Een gesprek met Mo Hersi is een bijzondere ervaring. Vanachter zijn veelzijdige en internationale levensloop doemt een warme filosofie op over medemenselijkheid: ‘We zijn allemaal verschillend. En we zijn allemaal één.’
Mo Hersi werd in 1985 in Ethiopië geboren. Onder keizer Haile Selassie (1892-1975) beleefde het oudste onafhankelijke land van Afrika eerder een gestage democratisering en economische modernisering. Dat proces eindigde abrupt na een militaire staatsgreep in 1974, die het land in een burgeroorlog stortte en die bijna twintig jaar zou duren. In het oostelijk gelegen Dire Dawa, waar Mo met zijn ouders en drie broers woonde, werd het levensgevaarlijk door schermutselingen aan de grens met Eritrea. De oorlog en een hongersnood (jaren ’80) eisten onnoemelijk veel slachtoffers. De Hersi’s wachtten niet af en ontvluchtten hun vaderland in 1989. Er volgde overigens geen dramatische overlevingstocht naar de vrijheid: de familie nam het vliegtuig, rechtstreeks van Dire Dawa naar Europa. Mo was pas drie jaar oud, maar wonderlijk genoeg staat hem de reis nog helder voor de geest.
In de rij voor eten
Mo Hersi: ‘Ik begrijp het ook niet. Normaal weet een mens nauwelijks meer iets uit de tijd dat hij drie was. Ik dus wel. Het beeld is zelfs vrij scherp. Mijn moeder deed een bontkraag om. Niet dat we zo rijk waren, maar mijn vader was een goede automonteur en we konden ons blijkbaar wel bepaalde dingen veroorloven. Maar goed, dat lieten we allemaal achter in Ethiopië. Nog steeds vind ik dat een ongelooflijk moedige beslissing van mijn ouders. Mijn eerste herinneringen zijn vooral die van een andere omgeving: van woestijn naar vliegveld. En ik herinner mij m’n moeder, vooraan in de rij in het AZC. Er was een tolk bij. Ik weet ook nog dat we met zijn zessen in één kamer woonden en dat we in de rij stonden voor eten. Dat was kennelijk zó raar voor mij, dat het voor altijd op mijn netvlies staat.’
We hoorden hoe mensen plezier hadden
‘Tegenover het AZC was een attractiepark. We keken door de hekken naar de pony’s en andere beesten. En in onze kamer konden we horen hoe de mensen plezier hadden.’ Hij lacht. ‘Voor het eerst maakte ik kennis met schrikdraad. We daagden elkaar uit om dat vast te pakken. Ik was nog klein; we gingen er weg toen ik 5 was. Ik kreeg toen nog geen Nederlandse les, mijn ouders en broers wel. Die gingen een bijgebouwtje in en dan keek ik van buiten door het raam naar binnen. In m’n eentje. Er waren wel leeftijdsgenoten, maar zelfs in mijn familie stond ik er toen al een beetje buiten.’
Mijn broer Youssouf zorgde voor inkomsten
‘Ik ben niet de oudste en niet de jongste. Ik ben het ‘vergeten kind’ in het midden. Maar we zijn alle vier goed geslaagd. En mijn oudere broer Youssouf nog wel het meest. Hij brak in 2000 door als topvoetballer en speelde bij grote clubs, waaronder Ajax, Heerenveen en FC Twente. Mijn ouders hoefden niet meer op zoek te gaan naar werk, Youssouf zorgde voor inkomsten. Dat was nogal wat: van het uitzoeken van drie stuks gratis kledij in het AZC naar een Armanipak uit de PC Hooft. In feite zijn we als familie door hem op sleeptouw genomen. We verhuisden naar Almere, omdat hij bij Ajax ging spelen. Later volgde ik hem naar Australië (Youssouf speelde daar een tijdje bij de Western Sydney Wanderers, red), omdat ik zelf ook met een sportcarrière bezig was.’
Verpest het nou niet
‘Je begrijpt dat ik thuis niet erg in beeld was, met een oudere broer als hij. Ik kon mij ook niet uiten. Het ging altijd over Youssouf.
Het was altijd ‘Youssouf’s kleine broertje zegt dit of dat’. Dus hield ik me stil. Dat heeft me gemaakt wie ik ben en ik heb er geen verdriet van. We hebben het als familie heel goed gehad. Voor een groot deel komt dat door mijn beide ouders. Zij hebben ons heel bewust en correct opgevoed. En mijn vader heeft ons van jongs af aan als het ware gedrild: verpest het nou niet, jongens, we leven in Nederland, dit is jullie en onze tweede kans in het leven.’
Ik probeer mensen met shocktherapie te bevrijden van hun vooroordelen
Altijd op zoek naar aandacht
Voetbalbroer Youssouf zette in 2015 een punt achter zijn professionele loopbaan. Mo ervoer dat als een bevrijding. ‘Ik was altijd al op zoek geweest naar aandacht, als ik ergens op bezoek was: door grappig te zijn en met mensen in gesprek te gaan. En ineens kon ik dat ook ongestraft op social media gaan doen: mijn broer zou daar immers geen consequenties van ondervinden. Mijn podiumlust komt daar vandaan, denk ik. Ik wilde mij uiten en mijn ideeën met de mensen delen. Maar inmiddels gaat het niet meer over mij, maar over ons: Nederlanders en nieuwe Nederlanders.’
De hele wereld woont in onze stad!
‘Ik verander de wereld,’ antwoordt Mo resoluut en zonder enige aarzeling op de vraag wat hij tegenwoordig doet. ‘Alles moet veranderen, alles waar ik, jij of wij ons met z’n allen aan ergeren. Bijvoorbeeld, je moet niet óver vreemdelingen praten, maar mét vreemdelingen. Ik vind diversiteit een enorme inspiratie en wil graag dat mensen uit verschillende culturen dichter bij elkaar komen. Kijk om je heen: de hele wereld woont in onze stad! Die verscheidenheid moeten we koesteren. We moeten daar de voordelen van onderkennen en die gebruiken. Daarom zoek ik de mensen op. Ik wil hen verbinden.’
Meer overeenkomsten dan verschillen
Mo is Inspirerend Comedian en probeert mensen te bevrijden van hun vooroordelen. Zijn shows zijn een aaneenschakeling van sterk verwoorde verhalen, vrolijke kwinkslagen, zelfspot en een in humor verpakte humane boodschap: wij zijn allen één. We zijn allemaal mensen met een moeder en een vader, we eten, drinken, werken en slapen. Wij hebben meer overeenkomsten dan verschillen. ‘Veel mensen zitten muurvast in hun overtuiging. Als ze erachter komen dat ik vluchteling ben, zetten ze mij meteen in een hokje. Alleen… ik spreek onze taal beter dan veel autochtone Nederlanders en daar raken ze dan van in de war. Daar is in hun vooroordeel geen ruimte voor. Ik probeer ze met shocktherapie te bevrijden.’
Tjee, een succesvolle vluchteling…
‘Voorbeeld: een show in Breda. Ik verschijn in traditioneel Afrikaanse kledij. Ze verwachten dat ze Engels gaan horen, en dan blijk ik in rap Nederlands grappen te kunnen vertellen. Ze zijn verrast: ‘Tjee, een succesvolle vluchteling!’ Vraagt iemand in het publiek: ‘Je bent zo goed geïntegreerd, waarom ga je niet terug naar Afrika?’ Zo iemand begrijpt niet dat je probeert goed te leven waar je op dat moment bent, ongeacht waar je vandaan komt. Ze vroegen ook: ‘Waarom komen er gelukzoekers naar Nederland?’ Ik draai dat meteen om en vraag: ‘Waarom gingen de Hollanders in de 17e eeuw naar Afrika?’ Iedereen wil het beste voor zichzelf en zijn familie. Besef wél dat vluchten vandaag de dag voor de meesten geen keuze is, maar pure noodzaak. Om te overleven. Weet je dat het woord gelukszoeker in geen enkel Afrikaans woordenboek staat? Het is een westerse uitvinding van een paar eeuwen geleden. Dat gezegd hebbende: er zijn helaas ook rotte appels onder de migranten. Dat maakt het moeilijk.’
Follow the money
‘Ik begrijp de angst voor migratie wel. De bevolkingsgroei in Afrika explodeert. Waar moeten ze allemaal naartoe? Wat ze in Afrika doen, is een spelletje: follow the money. Ze googelen om te zien waar geld zit en raad eens waar ze dan uitkomen? De conclusie ligt voor de hand. Wil je minder vluchtelingen, dan moet je zorgen voor minder ongelijkheid. En probeer je ook eens te verplaatsen in de hachelijke situatie van die mensen: je vlucht of je gaat dood van de honger. Wees eerlijk, wat zou jij doen? Verschrikkelijk om voor zo’n keuze te staan. Pas als je een ander beter gaat begrijpen – door ontmoetingen en gesprekken – kun je je angst voor vreemdelingen overwinnen.’
Zonder één cent op zak door Nederland
‘In 31 dagen liep ik door heel Nederland bijna 800 kilometer. Zonder één cent op zak. Overal waar ik mensen tegenkwam zei ik: ‘Ik ben Mo, ik ben ex-vluchteling en ik ontdek hoe gastvrij het hier in jouw stad is. Ik zoek een kop koffie, iets te eten en een slaapplek.’ Dat lokte bijzondere reacties uit. Ik berichtte daarover als ‘Mo the Messenger’ op Facebook en zo’n 300.000 mensen volgden dat. Ik heb er een documentaire van laten maken en die laat ik zien in mijn shows en presentaties. Veel mensen herkennen zich in de film en dat komt behoorlijk bij hen binnen. Het is een grote bewustwording.’
Meer open staan voor elkaar
‘Die confrontatie met jezelf is belangrijk. We moeten elkaar én onszelf uitdagen om los te komen van vooroordelen. We moeten meer open staan voor elkaar. Als het gaat om gevoelens van anderen, zijn we vaak te beschermend, te voorzichtig. Terwijl we beter open en eerlijk kunnen zijn. Durf gewoon tegen mij te zeggen dat je een vooroordeel hebt. Bijvoorbeeld dat je denkt dat vluchtelingen lui zijn. En vraag mij dan meteen jou te helpen van dat vooroordeel af te komen. Dan gaat het ineens over jou en over mij. Zodra je niet meer over vluchtelingen praat, maar over mensen – jij en ik – verdwijnt elk vooroordeel. Dan kom je erachter dat we in de basis niet zo veel verschillen.’
Evenement van verbinding en verbroedering
Onlangs liep Mo de Vierdaagse van Nijmegen. Vorig jaar deed hij dat voor het eerst en het viel hem op dat er weinig deelnemers uit de Afrikaanse gemeenschap waren. Het inspireerde hem om voor de 2018-editie een zo internationaal mogelijk team samen te stellen: het World Team. Want de Vierdaagse is volgens hem hét evenement van verbinding en verbroedering. Mede dankzij sponsoring van Rabobank Almere kreeg hij lopers met 19 verschillende nationaliteiten in één team. Samen haalden ze geld op voor Vluchtelingenwerk Nederland. Het leverde mooie verhalen op, die hij gaat gebruiken in zijn show in KAF, eind dit jaar. Mo is daarmee meteen ook de eerste zwarte Nederlandse comedian met een oudejaarsconference.