Gerrit Jan Groothedde
Gerrit Jan Groothedde, beter bekend als Eetschrijver, woont en werkt als freelance culinair journalist in Almere. Op zijn blog www.eetschrijven.nl geeft hij (on)regelmatig zijn ongezouten mening over eten en alles wat daarmee samenhangt. Onlangs verscheen bij Het Spectrum zijn nieuwste boek Het Antidieetboek.
Bij het voorbereiden van het artikel over de Hof van Almere (dat ik best twee keer zo lang had willen maken, zó leuk vind ik het wat Els en René Bliekendaal doen – Ik had bijvoorbeeld best willen vertellen dat ik de wijn ook heb geproefd en zelfs een nipje mocht nemen van de Almagnac, Almeerse armagnac dus, in wording), enfin, toen ik dat dus allemaal aan het voorbereiden was, besloot ik eens op de fiets te springen om zelf een kijkje te nemen op de locatie Braambergen, waar de druiven groeien voor de enige Almeerse wijn.
Niks te zien natuurlijk, zoals René me al verteld had, maar ja, als journalist wil je toch altijd alles met eigen ogen zien: in dit geval een heuvel die ik van achter een afgesloten hek op een afstandje kon bekijken. Goed, dat wist ik dan ook weer. Ik had mijn momentje van journalistieke eigenwijsheid weer gehad. Het was mooi weer, en een beetje lichaamsbeweging is nooit weg.
Nu ik daar toch was, besloot ik een rondje door de omgeving te maken, want het is best een mooi stukje Almere daar, en bovendien kon ik zo eens een blik werpen op de nieuwste loot aan de Almeerse stam, de Nobelhorst, ingeklemd tussen Hout en de rest van de stad. Leuk project, die Nobelhorst. Weer zo’n mooi staaltje van Almeerse eigengereidheid. Zeg nou nog eens dat onze stad geen karakter heeft.
Kijkend naar wat daar verrijst bedacht ik dat hier onderhand samen met Hout toch een flink stuk Almeerse bevolking kwam te wonen. Er zijn in Nederland plaatsen met veel minder inwoners. En ineens vroeg ik me af: waar doen al die mensen hun boodschappen? Er is niet één winkel te vinden. Zelfs geen winkel in wording.
Zou dat nou zo blijven? Zouden de inwoners van Hout en Nobelhorst tot in lengte van dagen met de auto naar de supers elders in de stad moeten? Of gaat er ook op winkelgebied nog iets moois en karaktervols gebeuren?
Ik zou het mooi vinden: een winkelstraatje of -pleintje met kleinschalige winkels, met onderscheidend aanbod. Daar is niet veel voor nodig: met een groentewinkel en een poelier heb je al een Almeers unicum.
Zou mooi zijn toch? Wie pakt ‘t op?
