Je bent jong en sporten is voor jou al lang niet meer ‘gewoon’ een hobby. Toch wil je daarnaast aan een andere toekomst denken, en met het oog op die toekomst ook verder studeren. Gelukkig heeft hogeschool Windesheim een topsportregeling, waardoor je beide op hoog niveau kunt doen. Vooral dáárom kozen wakeboarder Max Delhaas en wielrenner Hessel Glotzbach voor hogeschool Windesheim in Almere. 

Max Delhaas (18) is derdejaarsstudent Commerciële Economie aan hogeschool Windesheim in Almere. Hij begon op zijn zevende met wakeboarden. ‘Ik zag een paar wakeboarders oefenen op het Weerwater en dat trok mij meteen. Ik ging trainen bij het Lido en blijkbaar deed ik dat goed. Wereldkampioene Denise de Haan zag mij wakeboarden en stelde mij voor om eens mee te trainen. Sinds mijn tiende neem ik deel aan de Nederlandse kampioenschappen en sinds mijn veertiende ook aan de Europese. Wat mij zo aantrekt in deze Xtremesport? Het gevoel van vrijheid en de kick als je een bijzondere trick goed uitvoert. Er zijn geen echte trainers of coaches om je te sturen. Trainen doe je zelf en je moet creatief genoeg zijn om jezelf tricks aan te leren. Bij wakeboarden draait het om de airtricks: voer je deze foutloos uit en welke risico’s neem je? Inmiddels train ik eens per maand bij de bondscoach van het nationale team.

Jammer genoeg is wakeboarden nog geen olympische sport, maar we werken er met de bond hard aan om dit te veranderen. Ik ben blij met de topsportregeling. Colleges die ik mis, mag ik later online terugkijken, en valt een toets samen met een wedstrijd, dan mag ik die op een ander tijdstip inhalen. Daarnaast krijg ik een financiële vergoeding. Samen met mijn begeleider vanuit Windesheim hebben we een planning gemaakt. Ik heb daardoor geen studievertraging opgelopen. Vooral in de zomer reis ik heel veel binnen en buiten Europa voor internationale kampioenschappen. Dan train ik 6 keer per week 1,5 tot soms wel 5 uur per dag. Ik zou heel graag in 2024 deelnemen aan de Olympische Spelen. Tegelijkertijd realiseer ik me dat je met wakeboarden (nog) geen geld kunt verdienen. Na mijn studie Commerciële Economie ga ik door voor mijn master, wellicht in Australië.’ 

 

Topsporters hebben geen

tijd voor een bijbaantje,

maar maken wel kosten

 

Het is maatwerk

Marc Hilbrands is topsportcoördinator bij Windesheim. ‘Wij hebben de afgelopen jaren heel wat topsporters begeleid naar de ‘eindstreep’ van hun studie bij Windesheim. En de aantallen groeien. Alleen dit studiejaar mochten we al veertig topsporters inschrijven. Voor de topsportregeling moet je voldoen aan bepaalde criteria. Een erkende NOC*NSF-topsport- of -talentstatus bijvoorbeeld (NOC*NSF staat voor Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie). Heb je deze status niet, dan kun je ook gebruikmaken van de regeling als je voldoet aan een aantal aanvullende criteria. 

Naar aanleiding van het ingevulde aanvraagformulier worden achtergrond en sportprestaties grondig gecheckt. Een topsporter die bij ons begint, krijgt na het eerste intakegesprek een eigen contactpersoon. Samen met hem of haar kijkt de student(e) naar de benodigde aanpassingen of voorzieningen ten aanzien van het studieprogramma. Dit kan per opleiding verschillen: het is maatwerk. We tornen niet aan de eisen van de opleiding. Wél kijken we naar de route. Zo nemen we colleges op: die zijn dan online te bekijken. Het is het ook mogelijk om tentamens in het buitenland te maken. Daarnaast krijg je een topsportbeurs. Topsporters hebben geen tijd voor een bijbaantje, maar maken wel kosten. Een stukje financiële tegemoetkoming moet dit opvangen. In Zwolle kunnen studenten gratis gebruikmaken van sportvoorzieningen voor krachttraining bij On Campus. In Almere onderzoeken we hiervoor de mogelijkheden. Het vraagt veel van studenten, maar we vinden het belangrijk om naast hun sportcarrière ook de mogelijkheden voor een maatschappelijke carrière te faciliteren.’

Ik heb er alles voor over

Hessel Glotzbach (19) is derdejaarsstudent HBO-ICT. Hij begon vier jaar geleden met wielrennen, maar speelde daarvoor hockey op hoog niveau. Op de middelbare school had hij een topsportstatus. Een vriend wees hem op de topsportregeling van Windesheim. ‘Sinds vorig jaar zit ik in de Elite/Belofte, zoals dat bij wielrennen heet. Ik heb grote stappen gemaakt en dat betekent nóg meer trainen. Ik ben gaan wielrennen door mijn vader, een fanatieke amateurwielrenner. Die competitiedrang zat er bij mij altijd al in. Met hockey, maar ook met de halve marathons die ik liep. Ik ben overgestapt naar een individuele sport, omdat ik dan alleen afhankelijk ben van m’n eigen prestaties.

Bij wielrennen draait het vooral om veel trainingsarbeid en doorzettingsvermogen. Ik zit 6 keer per week op de fiets en in het weekend zijn er vaak wedstrijden.
Is het wielerseizoen voorbij, dan vind je me in de sportschool. Ik denk dat ik gemiddeld 15 tot 20 uur per week train. Door de topsportregeling kan ik sporten en studeren combineren, en ook de financiële ondersteuning is bijzonder welkom: wielrennen is een prijzige sport. Maar alles staat of valt met een goede planning. Ik heb bij Windesheim een eigen begeleider, met wie ik mijn rooster bespreek en plan. Bij het wielrennen heb ik een persoonlijke trainer. Deze maakt de trainingsschema’s. Of het zwaar is? Ik heb het er graag voor over en heb er superveel lol in. Vorig jaar winter had ik drie keer in de week stage, college plus training. De stagedagen stonden vast. Dus stond ik heel vroeg op om te kunnen trainen. Plan je alles goed, dan is het prima te doen. Ik ben heel fanatiek en wil ver komen in de wielersport. Daar heb ik alles voor over!’