What’s in a name?

In: Column | Editie:

Lammert Wierstra

is voormalig lid van de ‘straatnaamgevingscommissie’ van de gemeente Almere. Samen met bewoners, stedenbouwkundigen en vertegenwoordigers van de veiligheidsdiensten zat hij regelmatig ‘s avonds aan tafel om nieuwe straatnamen
te bedenken.

Is straatnaamgeving ambitieus? Deze vraag is niet echt makkelijk te beantwoorden. Kijk naar de eerste straatnamen in Almere Haven, Stad en Buiten. Ze zijn eerder old fashioned dan trendy of, laat staan, ambitieus: Markt, Schoolstraat, Stadhuisplein, Noordeinde. Elke plaats van enige omvang heeft ze. Toch heeft straatnaamgeving ook een functie, die anders is dan het duiden van de plek waar je je bevindt. Er gaat iets educatiefs vanuit. Wil je inwoners van een stad iets bijbrengen over vervlogen tijden, en dat vastleggen in de samenleving, dan is straatnaamgeving een goed middel. Bijna een ambitie op zich. 

De kunst is om eigentijdse elementen – gebeurtenissen en personen – tijdig vast te leggen in straatnaamgeving, met als doel deze jarenlang zichtbaar te houden en te koesteren, opdat ‘het gebeuren en sommige legendarische personen niet mogen en kunnen worden vergeten’. De Stripheldenbuurt is daar een mooi voorbeeld van. Door eigentijdse striphelden, hun auteurs en hun tekenaars vast te houden voor later, toont de straatnaamgevingscommissie een ambitie om het heden te bewaren voor de toekomst. Maar of elke straatnaam daarbij een voltreffer is geworden? Dat is af en toe nog de vraag.

Een andere vraag is: zetten we de ambitie voort? Is het bijvoorbeeld al tijd voor een burgemeesterswijk? Zijn we in voor het Han Lammersplein, de Cees de Cloestraat of het Annemarie Jorritsmaplantsoen? Of is dat te veel eer? Te ambitieus? De tijd zal het leren. Eén ding is in elk geval zeker. Almere was, is en blijft ambitieus, óók als het gaat om straatnaamgeving.