Talentontwikkeling – Niet altijd vanzelfsprekend

In: Onderwijs | Editie:

Tekst:

Talent komt in allerlei vormen. Het gaat over wat je kunt en wie je bent. Sommige mensen hebben een wiskundeknobbel, anderen een talenknobbel, weer anderen blinken uit in een sport of in het bespelen van een instrument. Ook zorgzaam zijn, en het hebben en onderhouden van een sociaal netwerk zijn talenten. Iedereen heeft zijn of haar eigen talent. 

Het kennen en kunnen benutten van je talent geeft plezier en energie. Het versterkt je gevoel van eigenwaarde en vergroot je zelfvertrouwen. Kinderen die al vroeg beginnen met het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten, maken later veel bewuster keuzes die toekomstbepalend zijn. Daarnaast krijgen ze vaardigheden die nodig zijn om hun eigen bijdrage te leveren aan de samenleving.

Leven in armoede remt talentontwikkeling

Niet iedereen krijgt de kans om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Het ontbreken van onder meer kennis, geld en begeleiding, of het ervaren van spanningen, kunnen deze ontwikkeling belemmeren. Het is misschien moeilijk voor te stellen, maar in Almere leeft ongeveer 1 op de 7 kinderen in armoede. Echt waar: het gaat gemiddeld om 3 tot 4 kinderen per schoolklas!

Het risico is groter

Meestal zijn het kinderen en jongeren met een alleenstaande moeder, uit gezinnen met een niet-westerse achtergrond en uit de nieuwe EU-lidstaten, uit gezinnen met een zieke of gehandicapte (ouder, broer of zus) en uit vluchtelingengezinnen. De meeste kinderen en jongeren die in armoede leven, hebben werkende ouders. Deze groep valt vaak buiten het armoedebeleid en inkomensafhankelijke regelingen. Met als gevolg dat er minder geld is voor nieuwe kleren, elke dag een warme maaltijd, internet, uitstapjes of vakantie. Laat staan voor het vieren van een verjaardag, excursies met school of lidmaatschap van een vereniging. Dit zorgt voor stress, gebrek aan concentratie op school en in het slechtste geval: sociale uitsluiting. Kinderen en jongeren die in armoede leven, lopen een groter risico om hun talenten niet te kunnen ontplooien. 

Iedereen heeft recht op gelijke kansen

De gemeente vindt het belangrijk dat alle Almeerders gelijke kansen krijgen. Verder is er een groot aantal partners in de stad dat zich hard maakt om uit elk kind en elke jongere het beste te halen. Dit grote netwerk zorgt dat zoveel mogelijk van hen geholpen worden om hun talenten te ontwikkelen.

 

De ervaring van Shary

Shary: ‘Ik vond de brievenbus via Facebook. Ik vind het helemaal geweldig dat mijn kinderen zo goed geholpen zijn. Mijn zoontje zit nu op voetballen. Hij kan geen dag zonder. Op de dagen dat hij weer mag voetballen, wordt hij extra vroeg wakker. Mijn dochtertje turnt. Zij is er haantje de voorste. Regelmatig heb ik contact met de coördinator van de brievenbus. Het is heel fijn dat dat zo makkelijk kan.’

 

Bij het Echnaton doet iedereen mee

Het Echnaton is een middelbare school voor VMBO en HAVO. Leerlingen komen uit heel Almere naar de school in Stedenwijk. Vooral het sport & gezond-profiel van de school heeft aantrekkingskracht. Er zitten 1200 leerlingen met 60 nationaliteiten op school. Een dwarsdoorsnede van de samenleving. Marlies Haukes is afdelingsleider en brein achter een uniek talentontwikkelingsprogramma: de echTalent-routes. Leerlingen van de onderbouw kiezen elk half jaar uit negen richtingen een andere route. Ze kunnen bijvoorbeeld allerlei sporten uitproberen, koken en bakken, radio maken, experimenteren met technologie of creatief aan de slag met kunst & cultuur. Haukes: ‘Aan de ene kant is dit programma bedoeld als loopbaanoriëntatie. Maar vooral willen we onze leerlingen meegeven dat er méér is dan alleen maar werken voor cijfers. Wij willen dat ze ontdekken wat ze echt leuk vinden, zich op persoonlijk vlak breed ontwikkelen, een rijker mens worden. We streven ernaar dat alle leerlingen met een glinstering in hun ogen naar school komen.’ 

www. echnaton.nl

 

In Almere leven per

schoolklas gemiddeld

3 tot 4 kinderen in

armoede

 

Als ik later groot ben in Almere

‘Gelijke kansen voor alle kinderen, dát is wat gemeente Almere wil,’ vertelt Anneke van Grotel, beleidsadviseur kinderen in armoede. Met het project ‘Als ik later groot ben’ wil de gemeente direct in contact komen met de doelgroep: de kinderen van Almere. Via de website krijgen ze vragen voorgelegd als: wat zijn hun dromen voor later, wat willen ze worden en wat hebben ze daar nú voor nodig? Op hun beurt kunnen kinderen ook zélf allerlei vragen stellen, via een digitale brievenbus of direct aan één van de coördinatoren in verschillende bibliotheken en buurtcentra in de stad (op maandag, dinsdag en woensdag). Er is van alles mogelijk: van huiswerkbegeleiding, een laptop, lidmaatschap van een voetbalclub tot een dagje meelopen met een heuse advocaat. Naar aanleiding van de vraag gaat de coördinator in gesprek met de ouders/verzorgers en het kind, en kijkt het team wat er nodig is. Vervolgens zorgt men met de partners in de stad, dat er voor elke vraag en elk probleem een passende oplossing komt.

Van Grotel: ‘We richten ons direct op kinderen. Daardoor geven we hen de regie en bieden we hen een succeservaring. Een kind dat thuis in een situatie zit waarbij overleven prioriteit heeft, heeft echt moed nodig om bij ons aan te kloppen. Daarnaast bereiken we op deze manier ook mensen, die normaal niet zouden komen.’ 

Meer dan duizend kinderen zijn er al geholpen sinds de start van het project in het najaar van 2017. Met sportles, een vakantieweek bij Kindervakantieland op de Kemphaan, een fiets of huiswerkbegeleiding. Het project dat tot 2020 zou lopen, wordt bestendigd. Van Grotel: ‘Samen met leerlingraden van een aantal middelbare scholen bekijkt het team nu hoe jongeren tot 18 jaar zich beter aangesproken voelen, om ook hun wensen kenbaar te maken zodat hulp ook hen bereikt.’ www.alsiklatergrootbeninalmere.nl

 

Groeien kinderen op in

armoede, dan is de kans groot

dat jong talent verloren gaat

 

Wethouder Soetekouw maakt zich hard voor talentontwikkeling

Jerzy Soetekouw is wethouder Sociaal Domein, Diversiteit & Inclusie. De link tussen armoede en gebrek aan talentontwikkeling gaat hem aan het hart. Hij zegt: ‘Groeien kinderen op in armoede, dan is de kans groot dat jong talent verloren gaat. Dat raakt mij. De verlammende invloed die opgroeien in armoede kan hebben op het waarmaken van ambities en dromen, vind ik onacceptabel. Daarom wil ik als wethouder mijn bijdrage leveren om jonge mensen een ander perspectief te bieden, zodat zij zich kunnen ontwikkelen.’ 

Jeugdfonds Sport & Cultuur Almere

In 2018 deden 2500 kinderen een beroep op het Jeugdfonds. Het Jeugdfonds betaalt voor kinderen van wie de ouders onvoldoende middelen hebben voor het lidmaatschap van een sportvereniging, voor muziek-, dans of musicallessen, of zwemlessen. Josta Visser, coördinator van het Jeugdfonds, vertelt: ‘Dat kinderen even weg zijn uit hun thuissituatie, al is het maar een uurtje in de week, is heel belangrijk. Niet alleen voor hun welzijn, maar ook om te ervaren dat ze onderdeel van een groep kunnen zijn. Ze maken kennis met andere perspectieven, ervaren sportiviteit en hebben vaak een rolmodel. Het helpt overerving van armoede voorkomen.’ Het Jeugdfonds krijgt een bijdrage van de gemeente, maar wil graag zoveel mogelijk kinderen helpen. Daarom is er extra geld nodig. Het Jeugdfonds doet daarvoor een beroep op bedrijven, particulieren, clubs en scholen om in actie te komen en geld te werven om nóg meer kinderen een beetje meer geluk te geven. Hoe dat kan, zie je hier: mijnjeugdfondsactie.nl

 

Mijn zoontje zit nu op

voetballen: hij kan geen

dag zonder…

 

Almere City FC: samen scoren

Nederlands jongste betaald voetbalclub Almere City FC is partner van het project ‘Playing for succes’. Dit project is bedoeld om kinderen plezier in het leren te geven, en hun zelfvertrouwen en motivatie te vergroten. Het stadion dient als leslokaal voor taal, rekenen en computervaardigheden. Kinderen interviewen spelers, budgetteren een voetbalteam of berekenen de oppervlakte van het voetbalveld. Christian Wiedeman, coördinator Almere & the City, vertelt: ‘Door kinderen actief en betekenisvol te laten leren, ervaren ze dat leren zinvol is. Als dat besef doordringt, kunnen ze succesvol terug het reguliere traject in.’ De voetbalclub wil meebouwen aan de kracht van Almere. ‘Voetbal is een sport waar veel mensen iets mee hebben. We willen graag dat voetbal een platform wordt voor goed nieuws,’ zegt Wiedeman, ‘daarom bieden wij het maatschappelijke programma Almere & the City waarbij we middels diverse projecten, sociale cohesie bevorderen, eenzaamheid tegengaan of talentontwikkeling stimuleren. Dat doen we samen met onze businessclubleden én onze profvoetballers.’ www.almerecity.nl en
www.playingforsuccess.asg.nl

Verlengde Schooldag, project in opstart

‘Kinderen op de middelbare school zijn moeilijker te bereiken,’ zegt projectleider Noor Waardijk van het project Verlengde Schooldag, dat in januari start met een pilot op de Meergronden: 88 kinderen uit de onderbouw van de VMBO basis- en kaderopleidingen gaan dan twee keer per jaar gedurende een periode van zes weken allerlei workshops volgen. Deze worden georganiseerd in nauwe samenwerking met partners als Corrosia en de Schoor. Waardijk: ‘Het is heel belangrijk om de groep kinderen die het moeilijker hebben een breed pallet aan ervaringen mee te geven. Zij doen vaker niet mee met sport en cultuur, en doen minder makkelijk mee in groepen. Het is essentieel dat alle kinderen de ruimte krijgen om te ontdekken waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. Daarmee maken ze ook betere keuzes voor hun toekomst.’ Met de pilot wil Waardijk een stap zetten in het bereiken van leerlingen op het voortgezet onderwijs. Het is de bedoeling dat er straks meerdere middelbare scholen aan het project zullen meedoen.

 

De ervaring van Amanda

Amanda: ‘Sinds een jaar zit ik in de schuldsanering. Samen met mijn oudere kinderen zorg ik dat de twee jongsten zo weinig mogelijk merken van mijn financiële situatie. Ik vind dat ze niet hoeven te weten, wat er wel of niet in mijn portemonnee zit. Dan hebben ze er ook geen last van. Mijn zoon van tien zit sinds kort op hockey. Hij werd bij een hockeyclinic op school gescout. De gymleraar van school vroeg voor het lidmaatschap een bijdrage aan bij het Jeugdfonds, terwijl ik voor een vergoeding van de hockeykleding in gesprek ben met de coördinator brievenbus. Voorheen was het vanuit school meteen ‘Playstation’. Mijn zoon was enorm gesloten. Nu is hij veel levendiger. Hij is druk bezig, ontwikkelt zich en kan vrienden maken. Hij vraagt steeds of hij alweer mag hockeyen. Zo enthousiast is hij.’