De Big Green Egg is zonder meer de bekendste, maar zeker niet de enige: de kamado. De mogelijkheden van het kooktoestel zijn zo eindeloos, dat je er binnen de kortste keren volledig aan verslingerd raakt.
Ze zien er indrukwekkend uit en dat geldt zeer beslist ook voor het prijskaartje. Een kamado – en dat geldt des te meer voor de populaire Big Green Egg, die zich heeft ontpopt als dé referentie – is namelijk verre van goedkoop. Toch lijkt de kamado een blijvertje. Wie er eentje heeft, zweert erbij. Wat maakt deze barbecue-plus zo bijzonder dat mensen er duizend of zelfs tweeduizend euro of meer aan stukslaan?
Japan verovert Amerika
De term kamado – niet eens de meest gangbare, want de meeste mensen spreken over een Big Green Egg of kortweg BGE – is afkomstig uit het Japans. Het woord betekent letterlijk ‘plaats voor de kookpot’ en als zodanig is de kamado daar al heel oud. Het basisprincipe lijkt een heel klein beetje op dat van onze aloude AGA-fornuizen (die klassieke gevallen met heel veel deurtjes die altijd aan waren). De brandstof is van oudsher hout of houtskool.
Na de Tweede Wereldoorlog namen Amerikaanse militairen enkele kamado’s mee uit Japan. Het concept sloeg aan en in de vroege jaren ’60 werden de eerste Amerikaanse kamado’s gefabriceerd. In 1974 (toen al!) startte in Tucker, in de staat Georgia, de productie van de Big Green Egg, die zich een goede dertig jaar later tot een wereldhit zou ontpoppen.
Tot 15 hele kippen tegelijk…
Een unieke eigenschap van de kamado is beslist de mogelijkheid om de temperatuur perfect te controleren. Het vergt even oefening, maar uiteindelijk kies je de temperatuur die je voor je bereiding wilt hebben en die kun je dan zonder veel moeite vasthouden. Die temperatuur kan daarbij behoorlijk oplopen: tot 350 graden of nog meer. Hij biedt je dus aanzienlijk meer hitte dan de gemiddelde elektrische oven. Maar ook lage temperaturen rond 70 graden zijn prima vast te houden. Deze perfecte controleerbaarheid dankt de kamado allereerst aan z’n materiaal: dik keramiek zorgt dat de warmte uitstekend wordt vastgehouden (hij gebruikt dan ook relatief weinig brandstof en kan uren achtereen blijven branden). Doordat de lucht aan de onderzijde wordt aangevoerd en aan de bovenzijde ontsnapt, werkt de kamado als een schoorsteen, waarbij zowel aan de toevoer- als aan de uitstroomzijde de doorstroming nauwkeurig kan worden geregeld. Tot slot is er het deksel, bekend bij fans van de Weber en daarvan afgeleide barbecues. Door het concept verenigt de kamado alle mogelijkheden van een barbecue met die van een oven, maar dan met een veelzijdiger temperatuurbereik dan beide. Kamado’s zijn er in verschillende grootten, van mini tot XXXL, waarbij de laatste groot genoeg is om tot 15 hele kippen tegelijk te bereiden.
Het woord betekent letterlijk ‘plaats voor de kookpot’
Nooit meer zonder
Wie gaat koken met de kamado stapt een nieuwe en fascinerende wereld binnen. In het begin heb je misschien de neiging hem te gebruiken als een barbecue en als zodanig zal hij je beslist heel goed voldoen. Allengs ontdek je echter meer mogelijkheden en merk je dat je ermee kunt grillen, bakken en roken – en alles daar tussenin. Wie de moeite neemt zijn – of haar – kamado goed te leren kennen, kan er uiteindelijk mee werken als een sterrenchef. Niet toevallig hebben veel van hen, ter aanvulling op hun klassieke kooktoestellen, ook een kamado in de keuken staan. Doe je het goed, dan stook je je kamado heet op en bereid je, terwijl je de hitte geleidelijk terug laat lopen, in één avond achtereenvolgens flammkuchen, bak je een brood voor bij het vervolg, grill je coquilles, bereid je een runderribstuk met gegrilde asperges en gepofte aardappelen, en sluit je af met een tarte tatin. Ben je eenmaal eigenaar van een kamado, dan wil je absoluut nooit meer zonder. En daar kleeft nog een extra pluspuntje aan: door de vele accessoires zit jouw omgeving voorlopig niet meer verlegen om cadeau-ideetjes…
Boeken en workshops
Wil je écht uit je kamado halen wat erin zit, schaf dan minstens één goed boek aan. Met name de verschillende delen van Hete Kolen van kamado-ninja’s Jeroen Hazebroek en Leonard Elenbaas (uitgeverij Fontaine) zijn bijzonder de moeite waard. Ook erg goed zijn Smart BBQ en De BBQ Bijbel van Julius Jaspers (uitgeverij Carrera) en de verschillende delen van Smokey Goodness van Jord Althuizen (uitgeverij Kosmos). Wie houdt van gerookte specialiteiten kan niet zonder het briljant geschreven Over Rook van Meneer Wateetons (uitgeverij Good Cook).
Liever hands-on leren? Schrijf je in voor één van de workshops die het hele jaar door en overal in Nederland worden gegeven. Even googelen op Workshop Big Green Egg, en je ziet ze bij tientallen over je scherm rollen.