Begin over energie besparen en je gesprekspartners denken al gauw: duur, lastig of lelijk. En dat is dus fout. Duurzamer met energie omgaan is heel chique. Bekijk energiebesparing eens van een andere kant. Door niet het milieu of je bankrekening op de eerste plaats te stellen, maar luxe, comfort en stijl. Het blijkt eenvoudiger dan je denkt. En ook leuker!
Ga in hemelsnaam zelf stroom opwekken. Nu! Sinds de installatie van de zonnecentrale loopt mijn energiemeter continu achteruit. Wat een fijn zoemend geluid. Als deze beweging zich voortzet, rekening houdend met seizoensinvloeden, dan is de investering in vijf jaar en een paar maanden al terugverdiend. Inderdaad, daar staat VIJF. Dat is zeker leuk, maar nog leuker is dat je het elke maand merkt. Het maandtarief van de energieleverancier kan namelijk meteen omlaag. De investering doet geen pijn, want geld op een spaarrekeningetje staat alleen maar minder waard te worden.
En met een slimme belastingtruc komt er zó weer een einde aan
Geen beter moment
Waarom nu? Makkelijk. Er komt geen beter moment om een zonnecentrale aan te schaffen. Drie redenen.
Een: écht goedkoper gaan ze niet worden. Zonnepanelen hebben hun laagste prijs bereikt. Technisch zijn ze uit-ontwikkeld, ze zijn super-betrouwbaar en gaan niet kapot. De fabrikanten zoeken nieuwe afzetgebieden en esthetische productvariaties. Een verdere toename van het productievolume gaat ze niks goedkoper meer maken.
Twee: je krijgt (meestal) de BTW nu nog terug. Hoelang nog? Dat is ongewis. Je hebt recht op die teruggave als gevolg van een uitspraak van het Europese Hof, dat bepaalde dat een particulier die stroom opwekt, net zo goed een stroomproducent is als een energiereus en dus dezelfde rechten geniet. De landelijke overheden zijn er niet blij mee, want ze missen een vracht belastinginkomsten. Je kunt er dus op rekenen dat er met een slimme belastingtruc op zeker moment een einde aan komt. Pak je voordeel voor het te laat is!
Drie: De salderingsmaatregel is in elk geval tot 2020 in ongewijzigde vorm van kracht. Het betekent dat je dezelfde kilowattuurprijs ontvangt voor door jou opgewekte stroom, als je aan het energiebedrijf betaalt voor door hen geleverde stroom. Anders gezegd: het overschot aan stroom dat je op een zonnige dag zelf produceert en het net in stuurt, koop je ‘s avonds terug voor dezelfde prijs.
Compleet onafhankelijk
Als we overdag stroom aan het net leveren en ‘s avonds weer afnemen, is ’t of het stroomnet onze stroom bewaart. Zolang er gesaldeerd wordt, gaat dat met gesloten beurzen. Maar daarna? Gelukkig komen er oplossingen om zelf energie op te slaan. Nissan levert een elektrische auto met ruim 20 kWh aan bruikbare accucapaciteit, die met een speciale koppeling kan worden terug geleverd aan het woonhuis. In een etmaal gebruikt een doorsnee huishouding maximaal 10 tot 15 kW. Zo combineer je schoon rijden met duurzaam wonen. Je moet kiezen: morgen een flink stuk elektrisch rijden óf vanavond de was draaien en morgen op de fiets. Goed verhaal op kantoor! Luxer is de home-accu van autofabrikant Tesla. Die ziet eruit als indoor-skibox met een beeldschermpje erop. Het ding levert tot 10 kWh. Da’s voor de meeste slimme huishoudens genoeg om de donkere uren door te komen. Verrassend genoeg kost zo’n woningaccu niet meer dan drie- tot vierduizend euro. Dat lijkt een boel geld, maar daarmee maak je jezelf wél compleet onafhankelijk van het stroomnet.
Morgen een flink stuk elektrisch rijden, óf vanavond de was draaien en morgen op de fiets
Daar stoppen we dus mee…
Gas is zó 2014. We spreken af: daar stoppen we mee. Niet alleen willen we geen Russisch gas, ook willen we onze landgenoten in het Noorden niet langer benadelen. En stoppen is makkelijk. Veel Almeerders leven al zonder gas, want ze gebruiken stadsverwarming en koken elektrisch. Maar die stadsverwarming wordt nog ouderwets opgewekt in de warmtekrachtcentrale in Diemen. Gestookt op gas. Niet goed! Maar hoe dan wel? We gebruiken het alleen om te koken, voor warm water en om het huis te verwarmen. Koken op gas is nog altijd het meest efficiënt, maar gas is een fossiele brandstof en raakt op. Een elektrische inductie-kookplaat is een superluxe compromis. Daarmee koken we zoveel mogelijk met onze eigen stroom en voor de rest groen. Maar vooral: slim. Diepvriesspul aan de lucht ontdooien en dan pas in de pan. Niet doorkoken, maar nágaren. Stoofpotje opzetten als de zon schijnt en voor het avondmaal alleen nog even oppiepen. Wat ook kan: ‘s middags de hoofdmaaltijd. Lekker mediterraan ook: doet aan vakantie denken. En altijd leuk op een feestje: ‘Wat? Nee! Eet jij nog ‘s avonds warm?’ Voor koken gebruiken wij overigens maar een klein deel van onze energie-afname. Leuk, maar het zet weinig zoden aan de dijk.\
Wat je ook kunt doen: ‘s middags de hoofdmaaltijd!
Warm water
Dat is de grootverbruiker. Voor het verwarmen van douche, bad en spoelwater zijn er twee alternatieve bronnen: zon en elektriciteit. Zonnewarmte vang je met een zonnecollector: een slimme constructie van buizen op je dak en een opslagvat met warmtewisselaar. Ook op een niet zonnige dag krijg je hier al water van 60 graden mee. Voor hogere temperaturen moet een beetje worden bijverwarmd. Maar, hoe later je in de zomer opstaat, hoe goedkoper je dus doucht. Lekker uitslapen voor het milieu! Met die verplichting leren de meesten snel omgaan. De terugverdientijd van een zonnecollectorsysteem is wel lang. Veel langer dan die van elektrische zonnepanelen. Dus waarom de zonnecentrale niet gebruiken voor een elektrische boiler? Verwarmen als de zon schijnt, helemaal je eigen stroom. Een combinatie van zonnecollectoren en -panelen is ideaal. Je hebt er wél een flink dakoppervlak voor nodig.
Huiswarmte
Ook zeer de moeite waard om wat aan te doen, want 60-70% van ons energieverbruik gaat hier aan op. Voor bestaande bouw zijn al te ingrijpende aanpassingen niet wenselijk, dus vallen grondwarmte en hergebruik-systemen af. Er zijn mooie oplossingen in aantocht, maar vanaf morgen kun je overstappen op twee lifestyle verwarmingsalternatieven: biobrandstof en elektriciteit.
Pelletkachel
Een pelletkachel heeft de aangename warmte en gezelligheid van een houtkachel. Lekker om omheen te zitten. In een pelletkachel stook je geen houtblokken, maar pellets. Dat zijn kleine staafjes van geperste biomassa. Ze zien eruit als krachtvoer voor de koeien of bodembedekker voor de kattenbak. Maar het is gedroogd en samengeperst organisch materiaal, en dus een CO2-neutrale brandstof. Mits goed gestookt. En daar is dus die slimme kachel voor. Er zit een voorraadje pellets in de kachel, een vijzel brengt ze automatisch in de verbrandingskamer en een elektronische aansturing zorgt voor maximaal rendement, thermostatische regeling en automatische in- en uitschakeling. Een pelletkachel is vaak uitgerust met een ingebouwde ventilator. Die verhoogt het rendement en verspreidt de warmte door de hele ruimte. Een mix van convectie en straling dus. Pellet kachels zijn hypermodern, super-super-efficiënt en hartstikke duurzaam. Er zijn pelletkachels die met de CV-installatie verbonden worden, maar de leukste pellet kachel zet je in de huiskamer. Dan is het meteen een knusse haard. Met vlammenspel en al! We doen het voor de lifestyle en het milieu uiteraard, maar pellets als brandstof zijn niet alleen duurzamer, maar ook ongeveer de helft voordeliger dan gas.
Convectie versus straling
Voor het verwarmen van het huis zijn er twee methodes: convectie of straling. Convectie wil zeggen dat de warmte wordt overgebracht door luchtstromen. Het hete water in de CV-radiatoren verwarmt de lucht, die daardoor opstijgt en zich door de ruimte verspreidt. De warmte verdeelt zich over de hele ruimte, ook in gedeelten waar je niet verblijft en de meeste warmte zit tegen het plafond. De vloer is dus het koelste gebied. Stralingswarmte kennen we van de zon. Maar ook van de gezellige open haard, de terraskachel en de sauna. De straling verwarmt niet de lucht, maar het oppervlak waarop de stralen terecht komen. Infrarode straling is fijne warmte en geeft comfort, ook al is de omgevingstemperatuur laag. Wie wel eens op wintersport was, weet dat. Boven op een berg, temperatuur rond het vriespunt en lekker in je T-shirtje in de zon zitten. Dat is stralingswarmte.
IR-panelen
Verwarmen met elektrische stralingswarmte is een ontluikende techniek en zeer de moeite van het verkennen waard. Vooral voor eigenaren van een zonnecentrale is het een pracht-alternatief. Een IR-paneel is een platte plaat die geen spoor van licht, maar louter aangename warmte uitstraalt. De stralen verwarmen alle objecten, ook muur en vloeren, die op hun beurt een deel van de straling weerkaatsen. Zo ontstaat een heel aangenaam klimaat, en gezond bovendien. De muren zijn droger (isoleren dan ook beter), er ontstaat minder snel condens op ramen en er is veel minder luchtcirculatie en dus verspreiding van stof. Maar vooral – en hier spreekt persoonlijke ervaring – is IR-verwarming comfortabel. Buiten steenkoud, kamertemperatuur 19 graden en in een T-shirtje aan het bureau. Het is alsof je in een mild zonnetje zit! Het IR-paneel hangt het beste aan het plafond, zodat de stralen zo min mogelijk gehinderd worden. In de ‘schaduw’ van objecten is immers geen voelbare warmte. Toch zijn er ook IR-panelen voor aan de muur. Ze zien eruit als spiegels of schilderijen. De crux van het verwarmen met IR is het scheppen van microklimaten op alleen dié plaatsen waar de warmte nodig is. Een paneel in de keuken, twee in de huiskamer (boven de zithoek), eentje in de eetkamer en eentje in de badkamer. IR-panelen bieden snel warmte. In de badkamer hoeven ze bijvoorbeeld alleen ‘s morgens een kwartiertje aan. Een pelletkachel in de huiskamer en IR-panelen in de rest van het huis is natuurlijk dé gedroomde combinatie en werkelijk de meest comfortabel denkbare. Soms moet je voor een stijlvolle energiemaatregel flink in de buidel tasten, maar de investering verdient zich altijd terug. Veel belangrijker dan geld is kwaliteit van leven en stijl. En de mogelijkheid om helemaal onafhankelijk van energieleveranciers te wonen en te leven. Volgende stap: een eigen groentetuintje?