Mona Alikhah – Durf te dromen!

In: Coverstory | Editie:

Tekst: | Fotografie:

Wie aan beeld denkt, denkt aan fotografie. En dan is de link met Mona Alikhah snel gelegd. Als klein meisje in Iran droomde ze er al van om fotograaf te worden. Ze kreeg het voor elkaar. Voor de cover van Lifestyle Almere portretteerde zij inmiddels al tal van BN’ers. Mona: ’Een foto moet een verhaal vertellen.’

De tafel in Mona’s woonkamer is bezaaid met boeken, tijdschriften en kranten. En met foto’s, stapels foto’s. Of ze mij een impressie van haar werk kon geven, had ik haar van tevoren gevraagd. Ze pakt een foto. ‘Hiermee won ik op m’n veertiende een fotowedstrijd op school,’ zegt ze met een glimlach. Het beeld is sober: een kurkdroge grond met diepe scheuren, in het midden één groene struik. Het is een foto uit Iran, haar geboorteland, waar ze tot haar 27ste woonde. ‘Ik ben altijd op zoek naar contrast.’

Belemmeringen

Hoewel ze inmiddels al zestien jaar in Nederland woont, legt de taal haar nog altijd belemmeringen op, bekent ze. ‘Ik communiceer vooral met mijn foto’s. En als ik niet aan het fotograferen ben, communiceer ik met mijn mimiek. Zelfs in mijn moedertaal. Ik praat met mijn gezicht en mijn handen.’ Lachend voegt ze eraan toe: ‘Sommige mensen vinden me een beetje druk…’ 

Wel leren, niet lezen

Ze heeft niet zoveel met woorden, zegt ze. Als kind hield ze al niet van lezen. ‘Ik wilde heel graag leren, maar niet lezen. En mijn vader wist dat. Dus wat deed hij? Elke avond las hij me een stuk voor uit een boek of een krantenartikel en dan vroeg hij: ’Wil je mij de laatste paragraaf voorlezen?’ En dat deed ik, gewoon omdat ik het leuk vond. Ik had geen idee dat hij me op die manier hielp met kennis vergaren. Achteraf is het één van mijn dierbaarste jeugdherinneringen.’ 

Artistiek milieu

Mona groeide op in Bushehr, een eeuwenoude stad in Zuid-Iran aan de Perzische Golf, als derde in een groot gezin. Een artistiek gezin ook, vertelt ze. Tekenen, zingen, dansen, kleding maken: iedereen hield zich op één of andere manier bezig met kunst. Mona’s passie voor fotografie ontstond al op jonge leeftijd. ‘Van mijn vader had ik een camera gekregen, een heel oud ding. Daar was ik steeds mee in de weer. Ik volgde een cursus bij een fotoclub waardoor ik beter leerde fotograferen. Ik wilde niets liever dan fotograaf worden.’ Maar daar wilden haar ouders niets van weten. 

Op eigen benen

‘Als schooldirecteur vond mijn vader het belangrijk dat ik op eigen benen kon staan. Ik was heel goed in wiskunde en mijn ouders zeiden: ’Ga nu maar een goede studie volgen. Met kunst kun je je altijd nog bezighouden.’ Niet dat ze gedwongen werd, haast ze zich te zeggen: ‘Ik wilde mijn ouders gewoon graag gehoorzamen.’ Om haar studie te bekostigen gaf ze wiskunde en Engels op een middelbare school. Tijd voor fotografie was er niet, al haar energie stak ze in haar studie en haar werk. Ze studeerde af als elektrotechnisch ingenieur en rolde de computerbranche in. Maar de droom om fotograaf te worden bleef. 

Later gaan we trouwen!

Dat die droom jaren later werkelijkheid zou worden, in een land duizenden kilometers verwijderd van haar geboortegrond, kon ze toen nog niet vermoeden. Wel was er inmiddels een sterke wens om naar Nederland te vertrekken. ‘Ik wilde de westerse cultuur leren kennen.’ Maar het was vooral de liefde die lonkte: haar buurjongen Navid die, toen Mona zestien was, met zijn familie via Dubai naar Nederland was gevlucht. ‘Navid ken ik al vanaf mijn vijfde. Wij zeiden altijd tegen iedereen: ’Later gaan we trouwen.’ Wat heb ik gehuild toen hij uit Iran vertrok. Maar we zijn elkaar nooit uit het oog verloren. Al die tijd, twaalf jaar lang, hebben we elkaar brieven geschreven.’

In bikini de straat op

Uiteindelijk stapten ze in 2000 in het huwelijksbootje en verkaste Mona naar Navids kleine appartementje in Amsterdam. Beleefde ze een cultuurshock toen ze voor het eerst voet op Nederlandse bodem zette? ‘Nee, ik had geen moeite met de verschillen, want ik houd van contrasten. Veel mensen hebben moeite hun patronen te veranderen, maar ik vond het heerlijk. Natuurlijk moet je wennen aan andere gebruiken. Ik ook. De eerste keer dat ik zonder hoofddoek de straat op ging bijvoorbeeld was heel raar. Ik voelde me zo bloot. Ik had het gevoel dat iedereen naar mij keek. Ik zal nooit vergeten dat ik mijn zus belde en zei: ’Ik mag hier zelfs in mijn bikini de straat op, en niemand kijkt!’ Nou ja, misschien kijkt er wel íemand, maar niet het hele land. En ik word ook niet opgepakt.’ 

De eerste keer dat ik zonder hoofddoek de straat op ging was heel raar. Ik voelde me zo bloot…

Als vrouw heb je geen keuze

Bijzonder is het volgens Mona niet, dat zij destijds als meisje in Iran ging studeren. Wel kreeg ze tijdens haar studietijd steeds meer moeite met de positie van vrouwen in de Iraanse maatschappij. ‘Maar dat was niet de reden dat ik het land heb verlaten. Ik kon in Iran een goed leven leiden, zij het met een aantal beperkingen,’ stelt ze. ‘Het maakt mij niet uit dat ik op straat een hoofddoek moet dragen. Dat is zó gedaan.’ In een vloeiende beweging wikkelt ze haar sjaal om haar haren. ‘Het idee erachter, dát staat mij tegen. Dat je als vrouw geen keuze hebt. Dat religie dit soort dingen bepaalt en vrijheden inperkt. En of het nu de islam, het jodendom of het christendom is, dat maakt niet uit. Het doet me pijn als mensen onrespectvol behandeld worden.’

En toen ging het mis…

Met de westerse cultuur had Mona dus geen moeite, met de nieuwe taal des te meer. Na haar inburgeringscursus, waar ze de eerste beginselen van het Nederlands leerde, en een vervolgcursus bleef ze het moeilijk vinden om zich goed te kunnen uitdrukken. ‘Inmiddels hadden we een mooi en betaalbaar huis in Almere gevonden. Maar toen we eenmaal verhuisd waren, ging het mis. Ik vond de school in Almere niks, ik vond de stad niks, en in mijn ogen was de hele wereld verkeerd. Ik voelde me verschrikkelijk alleen, want ik kon met niemand communiceren. Ik belandde in een identiteitscrisis. Ik vroeg me af: ‘Wie ben ik eigenlijk?’ Toen besefte ik dat ik mijn Nederlands moest verbeteren.’ 

Precies wat mijn vader deed

Bij de VMCA, waar vrijwilligers stadsgenoten helpen om zich in het Nederlands beter verstaanbaar te maken, kwam ze in contact met meneer Herfst. ‘Hij deed eigenlijk precies wat mijn vader vroeger deed. Pakte een krant of een magazine, las een stukje, terwijl ik luisterde hoe hij de woorden uitsprak. En dan vroeg hij: ‘Wat heb ik gelezen?’
Ik heb ontzettend veel van hem geleerd.’

De magie keerde terug

Op een gegeven moment stelde hij Mona voor om eens naar Fotoclub Almere te gaan. ‘En wat er toen met mij gebeurde: de magie keerde terug!’ Haar ogen beginnen te glinsteren als ze eraan terugdenkt. ‘Ik had alleen die oude, analoge camera uit mijn jeugd, maar ik kreeg veel positieve reacties op mijn foto’s en dat deed me goed. Ook mijn Nederlands ging langzaam maar zeker vooruit.’ Toen ze zwanger werd en haar dochter Melody in 2005 werd geboren, wist Mona het zeker: de tijd was rijp om haar jeugddroom te verwezenlijken. 

Een nieuwe camera

Tegen Navid zei ze: ‘Ik ga beginnen.’ Ze grijnst. ‘Hij vroeg: ‘Hoe ga je dat doen? Je kent hier amper mensen. En met welke camera? Iedereen werkt tegenwoordig digitaal.’ Daar had ik nog niet over nagedacht. En geld voor een nieuwe camera had ik niet. Drie dagen later kwam Navid tot mijn grote verrassing thuis met een digitale camera met drie lenzen.’ De volgende dag toog ze met man en dochter naar de Kamer van Koophandel, waar ze zich inschreef als fotograaf. Ze kon starten!

Veertig brieven

‘Ik dacht: ik zie wel hoe het loopt en als het niets wordt, verkoop ik het spul wel weer.’ Ze stuurde een stuk of veertig brieven naar lokale bladen en kranten, naar bedrijven en de gemeente: ‘Ik ben fotograaf Mona Alikhah, wilt u mij een kans geven om mijn werk te laten zien?’ Twee weken later had ze haar eerste klus op zak. Almere Deze Week en de Rabobank volgden kort daarna. ‘Twee maanden later kreeg ik voor het eerst een écht grote opdracht. Ik mocht honderd Flevolandse Zakenvrouwen op de foto zetten. Dat was zó spannend! Ik heb nog steeds contact met die dames, en ook voor de Rabobank werk ik nog altijd.’ 

Ik blijf mezelf ontwikkelen

Haar carrière raakte algauw in een stroomversnelling. Inmiddels mag ze tal van bedrijven en instellingen tot haar vaste klantenkring rekenen. Mona’s werk varieert van portretfotografie en reclameshoots tot reportages voor magazines en boeken. Waaraan heeft ze haar succes te danken? ‘Ik blijf mezelf ontwikkelen. Ik volg workshops, kijk heel veel naar foto’s, ik bezoek exposities. Ik kan niet vijftig procent Mona zijn. Als ik er ben, dan ben ik er helemaal. En ik ben eerlijk. Dat wordt gewaardeerd. Klanten weten dat ze mij kunnen vertrouwen.’

Als fotograaf ga ik voor mijn model, voor het verhaal. En dat is zo magisch, zó intiem

Love story

‘Ons begrip over beeld en fotografie is veranderd,’ gaat ze verder. ‘Ik vind het mooi dat iedereen tegenwoordig zo makkelijk foto’s kan maken. Wel is het jammer dat we door die snelle fotografie minder geduld hebben om naar foto’s te kijken. We scannen beelden vlug met onze ogen, maar echt zien en voelen doen we veel minder. Dat is het nadeel van het maken van een foto ‘omdat het kan’. Met mijn foto’s wil ik een verhaal vertellen. Ieder mens heeft een verhaal, en dat probeer ik met mijn camera te vangen. Als ik aan het werk ben, vergeet ik de techniek. De belichting en de camera check ik vooraf. Ik ga voor mijn model, voor het verhaal. En dat is zo magisch, zo intiem. Het gaat om wederzijds vertrouwen. Ik word het model, het model wordt mij. Het is een soort love story, maar dan voor eventjes.’ 

Nooit zonder gevoel

Wat opvalt in haar werk is dat Mona vooral mensen fotografeert. En als je geen mensen op haar foto’s ziet, moet je hun aanwezigheid in elk geval kunnen voelen, zegt ze. ‘Ik kan niet zomaar een foto maken zonder gevoel bij het onderwerp te hebben.’ Daarnaast trekken haar zwart-witfoto’s veel aandacht. ‘Dat blijft voor mij interessanter. Het is puur. Ik ben begonnen met zwart-witfotografie.’ 

Vrouwen stimuleren

In Almere is Mona bekend van exposities, zoals Marilyn Monroe in Almere (2007), waarbij ze een Marilyn-lookalike liet poseren bij markante gebouwen in de stad. Ze werd hiervoor genomineerd voor de Promotieprijs Almere 2009. Later volgden onder meer Paladijners zijn winnaars, samen met bewoners van wooninitiatief Paladijn, en De meisjes van Ashraya, met foto’s uit India waar ze een werkgelegenheidsproject voor jonge, voormalige prostituees bezocht. De kracht van de vrouw staat regelmatig centraal in haar werk. ‘Ik wil vrouwen stimuleren om zichzelf meer in acht te nemen, hun rechten te respecteren,’ verklaart ze. 

Niet makkelijk als je familie ver weg woont

Jaarlijks reist Mona naar Iran om haar ouders te bezoeken. Familie is heel belangrijk voor haar, zegt ze. ‘Nee, het is niet altijd makkelijk als je familie ver weg woont. Maar het went.’ Ze vergelijkt zichzelf met een ui, die uit vele lagen bestaat. ‘Ik heb een hoge pijngrens als het om mijn eigen verdriet gaat. Aan de andere kant komt pijn van andere mensen juist keihard bij mij binnen. Ik kan letterlijk ziek worden als ik hoor dat het niet goed gaat met mijn moeder. Of als er sprake is van armoede of van geweld tegen vrouwen.’ Ze vermoedt dat het te maken heeft met haar zus die op jonge leeftijd een zeldzame ziekte kreeg. ‘Gelukkig gaat het tegenwoordig beter met haar, maar jarenlang droeg ik haar pijn met mij mee. Ik probeerde mijzelf altijd in te beelden wat zij voelde. Nu heb ik dat met iedereen: ik voel pijn van andere mensen heel snel aan.’

Pijn van andere mensen komt bij mij keihard binnen

Almere is een baby die groeit

Ondanks haar moeizame eerste maanden in Almere voelt Mona zich hier inmiddels helemaal thuis. ‘Almere is net een baby die groeit. De stad krijgt er steeds wat bij. Het is vergelijkbaar met mijn leven in Nederland: ik krijg er ook steeds iets bij. Samen groeien we verder. Almere wordt steeds mooier en fijner, en dan denk ik: zo kan het met mij ook gaan.’

Ik heb het allemaal!

‘Al mijn jeugddromen zijn uitgekomen. Ik wilde bij Navid blijven, ik droomde ervan om fotograaf te zijn. Ik wilde graag een kind en ik wilde Europese vriendinnen. Ik heb het allemaal. Vroeger durfde ik niet te dromen, omdat ik altijd bang was dat mijn dromen niet zouden uitkomen. Nu weet ik: durf te dromen, dan kun je zoveel méér bereiken. Ik ben nog lang niet uitgedroomd.’ En met een lach besluit ze: ’Mona wordt vervolgd.’