlandse automerk Daf te herinneren, zal beamen dat een relatief oud publiek al gauw een bedaagd imago met zich meebrengt. Daar zal de Italiaanse Italjet niet zo gauw last van krijgen. Eén blik op zo’n fiets is voldoende om je daarvan te overtuigen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was Leopoldo Tartarini, zoon van een dealer van motorfietsen in Bologna, fabriekscoureur van Ducati, een vermaard Italiaans motormerk. Hij sloot zijn racecarrière af met een spraakmakende, avontuurlijke motortocht over de wereld. De faam die hij daarmee verwierf, gebruikte hij als duw in de rug om zijn eigen merk motorfietsen te beginnen. Italjet was geboren. Decennia lang bouwde Italjet motorfietsen die vele successen boekten op de circuits, maar in 2002 ging de fabriek failliet.
Drie jaar later kwam Italjet terug, nu onder de vleugels van Massimo Tartarini, zoon van de stichter. Dat Massimo heel andere plannen had met het oude merk van zijn vader, ontdekte de wereld pas tijdens de Milanese fiets- en motorshow van 2011, waar de Bulldozer werd onthuld: het prototype van wat een compleet nieuwe generatie elektrische motorfietsen moest worden.
Inmiddels heeft Tartarini junior ook de markt van e-bikes ontdekt en Italjet zou Italjet niet zijn als ze met ‘zomaar een e-bike’ op de markt zouden komen. De fietsen uit Italië zijn in één oogopslag al herkenbaar als heel bijzondere voertuigen, door hun prachtige retro-design en afwerking met bijzondere, hoogwaardige materialen. Tot in de kleinste details zijn deze fietsen kunstwerken. De lederen houder voor de accu en het eveneens in leer gevatte display, de zwaar verchroomde veerpoten op de voorvork, het analoge klokje op de stuurpen: alles ademt vakmanschap en verfijndheid.
Nadeel is dat ze in ons land nog niet verkrijgbaar zijn. Echter, de Almeerse zakenman Ben Scholten heeft plannen om daar snel verandering in te brengen. Hij is met Italjet in bespreking over een importeurschap voor Nederland. Het is juist het onderscheidende vermogen van de Italjets dat hem aanspreekt: ‘Je hebt fietsen voor dagelijks gebruik en je hebt fietsen die iets over je lifestyle zeggen… Ik zie Italjet vooral als een lifestyle-product en dat betekent dat er een hele lijn verwante artikelen omheen moet komen. Denk aan speciale helmen, poloshirts, en mooie, lederen fietstassen.’ Scholten ziet een parallel met de auto-industrie, waar je enerzijds bestaande modellen hebt die achteraf worden uitgebreid met een elektromotor, en aan de andere kant auto’s die vanaf de bodemplaat zijn ontworpen als elektrisch voertuig. ‘Italjet doet dat laatste. Technisch maakt het bedrijf nog flinke stappen. Meestal zit de motor in het voorwiel, maar binnenkort komt ook Italjet met een middenmotor.’
Fietsstad Almere
Leuk voor Almere is dat de e-bike eigenlijk nergens zo goed op zijn plaats is als juist hier. Onze stad is vanaf het begin ontworpen als fietsstad. Begin jaren zeventig noopte de oliecrisis ons om naar alternatieve transportmiddelen uit te gaan zien, en precies in dié tijd kreeg Almere vorm. Mede daardoor ligt er hier zo’n vijfhonderd kilometer aan fietspaden. Omdat in die jaren het aantal verkeersdoden bovendien erg hoog lag, werd er bij de aanleg extra aandacht besteed aan veiligheid. De meeste fietspaden zijn daardoor strikt gescheiden van de rijbanen voor auto’s. Ze kruisen elkaar meestal met tunnels, en waar dat gelijkvloers is, hebben fietsers voorrang. Zodoende fiets je snel en veilig op je e-bike naar alle prachtige uithoeken van de stad, of je nou naar de Oostvaardersplassen gaat, naar Marina Haven of naar de Citymall.