Het kasteel in Almere mag dan jarenlang een onzeker bestaan hebben geleid, voor wijnliefhebbers is er wel degelijk een Château Almere. Behalve dat het niet zo heet, en dat de kleinschalige Hof van Almere verder op een heleboel andere punten bijzonder is. Een verhaal overpassie en bevlogenheid.
Els en René Bliekendaal zijn bijzondere mensen. Ze runnen ze al ruim vijfentwintig jaar hun bedrijf Bliekendaal BV, dat instellingen en organisaties ondersteunt met projectmanagement, coaching, training, onderwijsontwikkeling en onderzoek. Daarnaast houden ze van wijn. Dat laatste doen ze zelfs zo veel, dat ze besloten ruimte vrij te maken in hun professionele leven voor een kleinschalige wijnmakerij. In 2003 gingen ze ermee aan de slag.
Misverstand
Nederland zit in de lift als wijnland: inmiddels wordt in alle twaalf provincies wijn geproduceerd en zijn er wel tweehonderd wijngaarden. Menigeen denkt dat dit verband houdt met de opwarming van de aarde waardoor het in Nederland nu warm genoeg is voor wijnbouw, maar dat is een misverstand: Nederlandse wijn in deze tijd (zie kader) is mogelijk door de ontwikkeling van nieuwe, hybride druivenrassen die aan een kortere zomer genoeg hebben om tot volle rijping te komen. Je vindt ze dus ook in de Hof van Almere. Hier wordt wijn gemaakt van druiven-rassen als de in Tsjechië ontwikkelde Rondo (die een bourgogne-achtige wijn oplevert), de van oorsprong Duitse Solaris (met aroma’s die doen denken aan de gewurztraminer), de Cabernet Cortis (met kenmerken van de cabernet sauvignon) en de Johanniter (een afstammeling van de riesling en de pinot gris).
Op de helling in Almere…
Els en René begonnen hun wijnavontuur op een lapje grond van slechts 650 m2 in een volkstuin. Het was een wijndomeintje in zakdoekformaat, dat meer waardevolle ervaring dan wijn opleverde. In 2010 waren de twee klaar voor uitbreiding van de activiteiten. Ze vonden een nieuwe locatie op Braambergen nabij de Kemphaan, waar op 0,2 hectare (nog altijd miniem, zelfs naar Nederlandse begrippen) 1000 wijnstokken werden aangeplant, op een tien meter hoge zuidoostelijke helling van 30°. Een helling? In Almere? René en Els lachen. ‘Ja. In feite is het een voormalige vuilstort, niet direct een plaats waar je meteen aan denkt voor wijnbouw. Maar voor ons is het ideaal. Eén van de afvalbergen is ingepakt met een ondoordringbare afdeklaag – we hebben het laten onderzoeken en er is echt niet doorheen te komen, zelfs niet voor de wortels van een boom – waarop leemklei is gelegd, een ideale grondsoort. Eigenlijk is onze grond dus heel geschikt, met een ideale mineralenbalans. Bovendien is het hele domein beveiligd.’
Wijnbouw in Nederland
In feite is wijnbouw in Nederland niet nieuw. Weliswaar was er tot de jaren ’70 van de vorige eeuw geen wijndomein te vinden in Nederland (bekende pioniers waren de Apostelhoeve in Limburg en de Kleine Schorre in Zeeland), maar ver voordien, al in de vroege middeleeuwen, werd er in ons land wijn geproduceerd. Zo staat op een inventarisbeschrijving van koningin Gerberga uit het jaar 968 een aantal wijngaarden nabij Maastricht vermeld. Met de Nederlandse wijnbouw ging het bergafwaarts toen door de toepassing van hop lekkerder en houdbaarder bier werd geproduceerd. De ‘kleine ijstijd’ in de 16e eeuw en de onafhankelijkheidsstrijd midden 17e eeuw zorgden ervoor dat Nederlandse wijn drie eeuwen lang van het toneel verdween.
Leuk en leerzaam
Het echtpaar Bliekendaal experimenteert nog steeds naar hartenlust. ‘Je krijgt één kans per jaar om iets moois te maken. Natuurlijk weten we onderhand wel wat we doen, maar de drive om het eindproduct nóg mooier te maken is er altijd.’ Het wijnmaakproces zelf vindt plaats in een speciaal daartoe neergezet bijgebouwtje, tevens ‘accijnswerkplaats’, waar jaarlijks 1000 flessen rode en witte wijn worden geproduceerd. ‘Die komen terecht bij de gemeente die ze als relatiegeschenk weggeeft, bij de VVV die heel enthousiast is over dit Almeerse product en, via Wijnkelder Almere, bij de Almeerse bevolking. Wijn maken is echt een heel serieuze aangelegenheid. De vier uur per week die wij erin steken – administratie niet meegerekend – worden dan ook heel goed besteed. Maar eigenlijk is het sociale aspect het leukst: wij geven graag mensen die met pensioen zijn, of hun baan kwijt zijn of van een burn-out herstellen een werkplek die zingevend is, en streven ernaar dat de vijf à tien vrijwilligers die op de wijngaard meewerken het naar de zin hebben. Aan winst-optimalisatie doen we niet. Ooit wordt het vast nog wel eens winstgevend. Maar voorlopig moet het vooral leuk en leerzaam blijven.’