Lammert Wierstra
is voormalig lid van de ‘straatnaamgevingscommissie’ van de gemeente Almere. Samen met bewoners, stedenbouwkundigen en vertegenwoordigers van de veiligheidsdiensten zat hij regelmatig ‘s avonds aan tafel om nieuwe straatnamen te bedenken. In deze column vertelt Lammert de leukste verhalen achter Almere’s (straat-) namen.
In een pionierende stad als Almere verwacht je, met name in de ontwikkelingsfase, eigentijdse en sprankelende straatnamen. Anders in elk geval dan wat eeuwenlang gebruikelijk was in oudere plaatsen en steden. Maar niets is minder waar. Op ‘het oude land’ ontwikkelde een plaats zich rond een eerste kern met een kerk, een toren, een gracht, een markt en een brink. Vaak tref je daar dan ook staatnamen aan die verwijzen naar deze objecten.
En wat gebeurde er in Almere Haven met de eerste straatnaamgeving? Niks alternatiefs, maar juist iets heel ouderwets. Loop maar eens rond in het centrum van Haven: over de Brink, de Markt(gracht), de Kerkstraat/gracht, de Schoolstraat en de Torensteeg.
Gaandeweg werd de straatnaamgeving echter moderner, en soms ook gewaagder. Je hoefde niet oud en versleten – of overleden – te zijn om aan bod te komen. Kijk naar straten die vernoemd zijn naar bijvoorbeeld Marlène Dietrich, Heinz Rühmann en Rie Mastenbroek. Oud zijn was niet het belangrijkste. Legendarisch, dáár draaide het om. En gewaagder? Ja hoor! Almere kreeg een Danswijk met straten, die verwezen naar ballroom- en volksdansen. Er kwam ook een Stripheldenbuurt, met straten als Eucalypta, Obelix en Kuifje.
Maar wat doen we heden ten dage? Vernoemen we oudjes terwijl ze nog leven? Of wachten we af tot ze niks meer kunnen doen, dat hen minder legendarisch zou maken? Dat laatste is het geval. Oud is kennelijk even Out. We wachten ouderwets tot de te vernoemen persoon legendarisch is. En daar hoef je dus niet per se oud voor te zijn geworden.