Heb je een (digi)taalvraag? Kom naar de nieuwe bibliotheek aan het Stadhuisplein!

In: Almere, Vrije tijd | Editie:

Tekst:

Aan de balie in de bibliotheek is vrijwilligster Maartje geduldig in gesprek met een vrouw die haar vraag in het Engels stelde. Op verzoek van Maartje schakelde ze over op Nederlands. De vrouw blijkt al ruim 25 jaar in Nederland te wonen, maar spreekt de taal nog altijd slecht. Omdat ze voor een Engels bedrijf werkte, was er ook geen noodzaak om onze taal onder de knie te krijgen. Nu is ze gedwongen op zoek naar een nieuwe baan,
en voelt ze die urgentie wel.

Het digiTaalhuis werkt met twintig vrijwilligers. Vijf van hen verzorgen een Taalspreekuur waar alle Almeerders met een taalvraag naar toe kunnen komen. Afhankelijk van de vraag, verwijzen de vrijwilligers de bezoekers door naar instanties als het ROC of IVIO, waar Nederlandse les gegeven wordt. Of naar de taalprojecten van bijvoorbeeld Humanitas en de VMCA. Er vindt altijd een warme overdracht plaats. Daarnaast informeren de vrijwilligers bezoekers over eigen en andere initiatieven in de stad, waar mensen elkaar ontmoeten om Nederlands te oefenen.

Oplossing waar mensen écht iets aan hebben

Het digiTaalhuis organiseert ook ‘de leesclub’. Evenals korte cursussen voor mensen die (beter) willen leren omgaan met computer en internet. José van Bergen is coördinator basisvaardigheden: ‘We willen mensen die moeite hebben met de Nederlandse taal een oplossing bieden waar ze écht iets aan hebben. Zodat ze bijvoorbeeld beter in staat zijn met school te communiceren, een baan te zoeken of hun financiën op orde krijgen. We vinden het ook belangrijk dat mensen digitaal hun weg kunnen vinden. De overheid veronderstelt immers dat de burger steeds meer zelf opzoekt en regelt.’

Voor hen zijn wij de laatste strohalm

Maartje Uneputty doet het Taalspreekuur op maandagmiddag, Cornelli Krind op woensdagochtend. Onno Hastman begeleidt zowel het Taalspreekuur op de maandagochtend als een leesclub. Voor alle drie geldt dat de Nederlandse taal echt hun ding is, en dat ze zeer betrokken zijn bij het vrijwilligerswerk dat ze doen. Cornelli werkt al langer voor het digiTaalhuis. Ze motiveert: ‘Het lijkt me vreselijk in een land te wonen en niet te weten wat er om je heen gebeurt, omdat je de informatie niet begrijpt. Als je zelf in het buitenland hebt gewoond, dan weet je hoe dat voelt.’ Maartje: ‘Gesubsidieerde deelname aan taallessen en taalprojecten is pas mogelijk als je ingeburgerd bent. Hier komen ook mensen die dat niet zijn, en zelf niet genoeg geld hebben om taallessen te betalen. Voor hen zijn wij de laatste strohalm.’ Onno: ‘Voordat mensen bij ‘de leesclub’ komen, vragen we hen een stukje te lezen. Ze moeten wel mee kunnen doen. De deelnemers zijn vaak wat ouder, sommigen zijn al lang in Nederland maar hebben amper Nederlands gesproken. Om de beurt leest iedereen een bladzijde uit een ‘hertaald’ (= vereenvoudigd) boek en samen bespreken we de moeilijke woorden. We communiceren met elkaar in het Nederlands. Naast het feit dat deelnemers de taal leren, heeft ‘de leesclub’ ook een sociaal aspect. Ik zie mensen opbloeien en vooruit gaan met lezen en spreken.
Dat geeft voldoening.’

Veel mensen schamen zich ervoor

Het aantal bezoekers van het Taalspreekuur neemt toe. Er komen mensen van alle leeftijden, niet alleen laag- maar ook hoogopgeleid, van overal ter wereld. De vrouw aan de balie werd doorverwezen door het UWV. Vaak komen mensen via via. Coördinator José: ‘We zijn tevreden met iedereen die is geholpen.’ Maar zowel José als de vrijwilligers maken zich zorgen. Autochtone Nederlanders melden zich niet op het Taalspreekuur. Onno: ‘We kunnen ze niet bereiken.’ José reageert: ‘Vaak speelt schaamte een rol. Dat is bij nieuwkomers niet het geval. Laaggeletterdheid staat nu op de politieke agenda. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor een aanpak om ook geboren en getogen Nederlanders effectief aan te spreken. Zodat we straks nog veel meer mensen kunnen helpen.’

 

Ongeveer 1 op de

6 Almeerders

is laaggeletterd

 

Laaggeletterdheid in een notendop

Als je deze Lifestyle Almere doorbladert en leest, is misschien moeilijk voor te stellen, maar ons land telt een boel mensen die dat laatste niét kunnen. Die het rapport van hun kind dus evenmin kunnen lezen, die geen idee hebben hoe een DigiD werkt, die rekeningen niet begrijpen of die geen sollicitatiebrief kunnen schrijven.

1 op de 9 mensen tussen 16 en 65 jaar heeft moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. En vaak ook met digitale vaardigheden. In Almere hebben we zelfs een nóg hoger percentage; zo’n
1 op de 6 Almeerders is laaggeletterd. Eén derde
van deze groep bestaat uit nieuwkomers, twee derde uit geboren en getogen Nederlanders.

Iemand is laaggeletterd als hij of zij moeite heeft om in het dagelijks leven mee te komen. Laaggeletterden vinden moeilijker een baan, leven ongezonder en hebben een grotere kans om in de schuldsanering terecht te komen. Onze samenleving wordt steeds complexer, en daardoor zal het aantal laaggeletterden alleen maar verder groeien.

De tijden van de Taalspreekuren en
leesclubs vind je op:
www.denieuwebibliotheek.nl/praktisch/

digitaalhuis

 

Ik zie mensen opbloeien

en vooruit gaan