Maar liefst tweeënveertig nationaliteiten. Samen vormen zij het DNA van International School Almere. Ze vinden elkaar in een gemeenschappelijke cultuur, waaraan iedereen vanuit zijn eigen achtergrond bijdraagt. Waar jongere leerlingen van oudere leren, docenten samenwerken met ouders, en de school met andere scholen, én met bedrijven en gemeenten. De ambities van de school hebben alles te maken met samenwerking.
International School Almere is de afgelopen jaren flink gegroeid. Een gegeven waar directeur Rubin Borges en haar team erg trots op mogen zijn. ‘We zitten vol,’ vertelt Rubin. ‘We houden er niet van om ‘nee’ te verkopen, maar we willen wel de kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht. Groeien is goed, maar wél op een verantwoorde manier, zodat we de DNA van onze cultuur behouden. Ouders kiezen heel bewust voor onze school. Vanwege de waarden waar we voor staan, en ons onderwijsprogramma, maar toch ook vanwege de sfeer van saamhorigheid. Docenten kennen de leerlingen, je bent hier mens en geen nummer.’ Ze merkt dat er een grote behoefte is aan een International School die kinderen kan herbergen van vier tot achttien. ‘We werken al nauw samen met het vroegere Letterland dat de naam heeft veranderd in International Primary School Almere (IPSA). Maar we willen verder. Voor de continuïteit zou IPSA naast ons gevestigd moeten zijn. Helemáál ideaal zou zijn om samen in één gebouw te zitten.’ Rubin Borges laat prachtige voorbeelden zien van andere steden waar Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs onder één dak zitten. ‘Heel stiekem droom ik af en toe zelfs van een universiteit,’ glimlacht ze.
Het smaakt óók nog eens heerlijk!
‘We hebben veel aan Almere te danken en we willen graag iets terug doen. Onze ouders komen overal vandaan. Ze willen de stad leren kennen en staan open voor nieuwe dingen. Ze willen actief deelnemen aan activiteiten van de school, maar ook van Almere. Een grote International School is aantrekkelijk voor internationale bedrijven. Die willen het beste voor hun werknemers. De komst van deze expats is positief voor huizenmarkt, sportclubs, restaurants, en noem maar op. Het betekent ook een culturele verrijking. Niet alleen voor onze school maar voor de stad als geheel. Elk jaar organiseren we een Food Fair waar iedereen van binnen en buiten de school welkom is. Leerlingen en hun ouders bereiden gerechten die specifiek zijn voor hun land. Iedereen pakt groots uit. Er wordt gekookt en gebakken. Het ziet er prachtig uit, en het smaakt ook nog eens heerlijk! Leerlingen laten het publiek daarnaast genieten van zang en dans.’ Trots laat Rubin trots de kleurige foto’s zien van vorig jaar. ‘Het is een gezamenlijke inspanning van ouders, kinderen en docenten.’
Van leeftijdsgenoten neem je meer aan
Het onderwijs is goed ingericht op naschoolse activiteiten. ‘We hebben ongeveer achttien clubs waaronder sport, dans, debating, kunst, toneel, koken en muziek. Ze worden geleid door docenten, bijgestaan door leerlingen uit voorgaande jaren. Zo ben je de ene keer nieuweling en het jaar erop begeleider. Het is fantastisch om te zien hoe leerlingen van verschillende leeftijden zo harmonieus samenwerken. Het schept een band en zo leer je ook jongeren kennen buiten je leeftijdsgroep en buiten je klas. In de laatste twee jaren van deze school kennen we verticale mentorgroepen. Die zijn opgebouwd uit leerlingen uit klas 5 en 6. Van je leeftijdsgenoten neem je meer aan, je begrijpt elkaar. Jongere leerlingen leren van oudere en als de zesdeklassers eindexamen hebben gedaan, blijf je over met een klein groepje dat je nog meer aandacht kunt geven. Het jaar erop zijn zij dan de mentoren voor hun jongere mentorgroepgenoten.’
Laat jezelf zien
‘We vinden het belangrijk dat leerlingen zichzelf laten zien. Ze worden voorbereid op een internationale carrière. Ze leren dat het niet erg is om fouten te maken. Ook uit fouten kun je waardevolle lessen halen. Een belangrijk onderdeel van ons lesprogramma is debatteren. We creëren bijvoorbeeld een setting; alsof we deelnemen aan een debat bij de Verenigde Naties. Het wordt zo natuurgetrouw mogelijk nagespeeld. We willen onszelf ook laten zien in Almere. Misschien als onderdeel van de Floriade. Bijvoorbeeld om in de aanloop daarvan een deel van het Cascadepark tegenover onze school te laten inrichten door onze ‘design students’, zodat we de mensen vanuit de trein een mooi uitzicht geven. Daarvoor zouden we kunnen samenwerken met ‘groene’ partijen. En zo kan ik nog tal van andere manieren bedenken, waarop wij kunnen geven aan de stad waar wij deel van uitmaken.’